Back in Berlin

 17 juli 2020 Dresden naar Berlijn

Vandaag laten we Dresden weer achter ons en is het tijd voor de laatste bestemming van onze CoronaCation; Berlijn! Uiteraard zetten we onze Flixbus trend voort en pakken vanaf de Ostbahnhof een bus naar de Duitse hoofdstad. Het is best druk deze keer en we kunnen niet bij elkaar in de buurt zitten. Ik vind het altijd zo vreemd dat de mensen die in hun eentje reizen dan niet bedenken van ' nou laat ik naast een vreemde gaan zitten, want dan kan die club bij elkaar zitten' . Nee ze blijven allemaal stug voor zich uit staren en komen dan alsnog naast een vreemd iemand te zitten (ja uiteraard bedoel ik Robbie hiermee). Na een paar uurtjes leen komen we aan in Berlijn. Ik had bedacht dat het slim was om bij Alexanderplatz uit te stappen, maar ik heb geen idee meer waar ik dat opp heb gebaseerd. We moeten nu de metro pakken naar Kreuzberg om bij ons hostel te komen. Een beetje sullig wel. 

 

Gisteren werd ik met een vaag verhaal gebeld vanuit dit hostel. Over wat nou de bedoeling was. Nou gewoon de kamer drie personen een nacht extra boeken, zoals ik ook in mijn mail heb aangegeven. We hadden een discussie die wel een kwartier duurde en we leken elkaar echt niet te begrijpen. Eenmaal bij Baxpax hostel die Fabrik was het ineens allemaal in orde. Alles wat gisteren moeite kostte was nu ineens helemaal duidelijk. Nou dikke prima, maar had me dan ook geen stress bezorgd in Dresden. Het hostel is geinig, een beetje chabby/industrieel of iets. Ergen achterin een uithoek van het gebouw hebben wij een kamer toegewezen gekregen. We pleuren onze tassen neer en zijn toe aan een biertje. Om de hoek bij het hostel gaan we zitten bij een Sushi tent Mimomy, vraag me niet waarom. Maar de biertjes smaken goed en we zijn hier getuigen van een heuse Corona-politie-inval. De afstand tussen de tafeltjes wordt secuur opgemeten en de lieve gastheer en vrouw krijgen een waarschuwing. 

Het is hier maar een vage boel, aan de overkant van de straat zijn een paar zwervers aan het schreeuwen en er lopen constant bizarre types rond. Het is wat grauw weer en op de een of andere manier ben ik er een beetje klaar mee. Ik heb geen zin de boel te verkennen, ik ben moe en gewoon lamlendig. We lopen niet al te ver naar Banja Luka, waar een biertuin zit. Het is super chill. Er zit een muur omheen dus je hebt niet constant rare kwasten aan je tafel staan. Alleen een gekke goochelaar. We eten een patatje, drinken te grote biertjes en uiteindelijk ga ik niet te laat terug naar het hotel. Gijs en Robbie laat ik achter in het bruisende Berlijn. Op zoek naar een feestje dat ze nooit gaan vinden en uiteindelijk tot zonsopkomst rondhangen in een park vol rare mensen. 

18 juli 2020 Berlijn - De laatste dag

Ik ben vroeg wakker, of eigenlijk word ik wakker wanneer de jongens na een zware nacht vol gemiste feestjes terugkeren. Ik probeer nog wat te slapen en te lezen, maar ben er alsnog vroeg uit. Ik ga rustig douchen en wil net naar de supermarkt gaan om ontbijt te halen als Robbie ineens fris fruitig naast zijn bed staat. Samen kopen we de buurtsuper leeg en tot mijn verbazing is ook Gijs wakker als we terug komen. Ik had deze dag eigenlijk al opgegeven. We ontbijten op de kamer en als iedereen opgefrist is lopen we naar de overkant van de Spree, langs de East Side Gallery en strijken neer bij Yaam.  

 

Het ziet er heel anders uit dan de laatste keer dat ik hier was in december 2012, maar het is fantastisch. Het is er gezellig, je hebt veel eettentjes en chillzone aan een strand aan de Spree. We hangen hier rond, halen wat te eten en bereiden ons mentaal voor op de terugreis van de volgende dag. Het einde is in zicht. Het was heerlijk om er weer even uit te zijn na die eerste maanden van het coronatijdperk. 

0 Berichten

DDR-esden

Onze laatste dag in Dresden is aangebroken. We dartelen vandaag lekker rond in Neustadt en Friedrichstadt. Ik denk dat ik nog nooit in een stad(sdeel) geweest waar zo veel graffiti en streetart te vinden is. Ik hou ervan. We zijn gaan lopen zonder doel, maar komen toch terecht bij de Kunsthofpassage, waar je fleurige flats met kunstzinnige elementen kunt bewonderen. Als ik ooit nog eens in Dresden kom ga ik zeker een streetart tour volgen. Ook zou ik graag naar het DDR museum gaan (Welt der DDR), wat helaas tijdens ons bezoek gesloten was. 

 

Na een paar uur slenteren chillen we op wat terrasjes. Ik heb ergens spijt dat ik niet meer uit onze dagen in Dresden heb gehaald, maar toch hebben we het weinig activiteiten hartstikke gezellig gehad. Dit had natuurlijk onze festivalvakantie moeten zijn, die door corona niet door ging. In Tsjechië vergat ik eigenlijk dat we midden in een pandemie zaten, maar in Duitsland werd ik er weer volop aan herinnert en dit voelde nog steeds onwerkelijk en 'zwaar'.  Helaas zorgt dit voor vrij korte blogartikelen, maar gelukkig wel voor veel foto's!

0 Berichten

August en zijn Dwaze Paard

15 juli 2020 – Dresden – 

Vandaag slapen we uit en wanneer wij wakker worden zit Robbie al buiten uitgebreid aan een ontbijt. Hij heeft voor ons vega frikandellen bij de Aldi gehaald, wat een held hè. 

 

We gaan lopend naar Altstadt door een lange (saaie) winkelstraat. Aan het einde van de straat, of aan het begin maar net hoe je het bekijkt, staat een standbeeld dat me nog lang bij zal blijven. Het is een blinkend goud beeld van een man op een paard. Het paard trekt nogal een dwaas hoofd. Ik sta hier 3 uur om te grinniken voor we de brug over de Elbe oversteken naar het oude gedeelte. Blijkbaar is het echt een oud beeld, uit 1736 en de ruiter is Koning Augustus de tweede van Polen. Deze drukke man heeft volgens Wikipedia maar liefst 354 kinderen verwekt, of dat wordt gezegd. En naast kinderen verwekken deed hij ook nog andere belangrijke zaken uiteraard. Zoals schilderijen verzamelen en het theater bezoeken. 

 

 

 

Het is bewolkt en dat haalt denk ik wat van de charme van dit deel van de stad weg, het kan me niet echt boeien. Het voelt wat sfeerloos. Misschien zitten we wel helemaal op de verkeerde plek, maar nadat we wat gebouwen hebben bekeken en hebben rond gestruind bij het Zwinger paleis (klinkt heel fout, maar het is gewoon een museum) heb ik het eigenlijk wel gehad. Dit gebouw is neergezet door (of waarschijnlijk met het geld van) mijn nieuwe idool August en zijn Dwaze Paard. 

 

Bij een Ierse pub drinken we een drankje en kijken naar de blauwe trams die langsrijden om onderdelen te vervoeren voor de Volkswagen fabriek. Deze heten CarGoTrams en dat vind ik heel grappig. Toch besluiten we maar terug te gaan naar het nieuwe gedeelte van de stad. Daar vinden we het veel gezelliger

Halverwege de brug over het water worden we overvallen door keiharde regen. Maar echt KEIhard. We vluchten naar een terrasje onder een afdakje bij café Watske en drinken hun eigen huis gebrouwen biertjes. We zitten hier wel even prima.  Als het iets is opgeklaard lopen we terug naar het hostel. Daar blijven we hangen en begin ik obsessief iedereen die ik ken te pimpen met Face-app. 

 

Deze dag voelt een beetje verpest, maar die avond gaan we op zoek naar een Indiaas restaurant. Veel blijken gesloten, maar we geven niet op en uiteindelijk vinden we er eentje. Hmm Aloo Ghobi en veel te veel lekkere bijgerechten. We eindigen wederom bij Katy’s Garage en drinken wat biertjes op het fijne terras. 

 

0 Berichten

D R E S D E N

Veel te vroeg gaat de wekker. Ondanks dat we het helemaal niet gek laat gemaakt hebben de vorige avond ben ik me toch een partij beroerd. Misschien omdat ik geen zin heb om weg te gaan uit Český Krumlov, maar ontzettend ongelukkig begin ik mijn spullen te pakken. We lopen terug naar de halte om weer een Flixbus te pakken, onze nieuwe favo manier van reizen. Eerst moeten we terug naar Praag, maar hier blijven we niet lang hangen. Ik heb gelukkig wat kunnen slapen in de bus en voel me iets beter. Op het Florence busstation in Praag moeten we wat langer wachten, omdat de bus vertraging heeft. We eten wat en slaan wat in voor onderweg. 

 

Wanneer de volgende bus aankomt gaat alles even wat anders. We waren corona eigenlijk al een beetje vergeten, in Tsjechië merk je weinig van de maatregelen. Deze buschauffeur snauwt nogal heftig dat we het mondkapje op moeten doen en ik ben even in de war. Ik snap wel dat hij chagrijnig is, het toilet in deze bus stinkt zo hard, die is zeker al vanaf het begin van de pandemie al niet schoongemaakt. Gatverdamme!

Ik lees wat, slaap wat en erger me aan de dames die hun mondkapjes weigeren op te doen, waardoor de chauffeur hier om de vijf minuten om moet vragen. Na zo een 2 á 3 uur (door het tukken tussendoor heb ik geen idee) komen we aan op het station in Dresden. Hier pakken we gelijk de trein naar ostbahnhof en vanaf daar is het nog een minuut of 10 lopen naar ons hostel: Kangaroo Stop. Je zou bijna denken dat het een thema is na ons vorige hostel Skippy, maar het is puur toeval. 

 

Na een aantal nachten een kamer te hebben gedeeld ben ik even toe aan een kamer voor onszelf. De komende 3 dagen hebben we een enorm grote tweepersoonskamer, echt het is zeker 4 keer mijn huiskamer... De mensen van dit hostel zijn super vriendelijk en het ziet er allemaal gezellig uit. Ze tekenen aanraders uit op een kaart van de stad, daar hou ik van als ze daar de tijd voor nemen. We kopen even een biertje en acclimatiseren even in de tuin. 

We lopen wat rond in de buurt, we verblijven in Neustadt, waar ik normaal niet voor zou kiezen. Maarrr ik heb begrepen dat in Dresden je juist in dit gedeelte van de stad moet zijn voor gezelligheid in plaats van in het oude deel. Ik voel me ook gelijk chill, er zijn bruisende gezellige straatjes met een hoop levendigheid. 

 

Door een inschattingsfoutje van mij komen we terecht in een rare Chinese biertuin, waar Robbie ook nog eens bijna verdwaalt op zoek naar een toilet. We atten ons biertje en smeren hem weer. We halen een vega lahmacun (Turkse pizza), wat een gigantisch ding blijkt te zijn. Met moeite werk ik het monster weg en we lopen verder. Her en der drinken we wat, schuilen we wat voor een regenbuitje en uiteindelijk komen we uit bij Katy's Garage, een supertoffe plek waar je kan genieten van live muziek en keuze hebt uit meerdere barretjes/foodtrucks om wat te eten en te drinken. Aangezien ik nog propvol zit van mijn lahmacun hoef ik niet meer te eten en hou het bij bier. Voor nu krijgt Dresden van mij wel een voldoende, hopelijk gaat dit nog omhoog in de komende dagen. 

0 Berichten

Skippy

13 juli 2020 - Český Krumlov 

Het is prachtig weer en we hebben zin om gewoon rond te lopen in Český Krumlov, maar eerst moeten we van verblijf wisselen. Van Pension Weber heb ik niets meer vernomen en de eigenaar van het hotel heeft zich niet meer laten zien. Aan de overkant van de straat, langs het water, is ons al een paar keer een schattig hostel opgevallen, Hostel Skippy. Ik besluit te proberen om hier een kamer te regelen en dat lukt.

 

Een minuut nadat we de deur bij Weber hebben achtergelaten kunnen we al aan de overkant terecht. Een vrolijke vrouw doet de deur open en laat ons het krappe, lange halletje in. Het is een oud huisje, waarvan ze gelijk al vertelt dat ze zo veel mogelijk oude elementen intact wil laten. Zo zit er geen slot op de deur, omdat ze dan de oude deurknoppen zou moeten vervangen, dan liever een hangslot. Wat een mooie instelling. Het is zo sfeervol. We mogen onze tassen dumpen en het is uitchecktijd, dus mevrouw Skippy is heel erg druk. We vertrekken dan ook snel om te gaan ontbijten en komen later wel terug. 

Na het luxe ontbijtje wandelen we richting het oude centrum. We komen langs de Sint Vituskerk, niet per se heel bijzonder, maar ik kan het niet laten om toch een blik naar binnen te werpen. 

 

Door het zonnetje wandelde we naar de boogbrug, die vertaalt de mantelbrug heet. Deze beschermde het kasteel van  Český en werd voor het eerst genoemd in de 15e eeuw. Via deze brug lopen we naar een soort binnenplein boven op de heuvel. Hier heb je echt een prachtig uitzicht over het stadje. 

 

Ik kijk kort wat rond op de binnenplaats, prachtige ornamenten en natuurlijk de sprookjesachtige roze toren. Al in de 13e eeuw is hier een 'kasteel' gebouwd, maar later is deze door Italiaanse bouwkundigen verbouwd tot het plaatje dat er nu staat. Het is er op het moment dat wij er zijn ontzettend druk en we besluiten niet naar binnen te gaan. Ik moet bekennen dat ik hier wel echt spijt van heb, maar aangezien ik me toch heb voorgenomen nog eens terug te komen kan ik het alvast op mijn to-do-list zetten. 

We lopen verder en komen bij de kasteeltuin. Hier zitten 2 beren, wat ik enorm zielig vind en dus ook niet te lang bij blijf dralen. Arme beestjes. Eenmaal beneden komen we bij 'workshop-alley'. Een superschattig straatje vol met winkeltjes waar je, misschien heeft de naam van het steegje het al verraden, workshops kunt doen. Er zit een leerbewerker, glasblazer, textielbewerker en een smid. Bij de smid gaan we even naar binnen, maar ook hier is het vol. We bekijken wat leuke spulletjes, maar ik beheers mezelf. Robbie past uiteraard wel even een helm. 

 

Nadat we uitvoerig in het steegje hebben rondgekeken besluiten we wat te gaan eten en drinken. op het rustige binnenplaatsje. We besluiten dat we toch een kijkje gaan nemen bij de Schwarzenberg-brouwerij die even verderop zit. De brouwerij zelf heeft niet de sfeer waarop ik had gehoopt, maar het is alsnog fijn om even neer te strijken en er zit een heel leuk winkeltje bij. 

Die avond eten we gescheiden. Ik en Gijs willen graag eten bij The Two Maries die Tsjechische gerechten uit de middeleeuwen serveert. Robbie gaat naar de Vietnamees vlakbij het hostel. Het eten bij The Three Maries is prima en ik vind het concept ook gewoon erg leuk. Nadat we onszelf veel te vol hebben gepropt lopen we langs de supermarkt, slaan wat bier en snacks in en gaan naar het verblijf om gebruik te maken van de veranda met prachtig uitzicht over de rivier. 

 

Met de leencrocs van mevrouw Skippy, schoenen zijn binnen niet toegestaan, fantaseer ik met Gijs over hoe het zou zijn om hier te wonen. Dat gevoel heb ik niet snel, meestal verlang ik toch wel weer naar mijn eigen huisje in het pittoreske Almere, maar Český Krumlov maakt iets los, zelfs met crocs aan. Robbie komt al snel bij ons zitten en we babbelen wat tot het tijd is om te gaan tukken. De volgende dag moeten we weer vroeg op. 

0 Berichten

Misère op de Moldau

12 juli 2020 - Český Krumlov, Tsjechië

 

Met militaire discipline maken we ons deze ochtend klaar voor een activiteit. Uiteraard is dat gelogen, het is één grote chaos, maar we verlaten redelijk op tijd ons verblijf om door het dorpje naar de raftverhuurder te lopen. We zijn zelfs aan de vroege kant, een unicum.

 

Terwijl wij wachten druppelen er ook andere mensen binnen, die hebben zich ietsje beter voorbereid. Wetsuits, waterschoenen, drybags, alles komt voorbij. Komen wij aan met onze plastic tasjes, slippertjes en 'gewone' kleding. Ach ja lekker "rebels" zullen we maar zeggen. Gelukkig krijgen we wel een drybag van de verhuurder.

 

Er wordt een korte uitleg gegeven over de route die we moeten nemen. Eén van de watervalletjes is gesloten, hier zijn ze aan het verbouwen om de boel wat veiliger te maken. Het zou er levensgevaarlijk zijn (maak hier even een notitie van). 

 

 

De route zou tussen de 6 en de 9 uur duren en met een busje worden we gedropt vlak bij het dorpje Rozemberk. De omgeving is prachtig. Snel ruil ik mijn harembroek om voor shorts en pleuren we de rubberboot in het water. Ik kruip voorin ons voertuig voor de komende uren, Gijs in het midden en Robbie snel achterin. Dr. Doolittle denkt dat we dan niet zien dat ie niet mee peddelt.

 

Het is heerlijk, het zonnetje schijnt al en we dobberen tussen de bosrijke heuvels. Echt raften kan je het niet noemen, het water is kalm met af en toe een klein versnellinkje. Onderweg kom je een aantal stuwen of zoiets tegen, waar je soms langs moet manoeuvreren, om door een smalle opening je weg te vervolgen. Echt hindernissen zijn het niet, al is de eerste die je tegenkomt wel even spannend (okay voor mij dan). Verder ben je eigenlijk voornamelijk aan het chillen en genieten van het uitzicht. 

 

 

We varen langs heuvels met kastelen, prachtige stukken rivier en komen soms midden op het water een verkoper tegen, die zijn zondag besteed op het water om de toeristen drankjes en snacks te verkopen. We hebben later gevraagd of die mensen er altijd zitten, maar dit is iets wat eigenlijk alleen in het weekend gebeurt en dan vooral op zondag. Ik zou echt aanraden om dan ook  op de zondag te gaan raften, het zorgt voor een leuk sfeertje. 

 

Soms kom je in een ondiep stuk terecht en blijf je hangen op de rotsen. Gelukkig hebben we vanmorgen hiervoor de juiste professionele techniek geleerd: Jump, jump, jump! 

 

Langs de oevers vindt je veel plekken waar je even kunt aanleggen en een hapje en drankje kunt doen. Ik hou hier van! Na een paar uurtje maken wij een eerste stop. Ze hebben er bier en schone toiletten, ideaal!

We dobberen rustig verder, maken her en der wat stops, drinken een cocktail bij een waterbarretje en hebben het heel gezellig. Maar dan.... moet ik zo nodig plassen... snel peddelen we naar de kade en als een opgeblazen pad spring ik de oever op en duik midden in de brandnetels en stap op een nest vol rode mieren. Hoe krijg ik het ook voor elkaar... 

 

Vol butsen en bulten klauter ik terug de boot in en hang mijn benen over de rand in het water om mijn benen te koelen tijdens het vervolg van ons avontuur. Ondertussen beginnen we trek te krijgen. Bij een van de stops onderweg wilden we wel wat halen, maar ik werd al misselijk van de geur van het frituurvet, ik denk dat dit nog stamt uit de pre-corona periode. Die sla ik wel over. Bijna bij het einde, bij de laatste stop eten we wat. Hierna komt de 'gevaarlijke' stuw, die onder constructie is. Overal hangen doodshoofden en waarschuwingen. Dit ook ook wel de hoogste afdaling, als je hier verkeerd vaart stort je een flink stuk naar beneden. Toch gaan er vooral kano-mensen door de doorgang aan de zijkant, waar dus ook aan gewerkt zou worden. 

 

We staan wat te kletsen met een man die in Nederland heeft gewerkt en kijken naar de "stoere" mensen die de waarschuwingen in de wind slaan. Plotseling komen we erachter dat het al vrij laat is en dat we ons moeten haasten om op tijd bij de raftboer terug te zijn. De jongens voelen zich geen mannen als ze niet ook van de stuw afgaan, die met al die doodskoppen en waarschuwingen er bij. Vol trots peddelen ze richting de afdaling...

 

En dit gaat serieus bijna fout. Als ze richting de doorgang peddelen komen ze in een stroming terecht. Deze sleurt ze richting de steile afgrond, achterstevoren. Ik zie de paniek op hun gezicht, sukkels. Ik laat me voorover vallen en krijs dat ze verdomme moeten peddelen. Ik kan net het touw van de boot grijpen en sleur ze de goede kant op. Als zij serieus achterstevoren van die afgrond afgedonderd waren denk ik niet dat het heel prettig afgelopen was. Maar gelukkig is de Held van Gent aanwezig en nu ook de Held van de Moldau. 

Okay over dat laatste is nog wat discussie, omdat ik ze zou hebben aangemoedigd. Uiteraard zou ik dat nooit doen... Even verderop stap ik de boot weer in en vol adrenaline peddelen we als echte vikingen weer verder. We proberen haast te maken, omdat het al best laat en fris begint te worden. 

 

Als we Krumlov binnen varen worden we door de toeschouwers begroet met veel ahoy's, wat een gezelligheid. Ondertussen zijn we al bijna een uur te laat. We zijn bijna bij de raftboer terug als Gijs een truukje doet. Hij lanceert zichzelf uit de boot. Serieus, ik keek net over mijn schouder en ik zie hem gewoon vliegen. Samen met zijn peddel. Robbie zijn oplossing is zijn eigen peddel in het water gooien om Gijs in zijn nekvel te grijpen en weer in de boot te hijsen. Nu hebben we nog maar 1 peddel. Ik doe mijn best om de boot te besturen, terwijl Robert de oever op stapt om één van de verloren peddels te grijpen. Ik geef mijn man de acrobaat de peddel en probeer de tweede uit het water te vissen. Ik kom niet meer bij! Hoe hilarisch moet dit zijn voor de tientallen toeristen die op de terrasjes langs het water deze actie hebben kunnen zien. Ik kan dit nog steeds niet schrijven zonder te gieren!

 

Gijs heeft het koud en we moeten nog een klein stukje peddelen. Gelukkig is het geen probleem dat we wat later zijn en we leveren de boot en de peddels weer in. Snel lopen we terug naar ons verblijf zodat hij droge kleding aan kan trekken. Bij vega restaurant Laibon, pal naast de plek waar Gijs zijn duik nam, gaan we die avond eten. We eten goed en de bediening is super vriendelijk. Tot nu toe heeft dit dorp echt alleen maar goede punten! 

 

We eindigen op dezelfde manier als de dag ervoor, op ons balkon met een biertje. We zijn nog niet klaar met Krumlov. Eigenlijk zouden morgen vertrekken, maar we willen nog niet. Ik probeer een nacht extra bij te boeken in dit verblijf, maar ik krijg geen reactie. Ik zie de eigenaar ook niet meer en bij hun deur staat dat je niet aan mag bellen. Nou dan niet! We lopen steeds langs een verblijf dat er heel leuk uit ziet. Daar hebben ze nog plekken vrij en ik zorg dat we daar morgen terecht kunnen. Ondertussen heb ik de plek in Dresden kunnen verplaatsen, maar krijg ik geen reactie van Berlijn. Dat zien we dan wel weer, maar gelukkig hoeven we nog niet weg uit één van mijn nieuwe lievelingsplekken. 

0 Berichten

Verliefd op Český Krumlov

Er is paniek in de tent. Toen ik gisteren opzocht hoe we naar Český Krumlov zouden gaan waren er 1000 opties. Nu ik deze ochtend kijk zijn al deze opties ineens verdwenen. Ik snap er niets van en paniekerig zoek ik uit hoe we nu weg kunnen komen uit Praag. We hebben nog maar één optie, de Flix bus vanaf een busstation een eind verderop. Het is hysterisch, we haasten ons naar het busstation, waar ik nergens een halte zie voor een Flix bus.  Wanneer Gijs de tickets checkt blijkt er ergens een tijdelijke halte te zijn, maar die staat nergens aangegeven. 

 

Met nog maar zo weinig tijd besluiten we random een kant op te lopen en stomtoevallig komen we bij de goede plek uit, goed gegokt. Ik ben zo opgelucht. Anders had ik een manier moeten zoeken om met de trein zo dicht mogelijk bij Český Krumlov te komen en vanaf daar iets van een bus of taxi pakken, ik weet wel dat het altijd goed komt, maar ik ben niet zo een fan van dit soort paniekreisjes. 

Zo een tien minuten later komt de bus aanrijden. We hoeven hier geen mondkapjes op en mogen zitten waar we willen. Ideaal hoor die Flixx bussen! Na zo een twee uur rijden door de velden en heuvels van Tsjechië komen we aan bij Český Krumlov. Deze kleine stad ligt in een kronkel van de rivier de Moldau (Vltava) en staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Als we aankomen is het wat grauw en miezert het. We zien nog niet veel van het mooie dorp zelf, we zijn uiteraard buiten de muren gedropt. We gaan op zoek naar ons verblijf, maar ik wanneer we de binnenstad in het oog krijgen ben ik al snel verkocht. Wat is dit een sfeervolle plek! Prachtige huisjes, roze torentjes en gezellige terrasjes. Binnen minder dan een minuut ben ik verliefd. 

 

We lopen langs de rivier en moeten even zoeken naar ons verblijf, Pension Weber. In eerste instantie doen ze niet open en ik krijg gelijk flashbacks naar ons eerste hostel in Praag. Gelukkig gaat bij een tweede keer bellen toch de deur open en kunnen we naar binnen. Door een vriendelijke man, die Gijs joviaal een hand geeft (ben ik niet meer gewend in deze coronatijd) worden we naar onze kamer gelaten. Best wel chill, 3 bedjes een nette badkamer en een balkonnetje. We gooien onze spullen neer en gaan op verkenning uit. We zijn natuurlijk best aan de late kant aangekomen door het uitslapen van die ochtend en we willen nog wel wat zien van het stadje. Oude huisjes, smalle hobbelige straatjes en overal komt de rivier weer om de hoek kijken. We gaan zitten langs het water en bestellen een Krumlov biertje. Het is hier fantastisch!

 

Voor de volgende dag regelen we een raft om ook de rivier te bedwingen, net als veel toeristen die ons voorbij komen. Ik heb nu al spijt dat we hier maar zo kort blijven en ik overweeg om te verlengen, ik ben er nog geen 3 uur.

 

Die avond gaan we eten bij een populair Italiaans restaurant Latran, waar we zelf buiten voor in de rij moeten staan. Het eten is prima, maar het is zo druk dat de bediening je continu om de oren vliegt en je niet eens de kans krijgt om wat te drinken te bestellen.

 

Na het eten zijn we dan ook vrij snel weer weg. We kopen een supermarkt leeg en drinken nog wat op het balkon, voordat ik begin te knikkebollen. Het was blijkbaar een hele intensieve dag, voornamelijk door mijn eigen gestress, morgen moeten we sowieso vroeg op, dus dat ik een keer wat eerder met een boek mijn nest in duik is niet zo erg. 

0 Berichten

Absint-obsessie

Ik ben vroeg wakker, maar de mannen niet. Het is erg, ik ben al vaak genoeg in Praag geweest en hoef niet per se op verkenning. Ik hang wat rond in het verblijf en als ze dan EINDELIJK weer tot leven zijn gekomen lopen we naar het centrum. Het is nog geen kwartier lopen van ons verblijf, dat is wel relaxt. We lopen over de pleinen, wandelen door de steegjes en eindigen op een bankje met een Langoše, mijn favoriete Tsjechische voer. Een platte deegbal met tomatensaus, kaas en heel veel knoflook, hmmm. 

 

Ondertussen is Robbie flink aan het flirten met de plaatselijke duiven (of zoals Gijs ze noemt vliegende ratten). Hij sjanst net zo lang met de grijze dame tot ze op zijn hand gaat zitten. Onze dr. Doolittle! We hangen nog wat rond en drinken een biertje bij de Astronomische klok. Dan besluiten we dat het toch echt tijd is om iets van ons verblijf in Praag te maken. Er is nog zat te zien en te doen. 

 

 

 

 

Onze volgende stop is dan ook iets wat eigenlijk al sinds mijn eerste bezoek aan Praag op mijn bucketlist staat: Een Absint Bar! We gaan naar Green Devil's Absinthe Bar, vlakbij het oude plein. In de kelder van een oud gebouw kom je terecht in een bizarre trip, poppen met spinnenpoten klauteren over het plafond, metalen gezichten staren je aan en echt overal is wel wat te zien. We nemen plaats (als enige bezoekers hebben we vrije keuze) op een bank in barokstijl. Al snel verschijnt er een Absinthboer die ons de menukaart geeft. Wat ontzettend veel keuze, er staan wel meer dan 100 van deze drankjes op de kaart.

 

Absint is een drankje dat voor mij altijd een beetje sprookjesachtig voelt. Door de kleur uiteraard, maar ook door de verhalen die je erover hoort. Dat Vincent van Gogh zijn inspiratie daar een periode vandaan haalde en ook Edgar Allan Poe lustte wel een slokje van wat ze ook de 'Groene Fee' noemen. Ook de manier waarop de absint wordt geschonken heeft gewoon iets magisch. Met een sierlijk absintlepeltje met een suikerklontje op het glas, waarna er water op gedruppeld wordt. Soms flamberen ze dit, zo ook in de Green Devil's Bar. 

 

Wanneer we onze bestelling hebben doorgegeven verschijnt de Absintschenker met een karretje. Daarop staan een hoop glaasjes, een grote waterkan met een feetje er op en onze absintjes. Ik heb gekozen voor de standaardversie 'The Green Fairy', ik wil natuurlijk wel de groene absint. De schenker vertelt over onze drankjes, maar ik ben zo vol bewondering naar het schenken aan het staren dat ik niet echt wat opsla van het verhaal... sorry... 

 

Uiteindelijk vind ik het drankje toch wat saai, maar misschien is dat het gevolg van mijn standaard keuze geweest. Echt goedkoop is het ook niet, maar de hele beleving is het meer dan waard. Ik ben blij dat we dit eindelijk gedaan hebben!

 

 

 

 

Na de absint-belevenis is halen we een klein hapje en belanden uiteindelijk bij Chapeau Rouge, een bar waar we ook bijna elk bezoek aan de stad weer terecht komen. Ik vind het een aparte, gezellige tent. We drinken te veel cocktails en slingeren terug naar het hostel. 

 

Morgen laten we Praag achter ons. Ondanks dat ik hier al zo vaak geweest ben, vind ik het toch altijd jammer. Maar morgen vertrekken we naar Český Krumlov, daar ben ik nog nooit geweest, maar ook die plek staat al heel lang op mijn to-do-list. 

 

 

0 Berichten

CoronaCation - Onderweg -

We gaan terug in de tijd, naar juni 2020. Corona is nog niet lang in ons leven, maar we hebben de eerste lockdown achter de rug. Eigenlijk zou deze vakantie Festication naam hebben, maar de twee festivals die we zouden bezoeken zijn uiteraard niet doorgegaan. Maar we mochten wel weer reizen, dus besloten we dat (wel wat huiverig) toch maar te doen. Onze oorspronkelijke reis zou naar Praag gaan, daarna Mighty Sounds Festival, dan zouden we wel zien waar we belandden en eindigen bij Back to Future Festival vlakbij Dresden. Nu ziet onze planning er iets anders uit:

 

Praag - Český Krumlov  - Dresden - Berlijn

 

Het voelt nog niet helemaal alsof we echt op vakantie gaan. Misschien omdat ik ergens verwacht dat er nog een nieuwe lockdown komt waardoor we niet kunnen vertrekken, of doordat het niet helemaal de vakantie gaat worden die we op het oog hadden. Toch zitten we bij Robert (die ons de komende weken gezelschap gaat houden) thuis om te proosten op de trip voordat we naar het station vertrekken om de trein te pakken. De fietsen laten we in de hal bij Robert staan, we hebben nog geen melding gehad dat alles weer op slot zit, dus lopen we bepakt en bezakt naar het treinstation. Om 19:55 uur stappen we in de trein, voor het eerst bedenkt met een mondkapje. Ik moet hier echt even aan wennen, maar na 20 minuten is het wel te doen. Op het station van Utrecht hebben we onze eerst overstap, maar te lopen te kloten. We willen veel te veel in de korte tijd die we hebben en tot overmaat van ramp begint er ook nog iets in één van de tassen te lekken. We missen onze aansluiting! Ik kan wel janken! Dit is echt kut, ik sta op het perron en zie de deuren sluiten als Robert en Gijs de trap af rennen. Als ze één minuut eerder waren hadden we het gered. Ik google als een gek om te kijken hoe en of we de trein naar Berlijn nog kunnen halen maar dat lijken we te kunnen vergeten. Mijn noodplan wordt een overnachting boeken rond het station van Oberhausen, maar ik stel dit nog even uit. Misschien gebeurt er nog een wonder. 

 

 

Na een minuut of vijf enorm chagrijnig zijn probeer ik het van me af te laten glijden, het is verdomme nog steeds vakantie. Bij de conducteur vragen we of er nog een kans is dat we de trein op Arnhem kunnen halen. Hij is sceptisch maar geeft aan bij elke wagon we uit moeten stappen om direct naast de trap uit te komen en dan moeten we haast gaan vliegen om het te halen. WE sprinten door de trein en precies als we Arnhem binnen rijden staan we voor de deuren.

 

Als de deuren openen trekken we toch een sprint. Ik zweer dat ik nog nooit zo snel een trap ben afgerend, uiteraard gaat dit nog bijna mis ook. Maar we hebben gevlogen en zijn net op tijd voor onze trein. Dit voelt echt als een overwinning! Geen nacht op het station of een extra overnachting tussendoor, we zitten gewoon in de trein! Halleluja! Onze volgende overstap is op Oberhausen, daar moeten we wel lang wachten. Natuurlijk kies ik precies nu uit om te moeten plassen, hoe krijg ik het toch altijd voor elkaar. 

 

 

We speuren het station af, maar alle toiletten zijn dicht. Superirritant, ik snap dat niet hoor, er rijden ook nog treinen, hoezo zijn de toiletten dan afgesloten??? Dan maar wachten op de volgende trein en dat hou ik maar net vol.

 

Na een bezoekje aan het stinkende treintoilet installeren we ons in de Duitse trein. We kunnen nu een paar uur chillen voor we in Berlijn weer over moeten stappen. Ik ben blij dat binnenkort er weer een nachttrein zal gaan vanaf Amsterdam naar Praag. Dit overstappen is bloedirritant. Om 12 uur proosten we op Robert's verjaardag en worden gesssht door een cranky dude omdat we happy birthday zingen "zer arr tsjildren zleeping!". 

 

Ik probeer wat te slapen, maar Robert en Gijs slapen dieper en ik ben bang dat we onze overstap gaan missen, dan wordt ik om de haverklap wakker en slaap ik niet echt diep. 

 

 

Met moeite krijg ik de mannen wakker als we bij Berlijn aankomen, wat moeten ze toch zonder mij! Waarschijnlijk werden ze dan pas ergens in Polen ofzo wakker. Het is 6 uur en er zijn al wat winkels open dus we kunnen een ontbijtje halen. Hier moet je ook je mondkapje dragen in de winkels, maar dat zit nog niet in mijn systeem. Iets van een uur later pakken we de trein naar Praag, we zijn er bijna! Nu lukt het ook mij om even te slapen en om half elf staan we op het centraal station van Praag, ik gok na maximaal 3 uur slapen. 

 

Met het hostel heb ik afgesproken dat ik zou laten weten wanneer ik zou zijn aangekomen en dit doe ik dan ook braaf, maar ik krijg geen reactie. We besluiten er alvast heen te lopen. Het is even zoeken, maar verborgen achter een sexshop zit een niet opvallende deur waar de naam van ons hostel te lezen is "All Seasons Hostel". Maar hoe vaak we ook aanbellen, er doet niemand open. Ik snap er niets van, ben ik dan toch een keer in het ootje genomen? 

 

 

Ik ben moe, wil koffie en heb honger. Tegenover het verblijf zit een restaurantje waar we ontbijten met pizza. We struinen wat rond, doelloos en moe. Dit is best een beetje klote. Ik wil al bijna een ander verblijf gaan boeken als mijn telefoon gaat. Er is een vergissing gemaakt omdat ik besloot de boeking aan te passen zodat we een extra dag in Praag zouden hebben, aangezien er toch geen festival zou zijn. Oeps! 

 

Maar al snel worden we door een jongen naar binnen gelaten. Via een wenteltrap moeten we naar de 185ste verdieping. Had ik al gezegd dat ik een hekel heb aan trappen? Zuchtend en kreunend volgen we de jongen. Hij verteld dat er geen lift in het gebouw mag komen van de gemeente, omdat het een oud gebouw is. Snap ik, maar zo mooi is het nu ook niet... 

 

De kamer is cheap, maar prima. Ik ben gesloopt en ga toch echt even een uurtje slapen voor we verder gaan met onze avonturen in coronatijd. Althans dat was het plan, uiteindelijk slapen we twee uur en komt er vrij weinig van avonturen terecht. We eten een burger bij een Irish Pub en staren voor ons uit tot we het acceptabel vinden om bier op ons balkon bij het hotel te drinken. Morgen weer fris en fruitig!

0 Berichten

Dutch Mountain Fail - Maastricht part II -

Dag twee in het gezellige Maastricht en onze allerlaatste dag van deze trip :( We zijn al vroeg wakker en besluiten een andere kant van de stad te gaan verkennen. We wandelen naar de Sint Pietersberg, dat maar een klein eindje lopen is vanaf ons verblijf. Daar drinken we even een bakkie pleur en genieten van het uitzicht over de stad. We hebben weer eens enorm veel geluk met het weer en het zonnetje schijnt volop. In de verte prijken de torens van de tweeling kerken op de Vrijthof. 

 

We wandelen verder door het natuurgebied op de Sint-Pietersberg, waar je echt even buiten de drukke stad bent. Je kunt hier zelfs Oehoe's spotten als je geluk hebt. Uiteraard hebben deze dieren geen zin in het volle zonnetje, dus die zien wij helaas niet. Wij lopen door naar de ENCI-groeve, een kalksteengroeve die is opengesteld voor publiek. Een aantal organisaties, waaronder Natuurmonumenten, de Gemeente Maastricht en Provincie Limburg,  werken samen als de Stichting Ontikkelingsmaatschappij ENCI-gebied aan de ontwikkeling van het gebied en in de toekomst willen ze hier ook ruimte voor recreatie maken. Van wat ik heb begrepen zou je er ooit zelfs kunnen zwemmen. Dan kom ik zeker nog een keer terug!

 

 

Ik noemde het al, de ENCI-groeve, maar waar staat ENCI nou voor? Nou dat staat heel simpel voor Eerste Nederlandse Cement Industrie. Bijna 100 jaar hebben zij in de groeve bij Maastricht grondstoffen gewonnen voor het maken van cement. Een lange tijd waren zij de grootste werkgever van de regio. Vanaf half 2018 zijn zij gestopt met het winnen van mergel in deze groeve, maar al vanaf 1970 werden de werkzaamheden afgebouwd vanwege de belasting voor natuur en milieu. 

 

Tegenwoordig is de groeve open en je kunt hier een mooi stukje wandelen. Wij hebben gekozen om via het uitzichtplateau af te dalen, maar misschien is het handiger als je begint bij het informatiecentrum Châlet D'n Observant. Het uitzicht vanaf het plateau is gaaf, het water dat in de groeve staat is een aparte kleur turquoise en gecombineerd met de industriële gebouwen geeft dit een bijzonder effect. Ik vind het in ieder geval prachtig. 

 

Wanneer je de trappen afdaalt de groeve in kom je allerlei bordjes met informatie tegen. Elke keer wanneer je in een nieuwe bodemlaag terecht komt vertelt een bordje wat zich hier heeft afgespeeld. Wat voor levensvormen zijn hier gevonden? Wat speelde zich in deze periode af? Het vertelt onder andere dat hier 700 miljoen jaar geleden een subtropische oceaan was, met haaien, vissen en zelfs mosasauriërs, flinke zeedino's van zo een 18 meter lang. De nerd in mij is hier behoorlijk enthousiast over. Ik moet dan ook elk bordje bestuderen en we doen er een tijdje over om beneden te komen. 

 

Eenmaal beneden bekijken we de enorme uitgehakte openingen in de wand van kalksteen en slenteren over het grindpad naar het café bij het informatiecentrum. Het is hier heet! We hebben wel een biertje verdient. Vanaf het terras hebben we uitzicht op de industriële fabriek maar ook over het natuurgebied, wat natuurlijk een enorm contrast is.  

Nadat we een beetje zijn afgekoeld lopen we langs de Maas terug naar de stad. Dit is toch een iets langere wandeling dan we hadden verwacht, maar uiteindelijk staan we bij de Helpoort, wees gerust, dit is 'gewoon' een oude stadspoort van Maastricht, zo gek hebben we het niet gemaakt. De poort is de oudste bestaande stadspoort van Nederland en onderdeel geweest van de eerste stadsmuur van Maastricht. Het bouwwerk is waarschijnlijk rond 1230 gebouwd, echt een bizar idee dat het hier al bijna 800 jaar staat (bron: wikipedia!). 

 

Na een fotoshoot met de poort strijken we neer in een schattig straatje en verorberen een schaal nacho's. We struinen nog wat rond, lopen over de oude muur samen met een hele stoet andere toeristen en bekijken het Heksenstraatje. Ondanks dat mijn fantasie bij deze naam op hol slaat heeft het niets te maken met heksen, maar gaat het verhaal dat er een vent met de achternaam Hex hier een molen bezat. Een beetje jammer, maar nog steeds een toffe naam!

 

Die avond wil ik graag een patatje zoervleijs eten, maar aangezien ik geen lijken eet zoek ik een restaurant dat dit zonder dode dieren serveert. Dat kost gelukkig maar weinig moeite en wanneer we aankomen bij café Local aan de Markt hebben we weer eens geluk, we hebben een tafeltje op het terras weten te bemachtigen waar er best wat mensen te laat voor zijn. Het zuurvlees(vervanger) is fantastisch! Echt ga hierheen en neem dit gerecht! 

 

Omdat het onze laatste avond is gaan we van terrasje naar terrasje en vieren dat we ondanks corona toch vakantie hebben kunnen vieren, ook al is dit in eigen land. Ik heb het super leuk gehad (op de wandeling op de eerste dag na die tegenwoordig beter bekend staat als de hel van '21). Ik heb het altijd al gezegd, je hoeft niet per se ver weg te gaan om mooie dingen te zien, Nederland is ook leuk! 

 

0 Berichten

Dutch Mountain Fail - Maastricht -

Na een dagje Valkenburg gaan we door naar Maastricht, onze eindbestemming voor deze tour door Zuid-Limburg. Door verhalen van een vriendin die Maastricht maar vond tegenvallen zag ik een beetje op tegen de twee dagen die we hier zouden gaan besteden. Wat als het nou echt zo een saaie stad is als zij vertelde... Ik kan gelijk al verklappen dat ik Maastricht echt een hele leuke stad vind, gezelligheid, vriendelijke mensen, mooie gebouwen, het bruist gewoon. 

 

Wederom is het maar een mini stukje om van Valkenburg naar Maastricht te komen en rond het middaguur staan we op het station. Ons verblijf ligt bij de Sint Servaasbrug, met uitzicht op de Maas.

 

Al van veraf zien we het oranje bordje van het EasyHotel Maastricht City Centre. We zijn weer wat te vroeg om te kunnen inchecken, dus proppen we onze bagage in één van de kluisjes en gaan op verkenning. 

Wat me opvalt in de straatjes van deze hoofdstad van de provincie Limburg zijn de gevelstenen die de oude gebouwen verrijken. Ik moet een beetje gniffelen om een nogal afzichtelijk beest die prijkt in de Boschstraat op een plakkaat gouden verf. Het is een soort, hoe zet ik dit netjes neer, special needs leeuw met een paardenstaart. Onder het dier staat de tekst IN DEN LUY PAERD, blijkbaar moet het een luipaard voostellen. Na wat research blijkt het mogelijk één van de oudste gevelsteentjes van de stad te zijn. 

 

De stichting Vrienden van Maastrichtse Gevelstenen (VMG) houdt zich bezig met deze muurdecoraties en heeft een website: Kijkeensnaarboven.nl waarop 250 stenen beschreven staan en waar je routes kunt vinden. Het is mooi om te zien dat mensen zich bezig houden met het opknappen en restaureren met dit stukje geschiedenis van de stad. Op de site heb ik ontdekt dat er ook een steen te vinden is met een eenhoorn, dus ik moet nog eens terug om deze te kunnen aanbidden. 

 

Op de Vrijthof, het grootste plein van Maastricht, strijken we neer voor een lunch. Dit is de eerste keer in deze vakantie dat ik me erg bewust ben van de coronamaatregelen. Er staat hekken en wandelrichtingen aangegeven, ook voelt het plein erg leeg. Ik heb het vermoeden dat het hier normaal veel levendiger zal zijn. Laten we hopen dat we hier weer van kunnen genieten wanneer ik terug kom voor mijn photoshoot met de Eenhoorn-gevelsteen. 

 

Rond het plein zijn maar liefst 38 rijksmonumenten te zien, maar je aandacht wordt waarschijnlijk gelijk getrokken door de kerkentweeling Sint-Servaas en Sint-Jan , althans dat was bij mij wel het geval. De Sint Janskerk springt gelijk in het oog met de rood geschilderde toren, maar wanneer ik beter kijk is de Sint-Servaasbasiliek ook prachtig om te zien. Bij de Sint Janskerk gluren we even naar binnen. Ik heb niet per se 'iets' met kerken of eigenlijk überhaupt niets met geloof, maar ze zijn vaak van binnen gewoon heel mooi, dus als de deur open staat wil ik nog wel eens een kijkje nemen. Uiteraard is het interieur van de kerk weer imposant, maar het kerkje in het Tsjechische Kutna Horá blijft toch bovenaan mijn lijstje staan. 

 

 

We lopen wat rond, drinken een biertje en besluiten daarna dat het tijd is om in te checken. De kamer is prima, basic en met zo een fijne awkward 'badkamertje' met toilet en douche met glazen wanden. Ik ben bijna 10 jaar samen met Gijs, maar toch vind ik het wel fijn om iets meer privacy te voelen als er gepoept moet worden. 

 

Onder de schaduw van de Onze-Lieve-Vrouwenkerk gaan we zitten bij Café Charlemagne om wat te eten en te drinken. Ze hebben een aantal lekkere biertjes en gelukkig ook aardig wat vegetarische opties zodat we wat kunnen snacken. Ik ben blij dat ik niet heb besloten om Maastricht uit onze plannen te schrappen, want ik vermaak me hier prima. 

 

Die avond eten we bij de Burgerfabriek op de Markt en werken een vegaburger weg, lekker hoor! Die avond sluiten we af met biertjes, want het is ten slotte onze op 1 na laatste avond, dat moet gevierd worden! 

0 Berichten

Dutch Mountain Fail - Valkenburg -

Het is tijd voor onze volgende bestemming: Valkenburg. Deze stond officieel niet op de planning. We zouden eigenlijk de Belgische grens over gaan en overnachten in een gehucht met de naam Sint-Martens-Voeren. Ik heb geprobeerd deze reservering aan te passen, omdat ik (voor het eerst) een fout in de planning heb gemaakt en we ergens een nacht te kort kwamen. Ik heb nooit meer een reactie gehad. Nadat we besloten niet verder te gaan met de Dutch Mountain Trail was het eigenlijk ook niet nodig om nog naar dit dorp af te dalen. In plaats daarvan besloten we om nog een keertje terug te gaan naar Valkenburg

 

Bepakt en bezakt verlaten we het hotel en lopen terug naar het busstation. Het is maar een kort stukje naar Valkenburg. We hebben deze keer een verblijf in het midden van de horecastraatjes, hotel Valkenhof. Het ziet er super gezellig uit, maar we kunnen helaas nog niet inchecken, we zijn wat vroeg. Eerst dumpen we de tassen achterin het restaurant en gaan op het terras zitten om een cappuccino te drinken.

 

Niet veel later is onze kamer klaar en kunnen we onze tassen dumpen. Het kamertje is klein maar fijn en oogt nieuw. Het is leuk ingericht en het bed ligt heerlijk!

 We blijven niet te lang hangen, maar gaan een rondje door het stadje lopen. Het weer zit niet echt mee, het is wat aan de gure kant. Maar niets vergeleken het drama dat Valkenburg nog staat te wachten. Het is een gek idee dat niet lang na ons verblijf de Geul hier overstroomd en zorgt voor een watersnoodramp. Vreselijk... 

 

We struinen door een park, gaan even kijken bij mijn favoriete huisje van Nederland, het Hans-en-Grietje huisje dat vlak bij het station ligt, lopen door het straatje met lindebomen, schieten wat foto's bij het waterrad en drinken her en der een biertje.

 

Tussendoor ben ik op zoek naar de muurschilderingen die overal te spotten zijn. Er zijn nog een aantal echt oude te vinden, maar de meeste zijn reconstructies van de oude schilderingen die opnieuw op andere gevels zijn aangebracht. Dit wordt gedaan door de stichting "Teekens aan de wand". 

Ondertussen begint het echt te regenen en schuilen we bij Proeflokaal Leeuw aan de Brug. Op het terras aan de zijkant van het gebouw kunnen we overdekt zitten. Aangezien het een proeflokaal is hebben we keuze uit een hoop verschillende biertjes. Het café dankt zijn naam aan het Leeuwbier van de Belgische brouwerij Haacht. Vroeger was het een echt Valkenburgs biertje, dat ook daar gebrouwen  werd, maar tegenwoordig wordt het dus in België gebrouwen. 

 

We kiezen voor het biertje Super 8 Flandrien, ook van brouwerij Haacht. Ik ben fan, het heeft een lekkere volle smaak, maar niets overheerst. Ook proberen we de Tongerlo Blond, uiteraard weer van brouwerij Haacht. Deze is ook lekker, maar ik ga hierna toch nog een keertje voor de Super 8 Flandrien, die bevalt me wel. 

Het weer blijft slecht, maar we besluiten op een ander terrasje te gaan zitten en wat te snacken, veel vega was er helaas niet bij Leeuw aan de Brug. In de Grootestraat gaan we was terrasjes af, kijken naar de mensen die in de stromende regen blijven schuifelen. Wij zitten prima onder de terrasverwarming.

 

We zien een plaquette aan de gevel van het museum Valkenburg  ter nagedachtenis aan de bokkenrijders, een bende of meerdere bendes die die op rooftocht door de provincie gingen periode tussen 1740-1798. Hiervoor werden een hoop mensen veroordeeld, wat waarschijnlijk totaal onterecht was, als de mensen maar een zondebok hadden. De geschiedenis van de bokkenrijders is fascinerend en  behoren tot het immaterieel cultureel erfgoed van Limburg (bron: Visit Zuid-Limburg). 

 

Die avond eten we bij restaurant La Casa, waar ze vegetarische tapas hebben. We hebben geluk en kunnen aan het laatste beschikbare tafeltje plaatsnemen. Een hoop mensen hebben minder geluk, dus ik zou zeker aanraden om ergens te reserveren als je al een restaurantje op het oog hebt. De tapas zijn echt ontzettend lekker en volgens mij heb ik het echt binnen vijf minuten weg gewerkt, ik heb echt schandalig zitten schransen. Heerlijk en ik zou dit restaurant dan ook zeker aanraden aan iedereen die naar Valkenburg afreist. 

 

Nadat ik me zo onfatsoenlijk heb volgepropt drinken we nog ergens wat en strompelen terug naar ons verblijf. Ondanks het lekkere bed slaap ik slecht, ik word regelmatig wakker, badend in het zweet. Ik geef de heftige aïoli-dampen de schuld die we uitademen. 

0 Berichten

Dutch Mountain Fail - Gulpen -

Ondanks het gedonder boven ons hoofd hebben we redelijk geslapen en zitten we 's ochtends vroeg aan het ontbijt bij Brasserie De Kroon. Door een foutje in het boeken had ik een nacht overgeslagen, waardoor we een extra nacht in Gulpen hebben waar ik nog geen hotel voor had geboekt. Gelukkig kwamen we daar op tijd achter en heb ik een nacht in een ander hotel kunnen boeken, De Kroon zat helaas al helemaal vol. We checken uit, laten dit verblijf achter ons en lopen 500 meter naar hotel Gulpen. Hier dumpen we onze tassen zodat we vrij kunnen rond dartelen. 

 

We besluiten de Gulperberg van 157 meter op te struinen. Daar zou een Mariabeeld staan. Online lees ik dat je deze unit in de wijde omgeving zou moeten zien, maar ik heb haar nog niet voorbij zien komen. Eenmaal boven blijkt het niet zo een gigantische vrouw als ik had verwacht en nu snap ik dat ik haar over het hoofd heb gezien. Sorry Maria! Het is al flink warm en we willen graag bij het restaurant Gulperberg hier op de heuvel wat drinken, maar dat ding gaat pas om 12 uur open, dus uitgedroogd gaan we verder. 

 

Als we even op een bankje zitten in de schaduw en genieten van het uitzicht komt de ene na de andere wielrenner voorbij. Ik weet niet waarom die mensen altijd zo moeten krijsen, maar het is wel een beetje hinderlijk. Opeens gooit één van de mannetjes zijn fiets in de berm en trekt een sprintje. Een paar seconden later hoor ik hem braken, altijd fijn. De bikkel stapt een paar minuten later weer op zijn fietsje en racete weg, ik weet niet of hij nu zo graag weer verder wilde of dat hij zich een beetje schaamde. 

 

We bakkeleien even over wat we met deze extra dag gaan doen en bekijken verschillende wandelroutes. We besluiten om via het plaatsje Partij naar Mechelen te lopen langs het riviertje de Geul. Het beginstuk bij Partij is wat vervelend, omdat ze daar bezig zijn met de wegen, waardoor het een blubberfestijn is, maar al snel loop je in de natuur. Het bruine water is niet echt aantrekkelijk, we hoopten dat we ergens pootje konden baden, maar dat zit er niet in. Het is hier wel heerlijk rustig, we komen amper andere mensen tegen. 

Niet lang daarna komen we een probleem tegen. Gigantische problemen, namelijk... ja serieus... koeien. Die dieren zien er zo lief en vriendelijk uit, tot je op een paar meter afstand bent. Dan blijken ze ineens reusachtig en niet die kleine schattige koetjes die je altijd vanuit de trein in het weiland ziet staan. Okay misschien ben ik wel echt een stadsmens. Met gevaar voor eigen leven passeren we de monsters, die ons aanstaren met hun woeste blik. Snel lopen we verder. 

 

Niet veel later komen we de volgende uitdaging tegen. Een van de toegangspoortjes is onbereikbaar door een grote plas blubber. Het heeft de laatste dagen veel geregend en er zijn zelfs hele straten vol water komen te staan. Mijn WhatsApp stroomde vol berichten met de vraag of wij ook al weg gespoeld waren, maar ondertussen scheen bij ons gewoon de zon. We klimmen na wat wikken en wegen over een hekje met prikkeldraad, waar ik natuurlijk achter blijf hangen in een charmante positie, maar de schade valt mee.  

 

We komen aan bij Mechelen en gaan zitten op het terrasje van Brasserie Charlemagne. Het is tijd voor een biertje! Mechelen ziet er uit als een schattig dorpje, vooral de hoeve is mooi (Hotel Hoeve de Plei). We vervolgen onze route langs meer weilanden (jeej...) en terug naar de Gulperberg. 

Vanaf de Gulperberg besluiten we toch om ook even naar Wittem te lopen. Daar staat een 'Chateau' en een klooster dat er vanaf een afstandje wel heel interessant uitziet. We lopen uiteraard via een weiland naar de autoweg en in de zinderende hitte langs deze weg naar het dorp. Ik hop even Klooster Wittem in om een fotootje te maken en Gijs blijft demonstratief buiten staan. Het wordt een heus pelgrimsoord genoemd, maar heel bijzonder vind ik het niet, dat zal vast aan mij liggen. 

 

Het lijkt mij wel tof om bij Chateau Wittem wat te gaan drinken en misschien wat te eten, maar als we daar aankomen lijkt het hermetisch afgesloten. Er staat wel dat je de intercom kunt gebruiken om je aan te melden, maar ik heb intercom-vrees, dus draaien we weer om. Bij café Oud Wittem mogen we wel zonder gedoe plaatsnemen en daar maken we gebruik van door een uitgebreide lunch te bestellen. Ik heb daarna geen zin om nog terug langs de saaie autoweg te lopen en we pakken de bus terug. In vijf minuten staan we weer op het busstation van Gulpen. We checken even in bij het hotel, zodat zij van onze bagage zijn verlost. 

Op de kamer onderzoek ik de mogelijkheden van vegetarisch of zelfs vegan eten in de buurt, maar na een menukaart of 10 te hebben bekeken kom ik alleen maar uit bij de snackbar. Daar heb ik niet zo een zin in, met tegenzin (dat is een leugen) gaan we weer naar het Gulpener Proeflokaal. Wat een straf! Tussen de slingerende hopplanten nemen we plaats aan één van de tafels in de tuin. We bestellen het Brouwersdiner, een driegangen menu die je ook vegetarisch kunt krijgen. Heel fijn! Daar krijg je natuurlijk ook bijpassende biertjes bij. 

 

Vooraf een salade, vervolgens de vegaburger en het toetje is echt goddelijk, mout-brownie met koffie-ijs. Echt fantastisch! De lucht betrekt en we besluiten nog een biertje in het hotel te drinken (en nog 1 en nog 1 en nog 1) voordat we in de bui terecht komen. Het was een goeie dag!

0 Berichten

Dutch Mountain Fail - Vaals en Gulpen -

Okay na het drama van gisteren ben ik verbaast dat ik toch redelijk fit ben. Mijn kuiten doen wat zeer en zijn stijf, maar ik kom zonder problemen mijn bed uit. Blijk ik toch weer een beetje en drama queen te zijn (no shit). Voor vanavond hebben we een ander hotel geboekt in Gulpen, dus helaas moeten we uitchecken, maar we kunnen onze bagage hier wel achterlaten zodat we rugzakvrij het dorp en de omgeving kunnen verkennen. 

 

Bij de Albert Heijn even verderop slaan we een ontbijtje in en besluit toch om de derde 'summit', de Vaalserberg van 322 meter hoog , te gaan beklimmen en naar het drielandenpunt te gaan. Door een slingerend straatje dat al redelijk steil loopt stappen we omhoog en als we bij de bosrand zijn uitgekomen stoppen we om ons ontbijtje naar binnen te werken. Hmmm chocoladebroodjes. Het stuk wat volgt is mooi, bebost en mossig.  Boven maken we een stop bij restaurant WilhelminaToren. Volgens Buitenradar zal er zo een fikse bui overtrekken, maar hier kunnen we droog op het terras zitten en genieten van het uitzicht en een cappuccino. Ik heb zo geen spijt van ons besluit om de hike te stoppen! 

 

De regenbui is inderdaad best heftig. Het uitzicht verdwijnt en maakt plaats voor een grijze waas. Ik zou zeker niet geamuseerd zijn als ik deze plensbui op mijn kop had gehad tijdens het lopen. Nadat de wolken zijn vertrokken besluiten ook wij verder te gaan. We halen twee muntjes voor de Wilhelminatoren en een kruikje Drielanden-bitter. We bestijgen de toren nu het nog rustig is en op 34 meter hoogte lopen we over de glazen platen van de skywalk. Ik blijf er de kriebels van krijgen. We zien in de verte de Wilhelminaberg met de witte stalen constructie van Snowworld. Ook zien we mijn geliefde weilanden uitgestrekt voor ons liggen. Voordat ik last krijg van mijn nieuwe trauma's gaan we maar weer snel terug naar beneden. 

Via een drassig bospad lopen we richting het drielandenpunt, dat een paar honderd meter hiervandaan ligt. Maar eerst gaan we nog een biertje drinken bij café De Bokkenrijder. Nu we geen schema meer hebben wil ik daar optimaal gebruik van maken. 

 

Bij het drielandepunt is het druk, vooral veel rennende en krijsende kinderen. Ik ben hier nog nooit geweest en omdat iedereen in mijn omgeving hier vroeger als kind altijd heen is geweest vond ik dat het op mijn bucketlist moest komen. Heel fijn dat er weer eens iets kon worden afgestreept! Ik vind het leuk om ook dit soort kleine dingetjes op de lijst der lijsten te zetten en niet alleen de bungeejumpen bij de Niagara watervallen-achtige acties. Nadat we de steen bekeken hebben en natuurlijk even gehopt zijn naar Duitsland en België kan ik met een gerust hart verder.

 

Hier staat nog een toren, maar ik heb inmiddels wel genoeg van het uitzicht gezien en besluiten we deze kans te laten schieten. We lopen terug naar beneden en gaan naar het hotel om onze bagage te halen. De rugzak is nog best pijnlijk op mijn schouders, maar gelukkig is de bushalte niet veel verder. Daar stappen we op de bus naar een dorp verderop; Gulpen! 

Van Vaals naar Gulpen is maar een korte rit en voor we het weten staan we alweer op het busstation. Ik ben even gedesoriënteerd en heb mijn telefoon nodig om me de weg te wijzen, maar dan ineens staan we al voor Brasserie De Kroon, waar we een kamer hebben geboekt. Het is spitsuur bij het verblijf en de dame achter de bar geeft ons haastig de sleutel en laat ons de ingang zien. Helemaal bovenin het gebouw, zonder lift, mogen wij onze tassen neergooien. De trappetjes voelen krakkemikkig en zijn steil. Mijn arme kuiten gaan er niet helemaal mee akkoord, maar de kamer is prima. Alleen de wc... dat ding maakt een ongelooflijke herrie, ik schrik me elke keer de pleuris. Maar echt zo hard dat ik bijna tegen het plafond zit. 

 

Waar ik hier het meest naar heb uitgekeken is de Gulpener Bierbrouwerij. Daar tegenover zit namelijk een proeflokaal, ik hou zo van de sfeer bij dit soort locaties. Het Gulpener Proeflokaal is ook weer erg gezellig. In de tuin vinden we een plekje en ik denk dat ik hier blijf wonen. We bestellen een pils zodat we met een drankje rustig de uitgebreide kaart kunnen doornemen. We gaan voor het proeverijtje, met drie proefglaasjes en bijpassende kaasjes uit de omgeving. Het proeflokaal heeft een 25 miles-concept, wat ik wel heel vet vind. Dit houdt in dat er alleen lokale producten van binnen een straal van 40 kilometer (25 miles) gebruikt worden. 

 

Het proeverijtje bestaat uit (als ik het allemaal goed heb onthouden) een UR-weizen met geitenkaas uit Eysden. Hier gebeurt iets wonderlijks. Ik HAAT geitenkaas, intens, ik ga er van over mijn nek, het is walgelijk. Toch besluit ik om dit kaasje te proberen, het ziet er anders uit dan de kaasjes die ik gewend ben. Ik lust dit! En dat niet alleen, ik verorber bijna het hele kaasje! 

 

Vervolgens gaan we verder naar een Sterk Rogge Tripel met een rood schimmelige kaas. Nu ik dit noteer twijfel ik aan het biertje, aangezien deze een andere kleur lijkt te hebben dan op de site van Gulpener. Het meisje dat ons bediende had er niet erg veel zin in, ik heb nog nooit zo een trage serveerster meegemaakt. Maar gelukkig komen andere regelmatig vragen of alles nog naar wens is en geven ons iets meer uitleg over wat er op ons bordje ligt en maken het daarmee dubbel goed. Dit kaasje is ook heerlijk en ik ben helemaal in mijn nopjes. Het laatste is een IJsbock met IJsbockkaas. Het kaasje is top, maar het biertje vind ik iets minder lekker. 

 

Nat het proeverijtje ga ik over op de Korenwolf, wat ik al ken en een heel lekker biertje vind. We verorberen ook nog een schaaltje met paddestoelen van Zwamburg in bierbeslag. Ik zit hier zo vol van dat ik geen eten meer kan zien, maar Gijs gaat er helemaal voor en bestelt de vegaburger. Deze is reuzemachtig maar wel lekker. We blijven uiteindelijk veel te lang hangen en doen nog 1 laatste biertje bij ons hotel, voor we ons bedje inkruipen. Die nacht gaat het heftig onweren en we schrikken constant wakker van het geflitst en gedonder, dus echt een goede nachtrust krijgen we helaas niet. 

0 Berichten

Dutch Mountain Trail - Etappe 1 -

Veel te vroeg en veel te brak staan we op en maken ons klaar voor de eerste 28 kilometer van de Dutch Mountain Trail. Met de trein vertrekken we naar station Eygelshoven, waar de hike begint. Al snel komt het eerste blauw-witte plaatje in zicht waar je de route aan kunt herkennen. Het begin lijkt een beetje alsof je door een berm loopt (helaas zal ik dit gevoel vaker hebben), maar al snel komen we in een meer bosachtige omgeving zodra we in de buurt van Landgraaf komen. Onderweg komen we allerlei grappige dingetjes tegen, een beschilderd steentje met smile erop en bomen waar 'deurtjes' op zijn gemaakt. 

 

De eerste 'bergtop' die we overwinnen is de Wilhelmina-berg, gemaakt van een hoop restafval van de mijnen in dit gebied. Gelukkig zag Snowworld hier mogelijkheden en bouwden een indoor piste op de heuvel. Heb je toch nog wat aan je restafval. De berg is 225 meter boven NAP en hijgend, puffend en steunend kom ik boven. Okay mijn kuiten klapperen, maar op zich viel het me nog best mee. Echt mooi is het niet, dus snel lopen we verder. 

 

De route loopt verder richting Kerkrade door een mooi bos, met beekjes en langs kasteel Erenstein. Tot nu toe kan ik me prima vermaken, maar na Kerkrade gaat het mis. Uren lopen we door weilanden en velden met hoog gras. Echt kilometers. We gaan langs de Duitse grens en hier stoppen ook de route bordjes en moeten we vaak terugvallen op onze gps-app. Gijs heeft hiervoor GPX Viewer geïnstalleerd en die is best handig, vooral als je het boekje dat je speciaal hiervoor hebt aangeschaft straal bent vergeten. Onderweg zijn we een wandel-pro tegen gekomen die een aparte GPS bij zich had, maar de app van Gijs werkte beter. 

 

 

Ik vind er geen zak meer aan en dat vind ik heel kut. Ergens langs de randen van een veld, ongeveer op twee derde van de route geef ik aan dat ik dit niet helemaal voor me zag toen ik dit fantastische idee aan Gijs pitchte een half jaar terug. Als ik de filmpjes en foto's van andere wandelaars bekeek was het prachtig groen en bebost, maar dat is dus alleen het beginstuk. Gijs geeft gelukkig aan dat hij het ook echt heel saai vindt en we besluiten om morgen lekker ons eigen plan te trekken. 

 

Natuurlijk moet ik nog wel verder vandaag en het laatste stuk is hels. Nadat ik heb uitgesproken dat ik een quiter ben gaat alles zeer doen, mijn voeten vallen er bijna af en de tas wil ik het liefst in de fik steken. Na nog een paar uur proberen niet te klagen, maar overlopen van de klachten komen we bij de laatste summit van de dag: de Shneeberg. Deze heeft een hoogte van 257 meter maar is minder steil dan de Wilhelminaberg, dus veel makkelijker te doen. Ik had niet eens door dat we zo hoog geklommen waren. Hier zitten best wat mooie bosrijke stukjes, maar ook stukken waar het berm-gevoel weer terug keert. 

 

 

Vaals is in ieder geval in zicht, wat een opluchting. Ons verblijf ligt zo een beetje op de route. Ondertussen doet alles zo een pijn dat ik echt niet weet of ik morgen mijn bed nog uitkom. Echt die mensen die beweren dat het een geweldige route is die kunnen mijn rug op! Maar liever niet nu, ik ben al stuk...

 

Bij Hotel Vallis bellen we aan en worden ontvangen door een enorm vriendelijke man, waar we gelijk blij van worden. De kamer is perfect, volgens Gijs staat het zijn top 3! De schoenen gaan uit en we tellen onze blaren. De toppen van mijn kleine teentjes zijn verandert in 1 grote glazige blaar, gatver. Verder valt de schade op zich wel mee, maar ik ben kapot. Als ik mijn nek draai schiet de kramp er in. Lang leve wandelen met rugtas. Maar wat ik voortaan liefkozend de hel van 2021 zal noemen is voorbij. Ik neem een douche en fris we wat op.

 

Uitgeteld gaan we beneden in het restaurant Troje, dat van dezelfde eigenaar is, zitten en schuiven we champignons uit de oven, vegetarische pitta en een pizza naar binnen, terwijl we doods voor ons uitkijken. Ik kijk uit naar mijn bed en niet veel later zal ik heerlijk in dromenland zijn. Hopelijk hebben ze daar niet te veel weilanden, blijkbaar ga ik daar niet zo goed op. 

Dutch Mountain Trail - Heerlen

Vanwege de corona-pandemie (daar heb je vast wel eens van gehoord) durfden we het in het begin van dit jaar niet aan om een trip buiten onze grenzen te boeken. Na wat surfen en zoeken naar interessante plaatsen in Nederland kwam ik de Dutch Mountain Trail tegen, dat klinkt toch al vet?!? Het is een hike van 100 kilometer door Zuid-Limburg, bedacht door het Dutch Mountain Film Festival. De route loopt vanaf Eygelshoven (naast Heerlen) via Vaals, Gulpen, Epen, Mheer en Eijsden naar het eindpunt Maastricht. Er zitten zeven kuitenkillers in, ook wel de seven summits genoemd. We delen deze route op in 4 dagen lopen, iets meer of minder dan 25 kilometer per dag. 

 

Zaterdag 26 juni vertrekken we uit Almere met twee kleine rugtassen waar we zo min mogelijk spullen in hebben gestopt. We hoeven alleen een bus te pakken naar Amstelstation en vanuit daar gaat er een trein rechtstreeks naar Heerlen. Ik ben verbaasd dat het niet meer moeite kost om zo ver naar het zuiden van ons land af te dalen. Een paar jaar terug waren we voor een weekendje Valkenburg in mijn beleving veel langer onderweg en kostte het behoorlijk meer moeite. 

 

Bij station Amstel moeten we ons even haasten om binnen een paar minuten van het busstation naar het perron te komen, maar gelukkig redden we het. Na iets meer dan twee uur komen we aan in Heerlen, volgens eigen zeggen de street-art hoofdstad van ons land. Ik heb een heel ander beeld van deze stad, in mijn beleving staat het vol met saaie gebouwen en is het er vol Wilders-stemmers. Ik heb me dan ook niet per se verheugd op een bezoekje aan deze stad. Dan kan het ook alleen maar meevallen en dat viel het zeker. Ik heb me zelfs kostelijk vermaakt. Inderdaad is er in zo een beetje elke straat wel een kunstwerk te vinden. 

Vanaf de eerste stap die ik buiten het gloednieuwe station zet begint mijn mening bij te draaien. De lange straat (Saroleastraat) die voor me ligt ziet er super gezellig uit. Helaas besluiten we om toch eerst de bagage te dumpen bij het hotel en even in te checken. Het is een minuut of vijf lopen van het station naar Tulip Inn Heerlen City Center, waar we voor vannacht een kamer hebben geboekt. Nadat we even hebben moeten wachten op een nogal veeleisend stel dat de receptiedame aan een kruisverhoor onderwerpt kunnen we naar onze kamer. Het is klein, maar alles zit er in wat we nodig hebben. Een heerlijk bed, koelkastje en badkamertje. We smijten onze spullen de kamer in en trekken wat anders aan, vanmorgen was de weersvoorstelling diep treurig, maar dit is helemaal bijgetrokken. 

 

We struinen rond in het centrum van Heerlen, er zijn veel terrasjes en pleintjes, maar die zitten redelijk overvol. Uiteindelijk komen we terecht bij de stadstuin van Heerlen, waar mensen genieten van het zonnetje en kinderen spelen. Hier heeft een ondernemer een heus strand met beach bar nagebouwd, Buiten genaamd.  De zon besluit even los te gaan en we strijken neer in een van de strandstoelen. Het is een heerlijk plekje, maar er is wel een maar... er is geen toilet. Super irritant, vooral aangezien ik 180 x per uur moet. Ze verwijzen je door naar een openbaar toilet, een paar meter verderop, maar toen wij er waren was deze ook gesloten. Ik ben zelfs naar de 2theloo gelopen een stuk verder, maar ook deze was gesloten. Echt knullig, zet desnoods twee Dixies neer ofzo. 

 

Na een paar biertjes is het dan ook echt tijd om te vertrekken naar een locatie met een toilet. 

 

Nadat we een plasstop hebben ingelast halen we snacks voor de eerste etappe morgen. Vervolgens stijken we neer bij een Ierse Pub, Erin's Isle, naast het hotel, waar verhalen aanhoren over rijke weldoeners die hun miljoenen afstaan aan ziekenhuizen en andere goede doelen. 

 

Ietwat meer beschonken dan we aankwamen verlaten we het terras en gaan we naar Bloom's Heerlen om wat burgers te verorberen. Holy moly wat zijn ze goed! Ik heb de Marigold burger, echt fantastisch maar helaas tijdelijk. Gijs gaat voor de Bloomburger. Alle burgers zijn vegan en goddelijk! Ik start snel een petitie om deze tent ook in Almere te krijgen!

 

We sluiten de avond af bij de Poort van Herle, het eerste terras dat je ziet als je met de trein aankomt. Ik had het niet verwacht, maar ik vind Heerlen heerlijk gezellig en vol vriendelijke mensen. Een onverwachte verrassing kan ik wel zeggen!

1 Berichten

De laatste dag

Eindelijk echt goed geslapen. Het is vandaag onze laatste dag in Georgië en dat vind ik best jammer. Ik kijk er ook altijd naar uit om naar huis te gaan, maar we hadden nog heel veel mooie dingen willen zien. Als we ons volgepropt hebben bij het uitgebreide buffet van het hotel gaan we de stad verder verkennen. We hebben geen plan, gewoon lopen en chillen. 

 

We lopen langs de boulevard om het beeld van Nino en Ali te bekijken. De twee geliefden zijn de Russische versie van Romeo en Juliet. De moslim man Ali is verliefd op de christelijke Nino, wat natuurlijk allemaal  niet kan en moeilijk gedoe volgt. Hier op de boulevard gaan ze letterlijk in elkaar op. Tenminste als het beeld beweegt, maar dat is helaas nu niet het geval. Kijk maar op Youtube, het is best geinig gedaan. 

 

Ook vind je hier vlakbij de (lelijke) Alphabetic Tower. Het gebouw is 130 meter hoog en moet een dubbele helix voorstellen (DNA) met daarop het unieke Georgische alfabet. Het gebouw heeft maar liefst $65 miljoen gekocht. Niet normaal... 

Dan komen we uit op het Europaplein, waar je heel goed de hele dag kunt zitten en mensen bekijken. We hebben heel wat bijzondere exemplaren voorbij zien komen. Er was een heel vreemd tafereel bezig. Een hele familie probeerde de boel op te lichten bij een restaurant. Wat ze nu probeerden was niet helemaal duidelijk, maar verschillende keren zagen we dezelfde familieleden lopen in een andere outfit en andere samenstelling. Dat ze echt ergens mee bezig waren bleek wel toen ze schreeuwend en gillend van een terras weg werden gestuurd. Heel vaag allemaal. 

 

Medea monument; in 2007 geopend door president Sakaashvili. Een afbeelding uit de Griekse/Georgische mythologie. Mevrouw Medea heeft het gouden vlies in haar handen en toont dit trots aan de bezoekers van het Europa Plein. 

 

Astronomische klok; gemaakt in Duitsland. Op de website 'Georgia About' kun je zien wat de klok nu allemaal kan aangeven, waaronder de maanstand, welk sterrenbeeld aan de hemel staat en de zonsopkomst en ondergang. De klok is bevestigd op de nationale bank van Georgië. 

 

Als we alle Ragnar biertjes en Bavaria biertjes hebben opgedronken vertrekken we weer. We eten een burger bij het restaurant Daquiri Family, maar maken het niet te laat vandaag. We slapen rond een uur of 11 pas en om 1 uur gaat de wekker alweer. We worden op gehaald door een chagrijnige taxi-chauffeur die ons naar het kleine vliegveld van Batumi brengt. Ons Georgische avontuur is afgelopen.

Previous: Batumi

Next: 6 jaar in as


0 Berichten

Batumi

Vandaag vertrekken we weer uit Mestia, ik had hier nog wel langer willen blijven. Niet voor de stad zelf, maar ik had meer van de omgeving willen zien. Om half 8 staan we op het grote plein waar alle busjes vandaan vertrekken. We hebben gisteren al een kaartje gekocht en zijn er als één van de eerste. Gijs wil nog wat eten voor onderweg scoren. Dit gaat hem niet worden aangezien we alleen maar 'groot' geld hebben. Zorg dus in deze kleine plekken voor wat klein geld, het is niet de eerste of laatste keer dat we hier issues mee hebben. 

 

Zonder eten wordt Gijs altijd beroerd als we de weg op gaan. Ook deze keer verandert hij al snel in een grauwe zombie look a like. Heel sneu en ik hoop maar dat hij niet over zijn nek zal gaan. 

Als we aankomen bij de tussenstop (dezelfde als op de heenweg) sluit ik aan en dring ik een beetje voor om wat te eten te halen. Ook hier is er maar weinig wisselgeld dus ik moet extra halen zodat ze kunnen wisselen. Toch bijzonder als er honderden toeristen per dag hier stoppen... Gijs verorbert de droge snacks die ik heb gehaald en krijgt weer een normaal kleurtje. 

De kust

We rijden een stuk langs de kust, waar ik best wat semi-interessante plaatsjes zie liggen. Jammer genoeg hebben we niet genoeg tijd om alle plekken te bezoeken. Op de boulevard van Batumi worden we afgezet. We hebben geen zin om te gaan rondlopen met onze tassen en uren naar het hotel te zoeken, we pakken mooi een taxi. 

 

Het was ook nog een flink stuk lopen geweest, want het duurt met de taxi zo een tien minuten. Dan staan we voor Paliashvili Hotel. Het ziet er netjes uit en we worden gelijk begroet door één van de receptioniste's. In een mini lift gaan we naar de vierde verdieping, waar een fijne, iets luxere kamer op ons wacht. Ik ben zo blij dat we hier niet op bezuinigt hebben. De bedden zijn heerlijk en eindelijk een fatsoenlijke douche! Daar ben ik wel aan toe. 

 

Als we allebei weer fris en fruitig zijn, lopen we terug naar de boulevard voor een biertje. Bij één van de strandtentjes strijken we neer. We bekijken de paar  mensen die op het strand liggen, maar ik besluit al snel dat ik het toch te vies vind (iets met tampons, ja inderdaad meervoud...). Zwemmen zie ik gelijk niet meer zo zitten.

 

 

Eerlijk gezegd had ik gehoopt dat we wat meer gezelligheid zouden vinden in Batumi. Niet dat de rest van Georgië niet gezellig is, maar het gezellige straatje zoals in Tbilisi ben ik niet meer tegen gekomen. 

 

We verplaatsen ons van terras naar terras, bekijken wat van de oudere gebouwen, eten een hapje en gaan via de nachtwinkel terug naar het hotel. 

0 Berichten

Chalaadi Gletsjer

Gijs heeft heerlijk geslapen. Ik helaas was minder. Ik wil even rustig wakker worden en ontbijten. Bij hetzelfde restaurant als gisteren, blabla, gaan we zitten. De bediening is ruk, net als gisteren. Ik neem een salade met komkommer, tomaat en walnoten, echt super lekker. Gijs neemt een specialiteit van deze regio, kubdari met bonen. Het is een soort gevuld brood en erg machtig, maar wel lekker. 

 

Ik ben een beetje nerveus, het is de bedoeling dat we vandaag gaan paragliden. Ik heb gegoogeld waar het kantoor van de organisatie Mestia Paragliding te vinden is. Dit lijkt niet ver lopen. Toch kunnen we het mooi niet vinden. Wel zien we verschillende posters van de club, maar een kantoor... mooi niet. Ik besluit om via Facebook contact te zoeken. Voor mijn gevoel lopen we het dorp nog 10 keer rond, zonder resultaat. 

 

Dan krijg ik een reactie via Facebook. Vanwege de harde wind die dag gaan ze niet paragliden. Echt heel erg jammer, want natuurlijk was ik wel nerveus, maar ik zag er naar uit. Het leek me zo gaaf om juist op deze plek te gaan. Nu heb ik spijt van mijn besluit om niet in Kazbegi te gaan, daar was het weer ideaal toen wij er waren... Helaas pindakaas. We gaan terug naar ons verblijf en trekken onze wandelschoenen aan voor plan b. 

We gaan hiken naar de Chalaadi Gletsjer, die hier in de buurt ligt. Vanaf Mestia kun je er in principe heen lopen, maar we zijn al aan de late kant, door de zoektocht naar Mestia Paragliding. We besluiten om ons naar het beginpunt van de trail te laten rijden door een taxi. We spreken met de taxichauffeur af dat hij ons na 2 uur weer op komt halen. Hiervoor betalen we in totaal 60 GEL, die we pas achteraf zullen betalen. 

 

Als we de route van Mestia naar het beginpunt zien dan zijn we blij dat we dit niet zijn gaan lopen. De hele route is overhoop gehaald en er wordt gewerkt aan een gasleiding of iets dergelijks. Het is mega stoffig en echt mooie uitzichten heb je niet. Ik zou aanraden lekker de taxi te pakken. Bij een karakteristieke hangbrug worden we afgezet. 

Het is een makkelijke route en je hebt er echt geen gids voor nodig. Natuurlijk nemen wij de eerste de beste afslag de verkeerde kant op. Typisch... Gelukkig komen we er al snel achter, voornamelijk omdat we gewoon niet verder kunnen lopen. We lopen terug en pakken nu het goede pad. In het begin is het even steil, maar al snel loop je over een bospad met weinig hellingen. Het is er rustig en maar heel af toe komen er mensen van tegengestelde richting. 

Opvallend veel hebben toch een gids mee. Ik denk dat ze hier achteraf wel spijt van hebben. Op veel keien en bomen staan blauwe pijlen geschilderd die je naar het juiste spoor leiden. Gewoon geen gids nemen! 

Het bos is al mooi, met rotsen vol fel groen mos. Als je richting het riviertje loopt, dan voel je de koude, ijzige wind al. Wel lekker verkoelend. Als je tussen de bomen door kijkt zie je de gletsjer al tussen de bergen verderop liggen. 

 

We moeten nog een eindje lopen, dwars over grote rotsen die vaak los zitten. In mijn achterhoofd hou ik dat we niet te veel moeten treuzelen, omdat we anders onze taxi terug naar Mestia missen. We gaan daarom redelijk snel vooruit. Overal staan stapeltjes met stenen, het is net een Instagram scenario. 

 

Bij de gletsjer is het echt fris. Er zijn niet veel mensen, ik denk een handje vol. We wachten rustig op onze beurt om bij de gletsjer te poseren. 

Ik vind het heel gaaf om te zien. De gletsjer gaat tot hoog in de bergen, maar beneden smelt het. Er is een helder blauwe grot ontstaan. Ik kom niet te dicht in de buurt, want Gijs heeft me vertelt dat er vorig jaar mensen bedolven zijn onder een stuk gletsjer dat is afgebroken. Het ijs smelt zo snel dat ik me hier best iets bij kan voorstellen.  Ik gooi ook hier weer wat van de as van mijn moeder neer. 

 

Nadat ook wij de hoognodige foto's hebben geschoten gaan we weer terug naar het beginpunt. We lopen bijna in een soort draf, ik blijf maar angstig dat we de taxi missen (alsof we dan nooit meer terug naar Mestia kunnen komen). Uiteindelijk zijn we er ruim op tijd. We denken dat we onze taxichauffeur bij het biertentje zien zitten. Hij is nog bezig aan zijn versnapering en geduldig wachten we op hem. Als hij op staat vragen we of hij ons ook heeft gebracht. Hij knikt en mompelt iets. Ik heb toch het idee dat hij het niet is. Als we bij een busje aankomen dan weet ik het zeker, dit was niet onze chauffeur. Gelukkig komt op dat moment onze echte chauffeur aangereden. Het zou toch lullig zijn als we hem hadden laten zitten! 

Onze  cranky chauffeur dropt ons weer in Mestia. We kleden ons even om en gaan op zoek naar wat te eten. We komen na wat rond scharrelen uit bij Daeli. Het is er nog rustig, maar we zijn ook wel erg vroeg. We eten wat patatjes en salade, ondertussen kijken we naar de grillmaster die een showtje weg geeft. Gelukkig komen er al steeds meer andere mensen het terras op. Het is een beetje awkward als je met zijn tweeën bent met 8 man personeel. 

 

Na het eten sluiten we de dag  op bij het terras van Panorama Café. De oude wachttorens door de hele stad zijn verlicht. Het is wat koud dus we drinken ons biertje onder een flatteus geruit dekentje. 

 

Morgen vertrekken we al weer uit dit dorp en gaan we naar onze laatste bestemming; Batumi!

Previous: Mestia

Next: Batumi


0 Berichten

Mestia

Om 6.45 begint onze wekker weer te loeien. We moeten er uit, we trekken vandaag weer verder. We gaan naar het stadje Mestia, waar ik best veel zin in heb. Het is klote weer, maar gelukkig is het redelijk droog als wij met onze rugtasjes de deur uit stappen. We moeten naar het busplein om een marshrutka naar Mestia te pakken. 

 

Het busplein is best ver weg en we besluiten een taxi te zoeken. Bij de fontein even verderop heb ik gisteren een hoop taxi's gezien. We hebben daar inderdaad geluk. Voor 10 GEL worden we naar het busstation gereden. Het is echt wel een lange rit. We dachten gisteren nog wel dat we dat even zouden gaan lopen. Dat was echt een keiharde kneuzenbeurt geworden. 

 

Bij het busstation koop ik een kaartje bij een balie (dat is voor het eerst sinds we hier in Georgië zijn aangekomen) en we geven onze rugtassen af. Deze worden vakkundig, maar toch hardhandig, vastgemaakt op het dak. Ik verbeeld me elke keer weer dat er onderweg eentje afvliegt. 

In totaal zitten we met 20 mensen in het busje, de chauffeur meegerekend. Ongelooflijk hoe veel mensen er in zo een wagen passen. Na een half uurtje hobbelen moeten we stoppen. Er komen wel erg donkere wolken aan en de bagage moet worden afgedekt door een zeiltje. Niet veel later barst het inderdaad los. Ik moet er niet aan denken dat ik in Mestia zou zijn aangekomen met een doorweekte rugtas... 

 

Onderweg komen we langs de boerderijtjes, blauwe riviertjes en groene bergen. We stoppen halverwege voor een korte lunch. Het is fijn om even de benen te strekken. Bij het lunch-hutje loopt een suïcidale hond. Hij rent als een idioot blaffend achter auto's aan en probeert hun wieldoppen er af te bijten. Dit moet een keer mis gaan, maar ik hoop van harte dat het niet gebeurt als ik toekijk. 

Het is zo een 6 uur rijden van Kutaisi naar Mestia en opeens zien we de typische wachttorens opdoemen. Het voelt alsof we een filmset oprijden. Bij de hoofdstraat, en eigenlijk zo een beetje de enige straat, worden we afgezet. Ik heb niet zo een behoefte om als een kip zonder kop rond te gaan rennen en we besluiten even op een terrasje te gaan zitten en te acclimatiseren. Het is wel echt weer heel wat anders dan alle vorige plekken. We observeren hoe de andere uit ons busje hysterisch rond lopen op zoek naar hun verblijf. Een tijdje later lopen we zelf alsnog zo rond. Ik weet niet waarom, maar ik besluit op gevoel een kant op te lopen. Natuurlijk is dit de compleet verkeerde kant. Uiteindelijk besluiten we het maar te vragen. Het dorp is zo klein dat we niet heel veel later al bij ons verblijf staan. Ik schrik als ik zie dat ze hier druk aan het verbouwen zijn. Ik ben een beetje bang dat we hier veel overlast van zullen gaan krijgen. We worden opgewacht door Dodo opgewacht, de eigenaresse van het verblijf Dodo Japaridze

Het is een superschattig verblijf met een grote veranda. De druiven groeien langs het dak en de tuin staat vol met fruitbomen. Dodo zet elke dag vers fruit uit haar tuintje neer, waar we mooi gebruik van maken. Ze spreekt amper Engels, maar dat zijn we ondertussen wel gewend. Ons slaapkamertje is mini, maar wat we nodig hebben staat er in. Ik heb het idee dat het allemaal schots en scheef staat. Pas als ik de deur zie weet ik dat het klopt. Deze is schuin afgezaagd omdat hij anders niet in de opening zou passen. Bijzonder... 

 

Als we ons aan het installeren zijn komt Dodo nog een keer of tien terug met mededelingen die ik maar half begrijp. Als we naar mijn idee nog midden in een gesprek zitten roept ze bye bye en gaat ze weg. Na een paar minuten komt ze weer terug om iets anders te vertellen. Ze is echt heel erg schattig. 

We gaan weer terug naar de hoofdstraat en gaan zitten bij Koshki bar. Gijs eet voor de verandering kachapuri, maar hij is nog steeds van mening dat de versie van Cozy in Kazbegi het beste was. Er loopt een reuze hond over het terras, die graag wat aandacht wil en zo zijn grote kop op je schoot plant. Het is een indrukwekkend beest, die wat weg heeft van een huge teddybeer. Het blijft maar koud en bewolkt, op een gegeven moment wil ik ergens binnen zitten. We gaan naar Panorama Café, dat vlak bij ons verblijf ligt. Het is een gezellige tent, met hardwerkende dames. Het is er in ieder geval lekker warm. Ik drink een kopje oploskoffie om een beetje op te warmen. De serveerster is heel schattig, maar misschien komt dat omdat ze me aan mijn zusje doet denken. Later eten we een bordje patat. De porties zijn enorm, ik blijf het zeggen, bestel dingen om te delen, in je eentje krijg je het echt niet op. Naast ons horen we hoe een Nederlands stelletje steen en been klaagt over het restaurant. Het meisje wil de servicekosten niet betalen. Ze vond het eten slecht en het bier warm. Het gekke is dat ze het wel allemaal heeft weg gewerkt. Ik ben blij als ze weg gaan. Ik moet eerlijk toegeven, het bier was wel echt lauw, een beetje jammer. Verder heb ik er goed gezeten en hebben we de serveerster zelfs fooi gegeven. Dit is tegen Gijs zijn principes in... Na het eten en de 90's muziek gaan we naar een supermarktje. Daar halen we biertjes die we op onze veranda opdrinken. Ik heb me ingewikkeld in alle dekens die ik kon vinden. Het is echt behoorlijk koud in de 'bergen'. 

Previous: Kutaisi


0 Berichten

Kutaisi

Vandaag doen we een dagje helemaal NIKS! Althans...dat was het plan. We slapen een soort van uit tot 9 uur, echt shocking! Dan gaan we ons toch maar klaar maken om de stad zelf te verkennen, want van Kutaisi zelf hebben we nog maar weinig gezien. 

 

We lopen wat rond en gaan koffie drinken in het park. We observeren de oude besjes die daar met hun kleinkinderen spelen. Er rijden van die op afstand bestuurbare wagentjes rond waar de kindjes in kunnen zitten. Heel geinig. 

 

Even verderop heb ik een markt gezien die ik wel van dichterbij wil bekijken. Het blijkt niet veel voor te stellen. Ook raken de verkopers geïrriteerd als ik een foto maak. Een beetje flauw wel. 

We lopen wat rond, maar er lijkt niet heel veel in de stad te beleven. Dan gaat het ook nog eens regenen. We spenderen de rest van de middag onder een parasol bij bar. Het blijft de rest van de middag regenen en we besluiten binnen bij deze toko ook wat te gaan eten. 

 

Gijs neemt een kachapuri skewer, hij is echt fan van het gevulde brood. Ik neem een salade met huisgemaakte friet. Super lekker! Achter ons zit een stel woeste russen die niet blij zijn met hun kip. De serveerster probeert hen duidelijk te maken dat dit gewoon gezonde Georgische kip is en geen plofkip. Dit begrijpen ze niet en ze blijven luidkeels klagen. Ik ben blij als ze opzouten. 

 

Nadat we ons vol gepropt hebben is het gestopt met regenen. We strijken nog even neer bij het Praag Café en drinken wat biertjes. 

0 Berichten

Okatse, Martvili en Prometeus

Okatse Canyon

's Ochtends vroeg staan we al weer klaar voor een nieuw avontuur. Een dagtrip voor 40 GEL langs alle interessante plekken van deze regio met Budget Georgia. De bus is er veel te laat. Tijdens het wachten word ik bijna aan stukken gescheurd door een schattige  puppy.  Serieus, het beest grijpt zich vast aan mijn broek en wil niet meer loslaten. Ik moet gered worden door de chauffeur, die een hand vol brokjes op de stoep gooit. Als het diertje afgeleid is spring ik snel het witte busje in. 

 

Er zitten al een aantal andere tourgangers in het busje, maar we moeten nog heel Kutaisi door om het busje vol te krijgen met Israëliers, Russen en Armenen. Dan gaan we op weg naar de eerste bestemming: Okatse Canyon

Je kent het wel, in elke tourgroep zit altijd wel een stelletje dat niet bij de rest past en niet wil wat de rest wil. Dit keer zijn wij dat vervelende stelletje. De rest van de groep wil met jeeps naar de canyon rijden, maar wij besluiten om te gaan lopen. 

 

De gids, die heel origineel de naam Giorgi draagt, wil perse met ons meelopen. Waarschijnlijk om te zorgen dat we het tempo er in houden en niet afdwalen. Anders houden we de groep nog langer op. Gelukkig hebben we er altijd wel een stevig tempo inzitten. 

 

De eerste helft van de 'tocht' lopen we door een bos, waar veel zwerfhonden vertoeven. Het is er rustig en mooi, dus ik ben nu al blij dat we zijn gaan lopen. Verderop hebben we een mooi uitzicht over de groene bomenzee, het Dadiani bos. We moeten een stuk afdalen en ik vrees voor de terugweg, wanneer we het stuk weer omhoog moeten lopen in de volle zon. 

 

Een kwartiertje na de rest komen we aan bij de canyon. Hier laten we ons kaartje zien bij de portier en mogen we de stalen trappen af die naar  de walkway gaan. Deze walkway is met dikke stalen balken aan de rotswand vast gemaakt, maar toch is het in het begin een beetje griezelig. Een aantal mensen die we passeren houden zich angstvallig aan de relling vast, terwijl wij voorbij denderen. We willen de rest niet te lang laten wachten. 

 

Aan het einde van de 780 meter lange walkway zit een plateau met panorama uitzicht. Het is echt een tof uitzicht, maar het zal denk ik nog mooier zijn in de lente, als alles groen is en de rivier in de canyon vol met water zit. We lopen wat rond, bekijken de mensen die druk bezig zijn met hun selfies (van onze tourgroep dus we hebben ze mooi ingehaald) en nemen de stalen trappen weer omhoog. 

We zijn en stuk eerder terug bij de entree naar de canyon dan de rest van de groep. Eigenlijk willen we gelijk weer gaan lopen, maar we moeten wachten van de gids. De jeeps voor de rest van de groep zijn verdwenen en dit moet hij persoonlijk aan iedereen mededelen. Hierdoor moeten we dik een kwartier wachten voordat we kunnen gaan wandelen. Op de terugweg zit het tempo er helemaal goed in, we lijken meer te rennen dan te lopen. In de volle zon de heuvels op vind ik niet zo chill, ik heb ook nog niets gegeten en ik ben blij als we weer in de schaduw van het bos komen. We krijgen gezelschap van een van de zwerfhonden, die elke keer als een dolle stier langs ons rent en luid blaft. Je schrikt je een ongeluk! 

Martvili Canyon

We zijn maar een minuut of tien na de rest bij de ingang. De anderen zitten aan de vodka bij een café. Ze zijn ineens een stuk gezelliger en vrolijker. 

 

Op naar de volgende atractie: Martvili Canyon! Ik verwacht er niet veel van, maar daar kom ik al snel op terug. Het is echt prachtig! Helder blauw water stroomt door de witte rotsen met de ene waterval na de andere. Het zit zo vreemd in elkaar dat ik af en toe het idee heb dat ik in een tekening van M.C. Escher loop. 

 

We hebben ook een kaartje gehaald voor een boottochtje en worden in lelijke blauwe zwemvesten gehezen. Samen met een Amerikaans gezinnetje stappen we in één van de vaartuigjes. Het is echt super mooi en 100% een aanrader. 

 

Na het boottochtje lopen we wat rond over het terrein en proberen de selfie-makende mensen te ontwijken die alle mooie plekjes voor zichzelf opeisen tot ze de perfecte foto hebben. Blijkbaar zijn hier gemiddeld 100 foto's voor nodig... Enorm hinderlijk! 

 

 

Toch ben ik zo onder de indruk van de omgeving dat ik het asbusje tevoorschijn haal met daarin de as van mijn moeder. Bij een bizar stuk, waar je bijna denkt dat er hier geen zwaartekracht is, strooi ik wat van de grijze stof uit. 

 

We hangen wat rond, schelden wat op vervelende mensen, maar genieten vooral van de omgeving, tot het weer tijd is om terug te gaan naar ons busje. 

 

De rest neemt uitgebreid zijn tijd dus ik voel me ook niet meer schuldig omdat we hen bij de vorige stop hebben laten wachten. Het is inmiddels tijd voor lunch. Bij een vaag buffet restaurant kunnen we eten. Echter bestaat dit menu uit alleen maar vlees, dus gaan Gijs en ik wat halen bij de supermarkt even verderop. 

Prometeus Grot

Het is maar een klein stukje naar onze volgende stop, de Prometheus grotten. We moeten weer een lange stalen trap af, waar onze mede-tourgasten geen zin in hebben. Achter ons klinkt luid geklaag en we maken dat we weg komen. Bij de ingang van de grot probeert een tourguide iets te vertellen. Echter zijn de wachtende mensen zo luid, dat ik er geen reet van versta. Ze moet meerdere keren vragen of ze stil willen zijn (dit gaat de hele tour zo door) echt respectloos. 

 

De grotten zijn tof, maar eerlijk gezegd niet heel indrukwekkend. Toch schijnt het één van de grootste grotten ter wereld te zijn. De we blijven een beetje achteraf hangen, moe van de mensen en de guide kunnen we toch niet verstaan. De stalagmieten en tieten worden in alle kleurtjes verlicht, geinig, maar weinig toegevoegde waarde. 

Als we alle 'kamers' en uitstulpingen hebben gezien kunnen we met een bootje de grot verlaten. Dit is wel geinig. Met een afzichtelijke gele helm op cruisen we door de smalle grot in het donker. Zeker de moeite waard. We komen uit bij een soort busstation. 

 

 

Hier wachten we op een busje die ons terug brengt naar de entree. De Georgische muziek staat zo luid dat er geen gesprek meer mogelijk is. Hilarisch! Gelukkig zijn we ook bij deze stop niet de laatste die arriveren. Een stelletje neemt uitgebreid de tijd om souvenirs te shoppen en laat ons bijna 20 minuten wachten! Ondanks deze vertraging hebben we toch nog tijd om ook naar de laatste stop te gaan, die soms geschrapt moet worden vanwege tijdgebrek. 

Sataplia

Onze laatste stop is het dinobos  Sataplia!!! Hier zijn voetafdrukken van verschillende dinosauriërs te vinden. Ik ben mega enthousiast, maar ik blijk de enige. De zeurende groep vind het allemaal maar vervelend om weer een heuveltje op te moeten lopen om de voetsporen te bekijken. Maar serieus, hoe vet is het om de stappen te zien van wezens die meer dan 65 miljoen jaar geleden hier gelopen hebben? Heel vet! 

 

De rest van de groep kijkt verveeld terwijl ik zenuwachtig van de ene kant naar de andere kant van het pad sprint om foto's te maken. Zelfs Gijs snapt het niet... Jammer voor hun, maar ik vind het awesome!

 

Na de voetstappen uitgebreid op de foto te hebben gezet moeten we nog meer klimmen. Ik krijg wel wat medelijden met de vermoeide mensen uit onze groep. Uiteindelijk is het de moeite waard, want we komen uit bij een glazen panorama uitzichtpunt. Je kunt vanaf hier heel Kutaisi zien. 

Binnen 20 minuten zijn we weer in Kutaisi en verlost van de groep. We strijken voor de verandering maar weer neer bij Papavero, waar we de dag ervoor ook al hebben gegeten. Iets anders konden we niet vinden. Deze keer kiezen we de pasta, ik met tomatensaus en Gijs de pesto. Wel echt een aanrader!

 

We drinken nog wat biertjes als toetje en gaan daarna terug naar het verblijf voor een welverdiend slaapje. Morgen hebben we geen grote plannen. Maar aangezien we de stad zelf eigenlijk nog niet gezien hebben, besluiten we om Kutaisi te gaan verkennen. 

Okatse Canyon 

Entree: 15 GEL

Jeep: 20-30 GEL voor een enkele reis

 

Martvili Canyon

Entree: 15 GEL

Bootje: 13 GEL

 

Prometeus grot

Entree: 20 GEL

Bootje: 15 GEL

 

Sataplia (dinobos)

Entree: 15 GEL

 

 

 


Next: Kutaisi


0 Berichten

Met Lado naar Kutaisi

Vandaag hebben we weer een flinke tour op de planning staan. Van Kazbegi gaan we terug naar Tbilisi en vanaf daar met de trein naar Kutaisi in het midden van het land. 

 

Bepakt en bezakt verlaten we het verblijf. We kunnen weer eens niemand vinden om de sleutel bij achter te laten, dus we laten hem weer in de deur zitten. In de hoofdstraat vragen we waar we een marshrutka kunnen vinden naar Tbilisi. Dat is blijkbaar naast Cafe 5047. Voor 10 lari mogen we mee met een rode bus, die is volgepropt met zitjes. Ik wist niet dat er zoveel Georgische mannetjes in 1 busje pasten. Het is meer dan oncomfortabel. Ik heb natuurlijk weer de beste plek, boven het achterwiel. Met mijn knieën in mijn nek vertrekken we met horten en stoten. Eens in de zoveel tijd worden we tegen het plafond gelanceerd. Gijs wordt langzaam bleker en stiller. Waarom vergeten we altijd om pilletjes tegen wagenziekte mee te nemen? Elke keer weer... 

Na 2.5 uur komen we aan bij Didube station. Het is weer vreselijk chaotisch en we rennen naar de taxi's. Bij de eerste aanbieder springen we naar binnen en laten ons naar het station brengen. Het duurt even voor de chauffeur weet wat we bedoelen, maar een aantal keren TjoekTjoek roepen doet wonderen. 

 

Het is niet ver naar het lelijke station, wat meer weg heeft van een winkelcentrum. We betalen de chauffeur en pakken de roltrappen naar boven. Daar vinden we inderdaad een wachtruimte, omringt door raampjes met baliemedewerkers. We trekken een nummertje en wachten ongeduldig af. 

 

 

Als ik op het bord kijk zie ik onze trein niet tussen de vertrekkende treinen staan. Ik snap er niets van en zoek nog eens de internetpagina van de Georgische spoorwegen op. Daar staat ie toch echt tussen. Ik begin een vermoeden te krijgen dat we toch niet met de trein naar Kutaisi zullen gaan. Als we twintig minuten later eindelijk aan de buurt zijn wordt dit gevoel bevestigd. Blijkbaar hebben ze hier het geniale systeem dat de treinen niet op de goede volgorde staan. 

 

Tbilisi - Kutaisi kan betekenen dat de trein van Tbilisi naar Kutaisi gaat, maar dit kan ook betekenen dat de trein van Kutaisi naar Tbilisi vertrekt. Ik ben officieel strontchagrijnig. We kunnen wachten tot de trein van half 4 die middag, maar dan zitten we een halve dag op het lelijke station. Woest sleur ik de rugtas weer mee naar buiten, met Gijs achter me aan. We pakken de taxi terug naar Didube station om een marshrutka te pakken naar Kutaisi. Ik verheug me nu al op de volgende paar uur opgevouwen in een busje. Ondertussen probeert de taxichauffeur ons vrolijk over te halen om met de taxi naar Kutaisi te gaan. Ik heb niet eens zin om hierop in te gaan. 

 

Ineens hoor ik Gijs vragen hoeveel hij daarvoor wil hebben. "One five zero" roept hij terwijl hij glunderend in de achteruitkijkspiegel kijkt. "Fuck Didube, you bring us to Kutaisi" antwoord Gijs. Ik ben zo opgelucht dat ik niet met die rottige busjes hoef!  De chauffeur is gelijk helemaal in zijn nopjes en belt volgens mij al zijn vrienden om te vertellen dat hij twee gekkies naar Kutaisi gaat rijden. 

 

We rijden toeterend en zwaaiend langs Didube plein. Ik geloof dat de chauffeur, die me aan Danny DeVito doet denken, begrijpt wat een opluchting dit is. 'My name is Lado' vertelt hij. 'If you want stop, just say it. I will bring you to nice places'. Ik begrijp niet waarom we dit zelf niet hebben bedacht. Het is natuurlijk een stuk duurder dan de busjes, maar oh zo comfortabel. 

Mtsketa

Lado maakt zijn belofte waar, we maken een hoop stops onderweg. De eerste is het klooster op de berg tegenover de oude hoofdstad Mtsketa. Hier zijn we al geweest nadat we de tour naar Chiatura hadden gedaan, maar Lado is zo enthousiast dat we ons gewoon van de domme houden en nog een rondje lopen. Het is toch anders in het daglicht. Je ziet nu duidelijk hoe de twee rivieren met verschillende kleuren bij elkaar komen en zich mengen, heel gaaf! Als we weer bij de auto zijn stelt Lado ons voor aan Giorgie. Ik geloof dat 9 van de 10 mannen hier Giorgie heet en dan vragen ze zich nog af waarom het land Georgië wordt genoemd door de rest van de wereld. Hij kletst wat met Gijs, maar negeert mij compleet. Dat is me al vaker opgevallen. Ondanks dat ik natuurlijk veel grappiger ben dan Gijs, willen de Georgische mannen niet met me praten. Ik sta er een beetje ongemakkelijk bij en wacht tot ze uitgesproken zijn over Amsterdam. 

Onze volgende stop is de oude hoofdstad Mtsketa. Lado zet ons af en eigenlijk wil hij zijn autosleutels aan ons meegeven. Alsof we hem niet vertrouwen. Is leuk, maar als hij er met onze bagage vandoor zou gaan heeft ie een stapel kleding, stinkende schoenen en vieze was. Hij verdient er meer aan door ons gewoon op de eindbestemming af te zetten, dus de sleutels laten we in zijn zak zitten.

 

We lopen een kort rondje door het stadje. Het is de moeite waard om te bezoeken, het is erg sfeervol. Maar ook druk bevolkt met toeristen. Gijs en ik lopen een rondje, bekijken vluchtig de Sidonia kerk van buiten en halen wat te eten. Ik had hier eigenlijk wel wat meer tijd willen hebben. 

Gori/ The birthplace of Stalin

We rijden verder over door de velden. Gijs vraagt naar de tentenkampen die we onderweg tegen komen. Lado vertelt zo goed als hij kan dat dit de vluchtelingenkampen zijn, vol mensen uit Zuid-Ossetië. Hij wil veel meer vertellen, maar zijn Engels is helaas niet goed genoeg. 

 

Bij Gori slaan we weer af. Ondertussen krijg ik het idee dat de stad eigenlijk Gori/Birthplace of Stalin moet heten, het wordt altijd in één adem met elkaar genoemd. 

 

Ik weet niet zo goed wat ik van deze plek moet vinden. In deze stad ligt het Stalin-museum, wat door particulieren wordt beheerd. Er zit geen overheidsgeld in en schijnt niet educatief te zijn, maar zou meer gaan om verheerlijking van deze man. Ik vind het een beetje gek en wil ook niet naar binnen. Als we rond het complex lopen zien we dat er zat andere mensen zijn die daar anders over denken. Ze klimmen een treinstel in dat op een grasveld staan en er zijn zelfs winkeltjes waar je op de foto kunt in een Stalin kostuum of een mok met zijn gezicht er op kunt aanschaffen. 

Gori was onze laatste echte stop, maar al rijdend is er ook zat te zien. We rijden door dorpjes die elk hun eigen specialiteit hebben. Ineens zie je rijen vol hangmatten voorbij komen, het volgende  moment alleen nog maar rieten stoelen en dan is het weer een landschap van wijnkruiken. Lado stopt bij één van de winkeltjes in het gebied waar ze gespecialiseerd zijn in brood. Het ruikt er heerlijk en hij laat ons een zoet brood proeven waar kaneel in zit. Gelukkig smaakt het brood net zo lekker als dat het ruikt. 

 

Ondertussen rijden we door ruige heuvels met veel kliffen en rotsen. We kijken aandachtig naar buiten. Dan valt het kwartje bij Lado. 'No mountain in Holland?' vraagt hij. 'No, just one!' vertel ik hem en hij moet hier om grinniken. 

Kutaisi

Na uren in de auto met de vriendelijke Lado komen we aan in Kutaisi. Hier verandert ineens zijn humeur. Hij kan ons hotel niet vinden en hij raakt hier behoorlijk door gepikeerd. Ondertussen zie ik de straat al tien keer voorbij komen en probeer het hem te vertellen. Hij luistert niet en blijft het hotel bellen en ik vermoed dat hij nogal wat Georgische scheldwoorden in het gesprek gooit. Ik word er wat ongemakkelijk van. Gelukkig komen we na een half uur rondjes rijden toch aan bij het verblijf. We rekenen af met onze privé chauffeur, die snel terug naar Tbilisi scheurt. 

 

We gaan door een ijzeren poort en komen uit in een soort steeg. Er hangen wasjes buiten, staat afval en we kunnen de keuken van een restaurant inkijken. Boven een ijzeren trap zie ik een bord van ons verblijf 'Hostel City Center' hangen. 

De jongen die ons incheckt is erg vriendelijk en behulpzaam. Hij regelt direct dat we voor de volgende ochtend mee kunnen met een tour door de regio. Het hostel zelf is niet helemaal wat ik me erbij had voorgesteld. De kamer is gehorig, de badkamer niet bepaalt schoon en er zit een gat in onze muur waardoor we naar een opslag-hok kunnen kijken. Ik ben niet echt fan van peepholes en we zetten er gelijk iets voor. 

 

Het is al laat in de middag en we besluiten snel de stad een beetje te verkennen. Ook hier zijn we vrij snel klaar mee, het is er niet echt levendig. Vlak naast ons verblijf zit een gezellig restaurantje (Papavero) wat behoorlijk druk is. Daar gaan we wat eten en een biertje drinken. Ondertussen zien we hele roedels zwerfhonden voorbij komen die mensen lastig vallen en ook vooral elkaar. Het is een behoorlijke herrie. Later op de avond zie ik hoe een man één van de straathonden snoeihard slaat. Het gejank van het dier kan ik me nog steeds voor de geest halen, heel naar.

 

In Kutaisi stikt het van de zwerfhonden. Ze proberen er grip op te krijgen. De meeste worden wel getest op hondsdolheid en andere ziekten, deze dieren hebben een grote gele plastic oorbel. Dit houdt niet in dat ze vriendelijk zijn, de meeste honden zijn opdringerig en fokken elkaar ook op. Ik heb meer dan één aanvaring gehad (al vond ik het nog steeds niet nodig om tikken uit te delen). 

0 Berichten

Paarden & Wolven

Ik had verwacht dat ik vandaag wel spierpijn zou hebben, maar ik heb nergens last van. Dit bewijst wel weer dat ik gisteren gewoon wat last had van aanstelleritus. Nee, helaas ik ben vandaag nog steeds wat beroerd. Toch besluiten we op onze laatste dag in dit dorp nog meer te gaan lopen. We kopen de mini-markt leeg en gaan de andere kant van het stadje op, richting het enige resort van Kazbegi. Het is geen vaste route, maar we hebben gewoon zin om bij de klif te kijken die je vanuit de verte ziet liggen. 

Het is een stuk warmer dan de dag ervoor en ik zweet al snel. En dat terwijl aan deze kant de heuvels echt niet steil zijn. We lopen langs een slingerende asfalt weg, wat maar weinig sfeervol is. Misschien hadden we beter een andere kant op kunnen gaan? 

 

Verderop zien we een groep paarden, midden op de weg. Ze lijken weer van niemand te zijn, dat valt me wel vaker op aan de dieren hier. Koeien, schapen, paarden, honden, alles loopt hier doelloos rond. 

We banen ons een weg door de paarden, die het liefst geen milimeter wijken. Ik ben niet zo een fan van de beesten en durf ook  niet zomaar te dichtbij te komen. Wie weet zijn het Georgische vechtpaarden... 

 

Het lukt om ongedeerd langs de kudde te komen en zien een klein kloostertje liggen. De monniken zijn aan de overkant druk aan het graven. Geen idee waarom, maar het ziet er toch een beetje luguber uit.

 

 

Uiteindelijk komen we uit bij de kloof, waar we niet verder kunnen. We eten wat en worden gezelschap gehouden door een Russisch koppel die een luidruchtige photoshoot houdt. Mijn ogen hebben wat rondjes gedraaid in hun kassen voor we besluiten ergens anders te gaan zitten. We lopen nog hoger de berg op, waar we nog een smal pad hebben langs de rotsen. Daar chillen we nog even. Ik ben natuurlijk druk met het fotograferen van elk steentje en grassprietjes als ik Gijs ineens hoor: 'Oh shit'. Als ik omkijk zie ik daar één van de reuzehonden die ze in dit land hebben.

 

De hond loopt rustig onze kant op over de richel en wij kunnen nergens meer heen. Serieus die beesten zijn echt griezelig. Google maar op Owcharka hond. Het monster staat even naar ons te kijken, maar besluit dat we toch niet zo boeiend zijn. Hij volgt een ander pad naar beneden en gaat daar water drinken. Gijs en ik sprinten als twee angstige konijntjes terug naar beneden. 

Eenmaal veilig beneden lopen we naar Café Cozy, dat net buiten het dorp langs de weg ligt. Hier strijken we neer op de meubels van pallets en bestellen een welverdiend biertje. Tenslotte zijn we zojuist uit de klauwen van een reusachtige wolf ontsnapt. Gijs bestelt een Khachapuri. Iets wat ie blijkbaar al veel eerder had moeten doen. Khachapuri is een uitgehold brood, met boter kaas en ei als vulling. Goddelijk! 

 

Verderop zien we in het dal dat de wolken plotseling erg laag hangen. Het is een gek gezicht. De wolken komen steeds meer onze kant op en ineens slaat het mooie weer om en wordt het ijzig koud. Snel gaan we langs een winkeltje en gaan schuilen in de gemeenschappelijke ruimte van het verblijf. De wolken komen in sneltreinvaart voorbij en op een gegeven moment begint het ook keihard te regenen en donderen. 

We worden gezelschap gehouden door een groep Aziaten die net is aangekomen. Ze zijn zo luid dat Gijs en ik elkaar nauwelijks kunnen verstaan. Ze rennen de ruimte in en uit, laten de deur open staan en pikken zelfs de waterkoker... 

 

Het is best een beetje irritant en we gaan maar naar Café 5047, waar we verkleumd aankomen. Niet zo verkleumd als één van de wandelaars die op de berg was toen de storm hem verraste. 
Hij ligt gewikkeld in aluminiumdekens in de hal, terwijl wij een bordje pasta aan het eten zijn. Blijkbaar is het niets bijzonders. 

 

Het blijft de rest van de avond regenen en onweren. We gaan maar vroeg naar bed, morgen is het weer tijd om verder te gaan en laten we Kazbegi achter ons. 

0 Berichten

Hiken naar de kerk

Dag 6, Stepantsminda

Deze ochtend trek ik mijn roze lompe wandelschoenen aan. Het is tijd voor een hike. Ik voel me niet optimaal, ik heb goed geslapen, maar ben toch beroerd. Heel erg balen, maar het is niet anders. We hebben enorm veel geluk met het weer. De lucht is helderblauw en we hebben een prachtig uitzicht. We halen bij de supermarkt een heerlijke puri (het brood dat gebakken wordt door het tegen de zijkant van een oven te plakken) en een paar snickers, zodat Gijs niet in een diva verandert. 

 

Langs de hoofdweg, over de brug en naar de overkant van het riviertje. We lopen door het dorpje waar ze druk bezig zijn met verbouwen. Ik heb het idee dat het hier over een paar jaar veel meer hotels, restaurants en ander toeristisch vermaak zal zijn. Ik ben er niet over uit of dit nu goed of slecht is... 

Op naar de kerk

Als we het eind van het dorp hebben bereikt weten we niet helemaal hoe we nu verder moeten. In de eerste 100 meter weten we al te verdwalen. Ik denk dat dit wel een record is. Gelukkig schreeuwen een paar hard werkende dorpelingen waar we heen moeten. We lopen onder een hefboom door en volgen het grindpad. 

 

Het begint gelijk goed. We passeren een ruïne van wat ooit een imposante toren moet zijn geweest. Het stijgt snel en ik moet mijn best doen om mijn ademhaling onder controle te krijgen. Ik ben nog niet opgeknapt en voel me eigenlijk alleen maar misselijker worden. Door in mijn hoofd een nummer van The Interrupters af te spelen weet ik mijn ademhaling onder controle te krijgen en heb ik niet meer het idee dat ik van mijn stokkie ga. Ik neem me voor om echt iets aan mijn conditie te gaan doen. Voor nu is het te laat en zal ik gewoon door moeten stappen. 

 

Beneden stroomt een beekje en lopen wat paarden los. Het is echt een idyllisch plaatje. Na een uur of twee (volgens veel internetsites is de tocht 3 uur) komen we aan bij de Gergeti Holy Trinity Church (De Heilige Drievuldigheidskerk vind ik toch niet zo mooi klinken). Het is een bouwwerk waarvan geschat wordt dat het in de 14e eeuw is neergezet. Het is net als de andere Georgische kerken toch net even wat anders dan andere kerken. Voor het kerkje staat het vol met de auto's die mensen naar boven rijden. Ik vind dit zo zonde. In sommige gevallen begrijp ik dat je het stuk niet kunt lopen, maar het verpest wel een klein beetje de sfeer. Er is zelfs een rijke Aziaat die zich met een helikopter rond laat vliegen. 

We gaan de kerk binnen, die op 2170 meter hoogte aan de voet van de strato-vulkaan Kazbeg ligt. De kerk zelf mag je betreden, wel weer onder de gebruikelijke voorwaarden. Vrouwen moeten een rok aan. Ik zie hier geen hoofddoekjes en ook de andere dames gaan zonder naar binnen. Als ik de kerk in ga, waan ik me ineens in de middeleeuwen. Het is donker en er branden kaarsjes die een heftige geur afgeven. De priesters of monniken (sorry) staan voor de altaren in hun zwarte gewaden. Het is indrukwekkend, maar ik voel me een indringer. Ik heb het idee dat we niet gewenst zijn. Ik maak geen foto's, kijk snel even om me heen en maak weer dat ik weg kom. Buiten lijkt het een andere wereld, met alle toeristen, de auto's en op de achtergrond de rode helicopter. Het onderste deel van de kerk is niet toegankelijk voor toeristen, hier zijn de privé vertrekken van de bewoners. 

De meeste mensen gaan weer naar beneden, maar ik ben nog niet klaar met wandelen. Ik dacht dat de loop naar de kerk al veel langer zou duren en ik wil sowieso nog meer foto's schieten. We struinen een steile heuvel op. Achteraf hadden we beter het pad kunnen nemen dat langs de heuvels liep, maar nee wij moeten weer avontuurlijk doen. Hier hebben we eigenlijk het landschap voor onszelf, we hebben misschien met een handje vol mensen het pad gedeeld. 

 

Zoals ik al zei, ik voel me nog steeds niet goed en op één van de heuvels plof ik neer in het gras en eet wat van het brood. Ik spot een raar insect en hou een fotosessie met het dier. Ondertussen is Gijs aan het ijsberen door het gras en geniet van het uitzicht. Of dat denk ik althans... 

Sukkel

Ik ben me toch een partij misselijk en zeg dat ik niet heel veel verder meer wil lopen. "Dan moet het maar nu, maar ik had eigenlijk tot boven willen wachten" zegt Gijs tegen me. Waar gaat dit nou weer over, denk ik terwijl ik denkbeeldig met mijn ogen rol. Hij graait in zijn zak en gaat op één knie in het gras zitten. Het lampje gaat bij mij nog niet branden. Maar dan zie ik het witte doosje. De arme jongen heeft niet eens de kans gehad om het aanzoek af te maken. Ik gris het doosje uit zijn handen en maak het open. Ik duw hem om en zie een ring. "Sukkel!" gil ik en ik hoor het bijna echoën in de bergen. Na zes jaar zeuren ben ik dan EINDELIJK verloofd. Ik zag het totaal niet aankomen, geen enkel vermoeden dat dit ging gebeuren. Gijs had het doosje verstopt in een van zijn schoenen. "Ik weet zeker dat je daar niet vrijwillig in de buurt komt" verklaard hij. Dat kan ik beamen, daar zou ik nooit in de buurt komen. 

Ik heb, als ik van de shock ben bijgekomen, wel nieuwe energie. Ik voel me nog niet lekker, maar ik wil nog wel verder lopen. We hebben een vreselijke weg gekozen. Ondertussen zie ik links van onze weg een heerlijk geleidelijk oplopend pad, terwijl ik de ene heuvel na de andere beklim. Na nog een paar uur kan ik echt niet meer. Ik ga op een gegeven moment bijna over mijn nek en ga op een groot rotsblok zitten en eet zelf maar een snickers aangezien ik me nu als een diva gedraag.

 

Gijs loopt nog wat verder om te zien of we niet iets missen dat net achter de volgende heuvel ligt. Dat blijkt niet zo te zijn, maar ondertussen zie ik wel een adelaar vliegen! Ik probeer hem nog op de foto te zetten, maar hij is te ver weg en mijn camera misdraagt zich. 

 

Eenmaal thuis heb ik nog even opgezocht of we nu echt iets gemist hebben. Wij waren namelijk in de veronderstelling dat er een gletsjer zou zijn. Ik kan er niet heel veel over vinden. Er zijn wel gletsjers, maar van wat ik begrepen heb liggen deze erg hoog en zijn lastig te bereiken. Ze zijn ook klein, omdat de hellingen van de Kazbek erg steil zijn. 

We dalen weer af en gaan even terug naar het verblijf. Hier trekken we frisse kleertjes aan en gaan naar een restaurantje dat me de dag ervoor al trok. Het heet Shorena's en lijkt op een herberg. Binnen staan er lange tafels met banken en het doet me denken aan een chalet in Oostenrijk. De bediening is razendsnel, dit ben ik niet gewend. Al snel proosten we met een koud biertje en staat het eten na een kwartier al voor onze neus. We delen een tomaat-komkommer salade. Die kun je hier overal halen. Vooral die met walnotendressing is fantastisch. Alle porties in Georgië zijn trouwens gigantisch. Als je niet barst van de honger kun je beter een gerecht nemen dat je kunt delen en we zijn geen kleine eters. 

 

Op een gegeven moment komt er een groep binnen, maar er is niet echt meer plaats. De ober vraagt of ze aan onze reuze tafel mogen zitten. Natuurlijk er is echt plek zat. Het blijken Nederlanders te zijn. Normaal vind ik het altijd wat irritant, maar na het standaard praatje van hoe lang zijn jullie hier en wat hebben jullie gedaan worden we met rust gelaten. Wat ik wel leuk vind is dat ze helemaal onder de indruk zijn dat wij het stuk gelopen hebben naar de kerk. De oudjes hebben zich laten rijden. Dan voelt het toch wel als een prestatie, terwijl het eigenlijk niet zo veel voorstelde. 

 

We sluiten de avond weer af op het dakterras, waar we met dekentjes en truien wat biertjes nuttigen voordat we onder de wol gaan. Ik hoop dat ik me morgen beter voel. 

Er is een andere weg die je naar de kerk kunt nemen. Deze route is makkelijker en loopt door het bos. Ik zou niet weten hoe je er moet komen, maar op Wanderlush hebben ze de route beschreven. Ik weet niet of ik de route zelf zou willen lopen, ik vond onze hike prachtig, maar qua conditie kan het misschien fijner zijn. 

0 Berichten

Op naar de Kaukasus

Dag 5, van Tbilisi naar Stepantsminda/Kazbegi

Vandaag hebben we heerlijk lang uitgeslapen en werden we uitgerust wakker. Grapje, we staan om 7 uur alweer onze spullen in te pakken om naar de volgende plek af te reizen. We gaan op weg naar Kazbegi, in het noorden van Georgië in de Kaukasus. Ik  ben ondertussen al vrolijk aan het neurieën (Er was er eens een oude Rus die woonde in de Kaukasus en die was verliefd op Olga). Ben je niet bekend met dit nummer? Klik dan maar even hier voor een achtergrond deuntje. 

 

We proberen Nonna het huis uit te krijgen en de sleutel in te leveren, maar na 10 x aanbellen komt ze nog niet te voorschijn. Ik vind het heel vervelend, maar we laten de sleutel in het slot zitten en de poort kunnen we niet afsluiten. Maar het is niet anders. Bepakt lopen we de berg af, naar het plein dat altijd vol taxi's staat. Voor  15 GEL nemen we een taxi naar het Didube bus station. Het is veel langer rijden dan ik had verwacht, zeker wel een kwartier. 

 

Als ik het plein onder ogen krijg, wordt ik toch wel wat droevig. Het is één groot schreeuwfestijn. Alle chauffeurs proberen je in hun wagen te krijgen. Ik raak hier denk ik nooit aan gewend. Gelukkig zijn ook hier weer behulpzame Georgiërs die ons de goede kant op sturen. Eigenlijk willen we de goedkoopste optie nemen, een Marshrutka. Dit is een busje volgepropt met stoeltjes en mensen, maar zoals ik zei het is goedkoop. Uiteindelijk worden we aangesproken door een kleine dikke man, die me aan een goblin uit The Spiderwick Chronicles doet denken. Hij gaat met een nette minibus naar het dorp Kazbegi en stopt onderweg bij een aantal bezienswaardigheden. Het is iets duurder, maar ik vind dat het wel waard. We rijden niet elke dag door dit land. We moeten even wachten tot alle plekken vol zijn. Gijs probeert snel een brood te scoren, maar het is zo druk dat we het maar laten zitten. Ondertussen heeft de goblin chauffeur alle benodigde passagiers bij elkaar gesprokkeld en kunnen we vertrekken. In een volle wagen en met keihard Georgische muziek uit de speakers gaan we op weg naar de Kaukasus. 

De Tussenstops

Achteraf ben ik zeker wel blij dat we toch gekozen hebben voor een rit met tussenstops bij de bezienswaardigheden op onze route. Al is het alleen al om tussendoor even je benen te kunnen strekken. Allereerst stoppen we bij een grote dam, de Zhinvali Dam. Deze voorkomt dat een hele hoop blauw/groen water het dal instroomt. Er hangen een aantal typisch Georgische bontmutsen en vesjes met een geweer die je kunt aantrekken voor een geinig kiekje. Natuurlijk doe ik dat niet want... ik heb eigenlijk geen idee waarom niet. Na wat rondkijken worden we terug naar de auto geroepen door de goblin en gaan we weer op weg. 

 

Het is maar een klein stukje naar ons volgende stop. Het Ananuri kasteel is een populaire tussenstop en erg fotogeniek. Het is gebouwd in de 13e eeuw en is de hoofdrolspeler in een hoop legendes. Als we de volle parkeerplaats oprijden schreeuwt de chauffeur iets in het Georgisch en wonderbaarlijk genoeg kunnen we er uit opmaken dat we twintig minuten de tijd hebben om de boel te verkennen. We rennen het complex door, dat inderdaad heel mooi is, maar oh zo druk. Ik kan er niet echt van genieten. We maken dus snel een rondje en maken weer dat we wegkomen. Buiten het complex staat een toeristische markt die bijna net zo groot is als de bezienswaardigheid zelf. Gijs rammelt van de honger en we gaan op zoek naar een broodje. Hoewel ik het idee heb dat onze tijd er ondertussen al wel op zit, laat hij het broodje ook nog rustig even opwarmen. We trekken een sprintje terug naar de auto en daar staat iedereen inderdaad al op ons te wachten. Brommend stapt de goblin chauffeur weer in, schreeuwt nog wat, maar dat verstaan we toch niet en we scheuren de parkeerplaats weer af. 

We racen verder over de Militairy High Road richting het noorden. De chauffeur is echt een snelheidsduivel en haalt alles in wat hij in kan halen. Soms scheelt het echt niets. De Aziaten achter ons slaken vaak zuchten van opluchting. Ik probeer me maar zo veel mogelijk te ontspannen, mocht het tot een aanrijding komen. Ik ben namelijk de enige in de auto die geen gordel heeft en dat voelt niet echt prettig. Eén keer is het echt bijna mis gegaan en reden we half de berm in, die er eigenlijk maar een kleine strook kiezelsteentjes langs de vangrail is. Doodeng! We stoppen even voor een lunch, maar het is mij te vol en ik heb niet echt trek. 

Ondertussen begint het landschap een stuk ruiger te worden. We rijden dwars door de bergen over slingerweggetjes en ik ben blij dat Gijs geen last krijgt van wagenziekte. We zien een hoop hotelletjes verschijnen die adverteren met wintersporten en ook zien we een hoop skiliften in aanbouw. Ik durf te wedden dat deze plek over een jaar of tien een goed bezochte plaats voor een wintervakantie zal zijn. 

 

Onze laatste stop is bij het Russische 'vriendschaps' monument. Dit bouwwerk is neergezet ter ere van de 200 jaar vriendschap tussen Georgië en Rusland. Dat is best een vreemde plek als je bedenkt dat de Russen de laatste tijd 2 regio's van Georgië bezet hebben, Abchazië en Zuid-Ossetië. De Laatste ligt hier niet heel ver vandaan. Deze regio's samen zijn toch een groot deel van het kleine Georgië. 

 

Het monument zelf is wel tof, vooral het uitzicht is heel erg gaaf. Als je richting het bouwsel loopt wordt je aan alle kanten aangesproken met de vraag of je wilt parasailen. Nu vind ik het wel jammer dat we niet met een privé chauffeur zijn, anders had ik het graag hier willen doen. 

Het laatste stuk gaat weer slingerend door het Georgische landschap en ik ben blij als de chauffeur roept als het nog maar een kwartiertje rijden is. Uiteindelijk worden we langs de hoofdweg van het dorp Stepantsminda, ook bekend als Kazbegi, afgezet. Langs deze weg liggen de meeste restaurantjes en hier staan ook alle Marsruthka's voor als je het dorp weer wilt verlaten. Verder stelt het dorp niet veel voor. Tot je verder kijkt dan de stoffige straatjes. Je staat midden tussen de bergen met de hoge Kazbeg die boven alles uittorent. Gijs is ook in zijn nopjes want eindelijk ziet hij een besneeuwde top. Hij was al wat teleurgesteld dat we deze onderweg niet zagen. Dan lijken de bergen veel minder hoog volgens hem. 

 

Nu moeten we onze guesthouse nog vinden. We vragen wat taxichauffeurs, die hun vrienden vragen waar het is. Nog geen tien minuten later staan we voor de poort van Veranda Guesthouse. Een vrouwtje opent de poort, maar lijkt geen Engels te spreken. Ineens duwt ze een telefoon in mijn handen. Op het scherm zie ik 'Malika' staan. Aarzelend pak ik de telefoon aan en hou deze tegen mijn oor. 

 

"Hello?" zeg ik wat vertwijfeld. "Gello, gow are you?" klinkt een vrouwenstem aan de andere kant. "Yes I am good, how are you?" reageer ik. "Yes good good" klinkt er. "You made reservation?" gaat de vrouw verder, met een zwaar accent. Ik beaam dit. "Okay good. The woman who let you in is my mother. She speaks only Russian. I am owner, but I am not there. I am busy, but will be back tonight. My mother show you the room, but not tell you about the hotel." ratelt ze, ik gooi er af en toe een uhhu uhhu doorheen. " There is common room for anybody, with coffee and tea. You can go to the terrace, nice view. I will see you later okay. Bye". Snel ratel ik alles wat de vrouw vertelt heeft op tegen Gijs, voordat ik het vergeet. De moeder staat ondertussen te lachen en te knikken. We volgen haar de trap op en ze laat de kamer zien. Af en toe mompelt ze iets. Het is een nette kamer, niets mis mee. We gooien onze tassen neer en volgen moeder naar de common room. Gelijk valt het lijk van een wilde kat op, het velletje hangt gedrapeerd over een van de stoelen. De moeder wijst naar een trap die verder omhoog gaat. "Terrace" zegt ze. Terwijl zij weer naar haar huisje loopt dat naast de guesthouse ligt, gaan wij het terras even bekijken. Het is netjes en inderdaad een prachtig uitzicht met de Kazbeg-berg in de verte.

 

Het enige dat me niet aanstaat is het kleine hondje dat aan een korte ketting vastgebonden in de achtertuin leeft. Er is een kuil ontstaan rond zijn hok, waaruit blijkt dat het dier weinig los loopt. Ik heb ze ook geen enkele keer met het hondje zien lopen. Wat een beperkt leventje moet hij hebben...

Nadat we geacclimatiseerd zijn gaan we terug naar het straatje waar we zijn afgezet. Hier zitten zo een beetje de enige restaurantjes van het dorp. Bij Café 5047m gaan we op het terrasje zitten, proosten op het fantastische uitzicht, eten een droge club sandwich en schelden op de ongemotiveerde bediening. Wel in het Nederlands, zo schijnheilig zijn we dan ook wel weer. 

 

 Natuurlijk moeten we het dorp nog even gaan verkennen. Het stelt niet veel voor. We lopen door wat ik maar de hoofdstraat noem. Er zitten een paar restaurantjes, een bank, het stadhuis, een tourwinkeltje en wat supermarktjes. Even verderop, aan de overkant van een brug, lijken nog wat tentjes te zitten, maar mijn reisgenootje is niet te genieten (dit gebeurt vaker als hij honger heeft, ik moet echt snickers meenemen voor als hij in een hongerige diva verandert). Daarom besluit ik om te keren en bij een ander terrasje van restaurant Khevi proberen we wat te drinken. Na ruim een kwartier genegeerd te worden stormt Gijs woest weg. Ik hobbel er maar achteraan. We lopen zwijgzaam nog een rondje en als we niets boeiends zien gaan we bij Stepantsminda Terrace (niet te vinden op internet) zitten. Hier wordt ons bestaan wel erkend. Er is wifi en ik laat me afleiden door mijn telefoon tot Gijs is afgekoeld. Als hij een bord met vegetarische dumplings voor zich heeft en een koud Kazbegi biertje in zijn hand verbeterd de sfeer al snel. 

 

Khinkali dumplings zijn een lokale specialiteit. De gevulde deegpakketjes kun je in verschillende variaties vinden. Het deeg is gevuld met bouillon, groente en als je wilt vlees. Het is de bedoeling dat je een klein hapje van de zijkant neemt en eerst het vocht uit de dumpling slurpt. Dit gaat bij ons natuurlijk helemaal mis, maar de dingen zijn smakelijk dus we willen hier best op oefenen. 

 Met een volle maag, halen we wat te snaaien en te drinken bij een mini-markt en besluiten op het dakterras bij het verblijf te gaan hangen. Het koelt snel af en ik trek maar een dikke trui aan. Ondertussen bewonderen we de schaapjes op de steile bergwand tot het te donker wordt om iets te zien. 


Stepantsminda, dat tot 2006 Kasbegi heette, ligt aan de voet van de berg Kazbek, waar het zijn voormalige naam vandaan heeft. Het is een kleine plaats met rond de 2500 inwoners. Er zijn een aantal verblijven te vinden en wat restaurants. Echter moet je het hier vooral van de omgeving hebben. Het dorp ligt op 1700 meter hoogte. Het weer kan er snel omslaan en het koelt al vroeg in de avond af. 

De Kazbek-berg is 5047 meter hoog en domineert daarmee zijn omgeving. Het is de op twee na hoogste piek van het land en er zijn zes hogere pieken in de Kaukasus te vinden. 

 

Bron: Wikipedia



0 Berichten

Dark Tourist part II

Dag 4, Chiatura

Zoals gezegd in het vorige artikel moeten de operators van de kabelbaantjes in Chiatura even lunchen.  Onze gids Alex besluit dat we toch eerst naar de stop gaan, die eigenlijk als laatste gepland stond. We stappen de witte Nissan weer in, toch ergens een beetje teleurgesteld, en rijden de stad weer uit. Niet veel later begint Alex te roepen en te wijzen. Ik zie het niet gelijk, maar in de verte doemt de Katshki Pilaar op. Een kalkstenen monoliet die 40 meter boven de rest van het landschap uittorend. Het is een bizar ding, en dat staat er ook nog een klooster op. In 1944 is er onderzoek gedaan op de pilaar en werden er resten gevonden van een oud klooster dat in de 13e eeuw al op de monoliet zou zijn gebouwd. In 1994 vond een ex-crimineel die net uit de gevangenis was vrijgelaten het een mooie plek om  opnieuw een klooster te bouwen. De monnik Maxim woont tegenwoordig helemaal afgezonderd en schijnt niet echt vriendelijk te zijn. Soms worden er mensen toegelaten in zijn domein op de stenen toren, maar dit zijn dan alleen mannen. 

Het is een gaaf ding om te zien, ook van dichtbij. Ik ben mijn sjaal in de auto vergeten en leen een bijzonder muf exemplaar bij de ingang van het terrein. Ergens hoop ik dat de chagrijnige monnik zijn gezicht laat zien, maar helaas hij heeft er geen zin in vandaag. Over het terrein lopen een hoop norse bouwvakkers, die achter hekken bezig zijn met het bouwen van een vaag complex. We struinen over het terrein, bekijken de vele aardewerk vaten om wijn in te bewaren en nemen een kijkje in het kerkje op het terrein. De chauffeur slaat een kruisje en gaat ook naar binnen. Je ziet de mensen hier om de haverklap een kruisje slaan. Bij kerken langs de weg en de stalen kuizen die hoog op de bergen staan. 

 

Ook hier lopen eigenlijk geen andere mensen/toeristen. Alsof er niemand in deze uithoek komt om de bezienswaardigheden te zien. Alex vertelt ons over hoe de monnik zijn boodschappen één keer de zoveel tijd naar boven hijst via het liftje. Gelukkig hoeft hij nooit flessen wijn naar boven te sjouwen, want hij heeft een eigen brouwerijtje op de monoliet gebouwd. Het is heel jammer dat de kluizenaar niet van mensen houdt, want ik had het graag willen zien. Het terrein heb je snel gezien en ook de kerk is niet veel bijzonders. Om nog meer tijd te doden gaan we naar een lokale markt. 

Cha Cha en Churchkhela

De  markt is in een grote hal, die eruit ziet als een bouwterrein. Het ruikt er naar rotte vis en overrijp fruit. De lokale bewoners spotten ons gelijk en blijven ons aanstaren. Ik word er een beetje ongemakkelijk van. Ze zijn enorm vriendelijk als we bij hun waren komen kijken. Voor een paar centjes mogen we wat dingen proeven. We krijgen een stukje churchkhela, waar ik van dacht dat het kaarsen waren, maar wat een soort fruitig karamel  is, vooral gemaakt van druiven, met een vulling van allerlei noten of krenten. Het is lekkerder dan het er uit ziet. Vervolgens komen we bij de drankjeskraam. Hier staan huisgemaakte wijn en cha cha (Georgische Vodka) in plastic flessen naar ons te lonken. Ook hier mogen we proeven. Van de cha cha had ik verwacht dat ik hem heftig zou vinden, maar de wijn, die slaat op de één of andere manier harder in. Ik krijg het niet helemaal op en dwing Gijs het te nuttigen. Zonder ontbijt vallen de goedjes zwaar. 

Stalen Doodskisten

Eindelijk is het dan tijd voor het hoogtepunt van deze dag; de stalen doodskisten die het dal met de toppen van de heuvels verbinden. De karretjes die de mijnwerkers iedere dag gebruiken om naar hun werk en weer terug naar huis te komen. De dingen hangen er al een jaar of 60 en dat is te zien. In het dorp wordt gewerkt aan een nieuwe kabelbaan met een mooi station daarbij, maar volgens Alex zou dit al in 2017 af moeten zijn, het ziet er nog niet naar uit dat het binnenkort geopend wordt. 

 

We melden ons bij de eerste kabelbaan, waar we eerder die ochtend ook zijn geweest. Je kunt zien dat dit in het verleden een mooie vertrekhal moet zijn geweest, maar nu staat het er treurig bij. Door een oudere dame worden we opgewacht en in de verte zien we het roestige wagentje al aankomen. Ik had verwacht dat ik nerveuzer zou zijn om de gammele kist in te stappen, maar ik ben verrassend kalm. De gids is volgens mij meer nerveus. Die karren gaan al meer dan een halve eeuw mee, het zou wel heel toevallig zijn als ze neerstorten als ik er in zit. 

Met zijn vieren gaan we in het metalen bakkie, gids Alex, Gijs, ik en een oud dametje dat gelijk bij de oude stalen telefoon pakt. In het Georgisch roept ze iets en gaat op het bankje zitten. Ineens klinkt er een luide bel, ik schrik me half lam en het bakje begint te schudden. We gaan op weg naar boven. Het is een bizar idee dat hier zo weinig ongelukken mee gebeuren, aangezien de gaten in de dunne vloerplaat zitten. Later op de dag vertelt Alex wel dat er vorige week een bakje storing had en zes uur stil heeft gehangen. Hij durfde het ons niet eerder te vertellen omdat hij bang was dat we niet meer zouden willen. Echt genieten van het uitzicht terwijl we naar boven gaan is er niet bij. De ramen zijn zo beschadigd dat je alleen nog kleuren kunt onderscheiden, maar je ziet echt niet meer wat er daadwerkelijk te zien is. 

Pottenkijkers

Boven aan de heuvel komen we uit bij een gebouwtje, wat er misschien nog wel erger aan toe is als zijn kopie beneden. Deuren hangen scheef in de post en het plafond valt uit elkaar. Zelfs de reling van de trap is langzaam aan het vergaan. Het oogt echt als een spookstad. Echter is het geen spookstad. Er wonen nog best veel mensen in Chiatura, maar ik had van te voren niet verwacht dat het zo een aftandse bende zou zijn. Ik voel me ontzettend ongemakkelijk als we langs de vervallen flats lopen, die voor 99% leeg lijkt te staan, waarvan ik eerst denk dat ze niet bewoond worden, maar waar toch een vrouw haar bonte was aan het ophangen is. Varkens, koeien en kippen lopen tussen de flats door, en deze zien er niet veel beter uit. Waardoor alle mensen zijn weg gegaan is me niet helemaal duidelijk, de mijnen zijn nog steeds aan het werk. De mangaan die hier gewonnen wordt, gebruiken ze om staal te maken. Toch is men van meer dan 30.000 inwoners in 1989, naar 13.800 gegaan in 2012. Ook gids Alex kan hier niet echt een duidelijk antwoord op geven. 

 

We lopen naar een soort uitkijkplateau dat zijn beste tijd gehad heeft. Dat is natuurlijk niet echt een verrassing meer, maar toch blijft het me verbazen hoe de stad er aan toe is. Als je het uitzicht bekijkt kun je de stad voor je zien in zijn hoogtijdagen. Een groene vallei, doorkruist door een helder blauw riviertje. Pas als je beter kijkt zie je de roestige, gescheurde flats en het pikzwarte water. Vreselijk. 

 

Onze gids, die zelf druk bezig is met foto's maken voor op zijn website, vraagt of we één van de flats in willen. Opnieuw denk ik dat het een onbewoonde woontoren is en loop hem achterna door het puin. Nergens zitten ramen in, maar als we een trap of 2 omhoog zijn heb ik toch het idee dat hier ook gewoon mensen wonen. De gids is een huis ingegaan en roept ons. Hier liggen dekens, eten, drinken en kaarsen. In mijn beleving wordt het dan bewoond. Ik kijk vlug even rond, maar voel me echt een pottenkijker. Ik geef aan dat ik niet verder wil, ik vind het niet gepast. 

Tour du Chiatura

Eenmaal weer in het dal lopen we een rondje door de stad. We lopen langs het zwarte riviertje als een vrouwtje ons roept. Wat ze zegt versta ik niet maar ze gebaart druk naar het water. Als we over de reling kijken zien we een regenboog, doordat water uit een kapotte leiding spuit. Het is mooi om te zien hoe de bewoners van het kapotte Chiatura nog naar dit soort dingen kijken. We lopen langs hofjes, waar een hoop druivenplanten staan, niet voor de druiven, maar om schaduw te creëren. In een gore vijver zwemmen wat witte zwanen en zwarte zwanen, waarvan er eentje het voorzien heeft op Gijs en graag een hapje van hem wil nemen. Een eindje verderop roept een man ons naar binnen. Hij is een traditionele bakker en wil ons graag zijn oven laten zien. Het Georgische brood (Puri) wordt op een speciale manier gebakken, namelijk geplakt tegen de wand van een aardewerk oven. Het brood is heerlijk en we eten er een hoop van weg tijdens de vakantie. 

Het is tijd voor het volgende kabelbaantje, dit keer een iets fraaier blauw exemplaar. Vlak over de autoweg, waarbij ik het idee heb dat je keihard zou schrikken als er ineens een karretje boven de weg zweeft. Als er een busje of vrachtwagen plotseling aan zou komen dan wordt het bakje zeker weten geraakt. Boven aan de heuvel komen we bij een enge stellage, waar de operator, een oud vrouwtje, al vanaf de opening werkzaam is. Het enge doorgezakte cabinetje zal als een tweede thuis voelen als je er zo veel tijd doorbrengt. Als ik even snel naar binnen kijk zie ik onder het bureau ook een fles vodka staan. Ik hoop maar dat ze niet meer hoeft te doen dan een hendel overhalen om de karretjes in beweging te krijgen. Als we verder lopen over een pad met gitzwart zand zien we een hoop bedrijvigheid. Een terrein verderop wordt bewaakt door soldaten, die roepen dat we niet verder mogen. Althans dat neem ik aan als de gids en de chauffeur ineens blijven staan. De chauffeur gaat in gesprek met de nerveuze mannen en na een paar minuten mogen we toch een klein stukje doorlopen. We komen uit bij een railbaan, waar de mangaan in karretjes over heen wordt vervoerd. Opnieuw ziet het er uit alsof het al dertig jaar geleden aan vervanging toe was. Er rijdt een vaag wagentje langs, wat wel wat weg heeft van de Batmobile. 

De Mijnen

Er staat nog een laatste ritje met een kabelbaan op ons te wachten. Opnieuw een vervallen ding, misschien nog wel de ergste tot nu toe. Boven op deze heuvel kunnen we gaan kijken bij de mijnen zelf, we mogen er niet in, maar van een afstandje kijken is prima zegt Alex. We moeten wel een eindje lopen, een kilometer of twee, waarschuwt hij ons. Ik mag hopen dat we dat redden, ik weet niet wat voor beeld hij van ons heeft. We lopen nog geen 500 meter of een aardige oude man biedt ons een lift aan in zijn krakkemikkige busje. Dat is natuurlijk altijd beter dan lopen zou je denken, maar we zijn de straat nog niet uit of ik vrees al dat Gijs groen zal gaan wegtrekken. De stoelen zijn echt keihard en we stuiteren alle kanten op. Ik vind het grappig, maar Gijs volgens mij wat minder. Na een minuut of 10 en een paar stops om andere mensen op te pikken, worden we bij de mijnen afgezet. Gijs en ik moeten gelijk aan het wilde westen denken, zo een sfeertje hangt er. De chauffeur spot een ijswinkeltje en komt terug met chocolade ijsjes. Op een afstandje, likkend aan onze ijsjes, staan we te kijken hoe de mijnwerkers druk bezig zijn met hun zware werk. Alex benadrukt dat de veiligheid hier absoluut niet voorop staat en al helemaal niet voldoet aan de Europese eisen. De eigenaar van de mijn betaalt te weinig en geeft niets op zijn personeel. Dat is wel te zien aan de staat van de kabelbaantjes. 

Moe van alle indrukken gaan we weer terug de Nissan in en rijden richting Tbilisi. Het duurt niet lang voordat ik weg begin te dommelen. Ik gooi de luxe stoel in standje tukken en val in slaap. Zo gaat de terug rit lekker snel. We maken nog een korte stop bij een klooster vlak bij de hoofdstad, maar daar komen we later deze week nog een keer. Dat wordt niet zo een gigantisch lang artikel, dus zal ik er dan meer over schrijven. Eenmaal terug in Tbilisi laten we ons afzetten op het plein vlakbij ons verblijf en geven Alex en de chauffeur een fooitje en nemen afscheid. 

 

We eten een hapje bij een restaurantje, waar de bediening chagrijnig is en het eten matig. Als we ons buikje vol hebben moeten we nog één ding doen;  het Narikala fort beklimmen om de as van mijn moeder uit te strooien. Het is er druk, maar we vinden een doorgaan, zodat we stiekem één van de torens kunnen beklimmen. Dit is misschien niet echt slim, vooral niet in het donker, maar het is wel gaaf!

0 Berichten

Dark Tourist

Dag 4, Chiatura

Onze dag begint vroeg, om 6.45 uur gaat de wekker. Ik spring letterlijk op en ga douchen. Ik ben ergens nog steeds bang dat we onze €180 ,-  die we voor deze tour hebben betaalt kwijt zijn. Het zou de eerste keer zijn dat we zijn opgelicht, maar toch heb ik een knagend gevoel. Om 8 uur lopen we de poort bij ons verblijf uit en gaan de berg af naar beneden. We zouden worden opgepikt voor de deur, maar dat is hier niet mogelijk. Aangezien we zelf ook heel lang aan het zoeken waren, verwacht ik niet dat de tourguide ons verblijf wel zal kunnen vinden. Eenmaal een paar meter de berg af zien we een witte Nissan met de deuren wagenwijd open. Een jonge vent is druk aan het praten met een voorbijganger. Hij ziet ons en zwaait, duidelijk opgelucht. "Are you Mandy?" checkt hij voor de zekerheid. Als ik dit bevestig slaakt hij een zucht van opluchting. "I could'nt find your hotel, I was very worried!" zegt hij lachend. En ik me maar zorgen maken over oplichting... De man stelt zich voor als Alex en is denk ik van onze leeftijd. We hebben zelfs een privé chauffeur, van wie ik de naam helaas vergeten ben. Snel duiken we de luxe Nissan in en ik snap waarom de tour wat duurder was. Ik heb nog nooit eerder op deze manier een tour gedaan, maar het bevalt me nu al!

Alex zegt:

Direct nadat we wegrijden begint Alex druk te vertellen over de stad. We horen over het lelijke sovjet gebouw dat nu als nationale bank dient, over Koning Huppeldepup die de vele volken van Georgië wist te verbinden en die nu op een grote sokkel uitkijkt over de drukke wegen van de hoofdstad en over het pretpark wat op de heuvels schijnt te liggen. Had ik dat laatste maar eerder geweten. Het is nog iets te vroeg voor mij om alles op te slaan wat hij zegt, maar ik knik heel geïnteresseerd. Alex spreekt goed Engels, maar als je ergens dieper op in wilt gaan, dan begrijpt hij je niet. Ik weet niet wat het is, maar dit zullen we nog veel vaker hebben deze weken. Als we de stad achter ons hebben gelaten krijgen we eindelijk iets te zien van het Georgische landschap. Alex vertelt dat het heel erg droog is in deze omgeving en dat het wel herfst lijkt. 

De stad Mtsketa, in de kruising van de rivieren, kijk de verschillende kleuren van het water!
De stad Mtsketa, in de kruising van de rivieren, kijk de verschillende kleuren van het water!

Het maakt me niet uit, ik vind het er gaaf uitzien. Weer een heel ander landschap dan ik gewend ben. We rijden langs de oude hoofdstad Mtscheta. Hier begint Alex een verhaal te vertellen over Sidonia. Inmiddels ben ik al redelijk opgestart en is er wat opslagruimte vrij om het verhaal te onthouden. Het gaat over Elias, de Georgische Jood, die in Jerusalem was ten tijde van de kruisiging van Jezus. Deze Elias kocht de mantel van Jezus van een Romeinse soldaat, ik denk als een soort souvenirtje van deze toffe gebeurtenis. De mantel ging mee terug naar Mtscheta. Zij zuster Sidonia wacht hem op en heeft het gezegde 'kijken doe je met je ogen' niet meegekregen. Ze pakt de mantel en wordt overspoelt door emotie, het is zo erg dat ze ter plekke sterft. De mantel blijft ze echter stevig vasthouden en niemand krijgt het los. Ze wordt met mantel en al begraven in de stad. Op de plek groeit een gigantische Cider boom, die magische krachten heeft. Sint Nino wil graag de eerste kerk van het land bouwen, precies op de plek waar Sidonia en de mantel liggen begraven. Hij laat de Cider boom omhakken en verwerken tot zeven grote pilaren. De pilaren moeten dienen als de fundering voor de kerk. De eerste zes gaan gemakkelijk op hun plek, maar de zevende weigert. Deze blijft zweven,  net boven de grond. Sint Nino ziet het al helemaal gebeuren dat zijn kerk er nooit zal komen. Hij bidt de hele nacht en de magische pilaar laat zich toch naar de grond werken. De magische krachten van de zevende pilaar blijven wel bestaan, er schijnt een heilig vloeistof uit te komen, die alle aandoeningen kan genezen. Is dat geen mooi verhaal? 

The real Georgia

Nadat we nog wat stadjes passeren en ontbijt halen bij een tankstation, komen we langzaam terecht op het platteland van Georgië. Alex noemt het 'the real Georgia'. Hier zie je het echte leven van de hardwerkende Georgiër, of toch niet? Alex omschrijft de Georgiërs als 'born lazy en then life just happens to them'. We rijden door de tomatentuinen, komkommerplantages, maar vooral heel echt heel veel druivenvelden. En dat terwijl het klimaat in dit deel van het land niet geschikt is voor de wijndruiven die verbouwd worden. Dit ligt namelijk aan het oosten van Tbilisi. 

 

Hoe je de naam van de hoofdstad nou eigenlijk moet uitspreken is me echt onduidelijk. Het lijkt wel alsof iedereen hier zijn fantasie op los heeft gelaten. Wij zeggen Tiebliesie, Alex zegt Bliesie, de taxichauffeur heeft het over Tiefliesie en de gastvrouw in het hotel noemt het Tiepliesie.... Heel mysterieus!

Rotskerk

Na 2.5 uur komen in de buurt van onze hoofdbestemming, maar we stoppen eerst bij het Mgvimevi klooster. Ik heb een sjaal bij me, die ik kan gebruiken om mijn hoofd te bedekken. Dat is in Georgië namelijk gebruikelijk. De vrouwen bedekken hun haar en schouders, de mannen doen juist hun hoofddeksel af en ook zij bedekken hun benen, in ieder geval tot ruim over hun knieën. Het liefst dragen de vrouwen ook nog een lange jurk, maar dit is geen vereiste. Bij de meeste kerken kun je gebruik maken van de doeken die daar klaar hangen, maar het liefste doe ik dit niet. De meeste ruiken nogal muf. Door mijn paarse sjaal en roze broek ben ik wel een klein beetje heel erg een explosie van kleur ...

 

We moeten een aantal trappen op voordat we bij het eerste stuk komen. Een saaie grot, met een graffiti kruis. Als dit het is voel ik me een beetje beteuterd. 

Ik word niet teleurgesteld, deze grot blijkt een voorproefje. We beklimmen nog wat fijne trappen, echt mijn favoriete bezigheid, en komen uit bij een kerk uit de 8ste eeuw. Er loopt een indrukwekkende monnik, helemaal gekleed in het zwart. In de koude grot is een gezinnetje aan het bidden. In een schaal met zand staan stinkende kaarsen te walmen. Behalve de monnik en het gezinnetje is er niemand te bekennen en al helemaal geen toeristen. Ik voel me altijd een beetje opgelaten in een kerk, alsof ik er niet hoor te zijn. Ik doe mijn best om op mijn gemak rond te lopen, maar dit lukt niet echt. Ondertussen vertelt Alex wat over de muurschilderingen. Ineens zegt hij dat ik op het graf van een monnik sta te trappelen. Nu voel ik me helemaal bezwaard om hier te zijn, hoe vaak hij ook zegt dat het niet erg is. 

De ijzeren doodskisten

We gaan weer verder naar onze volgende stop, Chiatura zelf. Onderweg zien we de ijzeren kabelkarretjes al hoog boven ons in de bergen hangen. Nu zien ze er nog weinig indrukwekkend uit. Ondertussen vertelt de chauffeur in het Georgisch een verhaal aan Alex, die enorm zit te grinniken. In het Engels vertaalt hij een waar liefdesverhaal over de man en zijn eerste vriendinnetje, die blijkbaar hier in Chiatura woont. Hij is nadat het uit is gegaan nooit meer terug geweest. Ik zie al helemaal voor me dat ze elkaar hier terug vinden en elkaar in de armen vliegen. Alex merkt op dat zijn vrouw en vijf kinderen daar niet zo blij mee zouden zijn... oeps! 

 

We stoppen bij een kruising en parkeren langs een grote muur die gewijd is aan een Georgische schrijver. Dit wordt onze eerste echte indruk van de stad. We steken de kruising over en lopen naar een van de vertrekhuisjes van de kabelbaantjes. Deze worden al een jaar of zestig gebruikt om de mijnwerkers van de stad naar hun werk in de bergen te verplaatsen. De dingen zijn onveilig en ontzettend verroest, maar ze doen waar ze voor gemaakt zijn. Als we in het vervallen huisje aankomen voel ik toch wat kriebels in mijn buik. Ook de chauffeur staat wat ongemakkelijk van zijn ene been op het andere te hopsen. Alex is druk aan het onderhandelen met het vrouwtje dat de karretjes opereert. Het is een rimpelig mensje dat hier al lijkt te zijn vanaf de opening van de kabelbaantjes. Teleurgesteld komt Alex bij ons terug. Ik ben bang dat we het hele stuk voor niets hebben gereden en dat we niet in de bakjes mogen. Hij blijkt een tikkeltje dramatisch, het is lunchpauze en over een uurtje moeten we terug komen. Ik ben opgelucht, maar weet niet wat we in vredesnaam in het komende uur moeten gaan doen. 

 

Alex besluit dat we eerst de stad weer uit gaan om naar een andere bezienswaardigheid te gaan. Hoewel dit allemaal heel interessant is, bewaar ik het voor het volgende artikel..... TO BE CONTINUED.... 

Previous: Tbilisi part II


0 Berichten

Tbilisi part II

Dag 3 - Tbilisi

De dag begint doelloos. Zoals ik al zei, ik ben nog geen fan van de stad en we weten niet goed wat we moeten gaan doen. We hobbelen wat rond en lopen tegen de zwavel baden  in het oude stadsdeel 'Abanotubani' aan. Het zijn grote bakstenen koepels met af en toe een vleugje eierlucht.  

 

We lopen verder langs en ineens voel ik het, de sfeer die ik mistte. Een stroompje water in een klein ravijntje, overal balkonnetjes en op de achtergrond de heuvels. Over houten looppaden lopen we richting een brug met (jaaaaawel) slotjes. Ik weet deze ook overal te vinden. Er klinkt typisch Georgische muziek, afkomstig van twee mannen in klederdracht.  Uiteindelijk komen we uit bij een watervalletje. Dit is best vreemd, zo midden in de stad, maar even heb je het idee dat je ver buiten Tbilisi bent. Het is er ook redelijk rustig, terwijl ik het echt een heel leuk en ook typisch stukje van de stad vind. In het stroompje is een hondje druk aan het spelen. Ik vermoed dat hij een kikker als speelmaatje heeft gevonden en ik weet niet of deze zo blij is met het gezelschap. Mijn beeld is op de één of andere manier gelijk verandert. Tbilisi is duidelijk hard aan het werk geslagen om mijn mening bij te stellen. 

Aan het drukke Meidan plein zoeken we een plekje om te lunchen. Ik heb niet zo een honger en samen bestellen we een Khachapuri. Dit is een typisch Georgisch gerecht, wat vooral als ontbijt schijnt te dienen, maar ik kan me niet goed voorstellen hoe je dit vroeg op de ochtend weg krijgt. Het is een soort plat pizza brood, met kilo's kaas en boter. Althans dat is de eerste variant, de Khachapuri Imereti. Je hebt nog een heel arsenaal aan soorten en maten. Gijs maakt het zijn missie om ze allemaal te testen. Na een punt zit ik al behoorlijk vol, die kaas is ontzettend machtig. Ik probeer ondertussen uit alle macht om mijn telefoon en dan vooral internet aan de praat te krijgen. We hebben nog een hele dag in Tbilisi en dat is toch wat veel van het goede. Ik kom er te laat achter dat vandaag (maandag) de meeste toeristische trekpleisters gesloten zijn. Voor de dag hierna wil ik toch een tour gaan boeken om wat meer van de omgeving te zien. Het is een enorm gekloot en nu weet ik weer zeker dat op de bonnefooi backpacken waarschijnlijk niets voor mij is. Ik raak hier al van in de stress, moet je nagaan als ik geen slaapplek zou hebben. Uiteindelijk weet ik via Tripadvisor (voor het eerst) een tour te boeken. Ik moet gelijk betalen en op de één of andere manier raak ik hier ook heel nerveus van. Ik probeer het gestress van me af te zetten en maar weer verder te gaan met het verkennen van Tbilisi. 

Na het gepiel op mijn telefoon, wat ongeveer een uur in beslag heeft genomen, gooi ik het ding terug in mijn tas en ga ik weer genieten van waar ik ben. We lopen via de vrijeheidsbrug naar de andere kant van het water om de grote kerk te bekijken die het uitzicht domineert. We lopen weer door de armzalige wijken, waar soms alleen nog muren overeind staan. 

De grote opzichtige kathedraal, waar ik van dacht dat hij echt heeeeel oud was, blijkt gebouwd te zijn tussen 1995 en 2004. De Sameba kathedraal is tot stand gekomen ter ere van de geboorte van het 1500 -jarig bestaan van de kerk en natuurlijk voor de 2000ste verjaardag van Jezus. Hieper de piep, hoera! Het ding is echt groot. "De St. Vitus in Praag is wel groter!" roept Gijs, die niet echt onder de indruk is. Hierop volgt een discussie die vooral bestaat uit welles nietes welles nietes. Uiteindelijk heeft Gijs natuurlijk een veel beter ruimtelijk inzicht en de St. Vitus in Praag is inderdaad ietsje groter. Voor de kerk hebben alle zielige mensen van Tbilisi zich verzamelt en zitten te bedelen. We ontlopen ze en gaan niet naar binnen, daar wordt ik altijd een beetje ongemakkelijk van.  

We struinen nog wat door de vervallen straatjes en proberen een weg terug naar de andere kant van het water te vinden. Uiteindelijk komen we uit bij een doorgang die ik op het eerste oog maar onguur vind, maar waar super toffe kunstwerken te zien zijn. We dwalen wat langs de streetart en worden ondertussen vreemd aangekeken door de lokale bevolking die langs ons loopt. 

Uiteindelijk komen we dan toch aan de gezelligere kant van het water. We lopen eigenlijk automatisch tegen het gekke klokkentorentje aan waar we vanmorgen naar op zoek waren geweest, maar niet konden vinden. Het torentje is een poppentheater dat is gebouwd als eerbetoon aan Georgische poppenspeler/regisseur/schrijver/schilder/beeldhouwer  (geen grap). Zijn naam is Revaz "Rezo" Gabriadze en het theater draagt ook zijn naam. Het is druk rond het gekke ding, de mensen wachten waarschijnlijk op één van de voorstellingen die hier om de zoveel tijd spelen, maar ik ben te ongeduldig. Verderop zie ik namelijk een straatje dat ik er erg leuk uit vind zien. We lopen tegen de jackpot aan. Straten  vol restaurantjes, barretjes en winkeltjes. Dit hebben we de dag er voor helemaal over het hoofd gezien. Tbilisi probeert het echt goed met ons te maken en dat lukt. Bij Friends Bar gaan we zitten. Natuurlijk blijven we hier weer veel te lang hangen, maar we vermaken ons prima met de rare toeristen, de schattige gebouwtjes en ons reisgidsje die ik eindelijk besluit open te slaan. 

Als we die avond terug lopen naar het verblijf, met een omweg richting de nachtwinkel om nog wat versnaperingen in te slaan, horen we harde muziek uit een pand komen. Het is gek, we hebben het al eerder gehoord, maar het café waar het vandaan komt lijkt gesloten. Onze nieuwsgierigheid wint het en we besluiten toch een kijkje te gaan nemen en gaan het Art Café binnen. Het lijkt inderdaad uitgestorven. Op de benenverdieping, waar ook een bar en keuken te vinden zijn, is geen personeel of iets te zien. De muziek komt van boven, inmiddels moet ik ook plassen dus gaan we de trappen op. Ik kom een pauper toilet tegen, dat een oude badkamer is. De muren zijn onder gekalkt met teksten als 'I'm a 90's baby' en 'Light my fire'.  Heul rock & roll natuurlijk. Ondertussen zijn we nog geen andere ziel tegen gekomen, maar de muziek klinkt nog steeds boven ons. Nog een etage hoger vinden we eindelijk wat publiek, maar hier is het helemaal vol. We nemen nog één trap en komen op een dakterras uit. Het is een waar hipster gebeuren, waar nog precies één tafeltje vrij is voor ons. Hier maken we dankbaar gebruik van, giechelen om de andere gasten en vooral de uberhipster barman, die ons minder leuk vind. We drinken een biertje en gaan dan toch maar terug naar Cherdachok.

 

Op ons eigen dakterras vinden we drie chagrijnige Russische dames, die het maar niets vinden dat we hun komen storen. Jammer joh! Al snel hebben we ons een tafeltje toe geëigend en is Gijs druk bezig met een bezoeker te vermaken. Een harig, grijs katje dat binnen vijf seconden op zijn schoot duikt. Een laatste charme offensief van de stad en Tbilisi heeft gewonnen. Ik geef me over, ik ben toch een beetje fan geworden. 

 

0 Berichten

Selfies in Tbilisi

Dag 2, Tbilisi

Om 9 uur gaat de wekker, maar ik ben er nog niet klaar voor. Dan maar wakker worden onder een ijskoude douche. Vervolgens moeten we de tassen al weer inpakken, want dit hotel was maar voor één nacht. Bij het schattige tantetje bij de receptie vragen we of ze een taxi wil regelen. Het is niet gelijk duidelijk, maar met gebaren en veel gegiechel begrijpen we elkaar uit eindelijk wel weer. Ze loopt mee naar de rand van de weg, wuift wat, schreeuwt iets in het Georgisch en pleegt af en toe een telefoontje. We zien de verrotte auto's voorbij rijden zonder bumpers en met grote barsten in de voorruit voorbij zie scheuren. Als het er maar niet zo één wordt., denk ik nog, maar natuurlijk stopt er een vreselijk barrel. De gordel werkt niet, de ruit ligt bijna in tweeën, maar met horten en stoten vertrekken we. 

Mijn eerste indruk van Tbilisi is verwarrend. Aan de ene kant krijg ik op de één of andere manier het gevoel alsof ik terug in Azië ben, maar ook rijden we de ene commi block na de andere voorbij. Ik weet nog niet helemaal wat ik hier van moet denken. Al snel verandert het uitzicht als we de binnen stad inrijden. Hier zie vluchtig wat oude straatjes in de verte, kerkjes doemen op en steeds meer toeristen verschijnen op het toneel. Plotseling rijden we kleine straatjes in, proberen een berg op te rijden, maar lijken steeds meer te verdwalen. Om de paar seconden stopt de taxi chauffeur om de weg te vragen. Hij raakt enorm geïrriteerd. Opeens vraagt hij ook nog eens om 5 Lari extra, waarschijnlijk omdat het langer duurt dan hij verwacht. Als hij iemand aanspreekt lijkt die te weten waar we heen moeten. De man wenkt ons, de taxi chauffeur is opgelucht en rent bijna naar de achterbak om onze tassen uit zijn auto te gooien. Een klein beetje overdreven, maar ik ben blij dat ik het barrel uit ben. Tot dat ik zie dat we voor een rottige trap staan, met ongelijke en hoge treden. We volgen de man naar boven, ik heb er behoorlijk wat moeite mee door de tas van 17 kilo op mijn rug. Als we boven zijn gaat de man terug, maar wij zien geen hotel. Verdwaasd staan we te dralen (en ik probeer op adem te komen) als er een ouder vrouwtje op een balkon verschijnt. Er wordt iets onverstaanbaars geroepen, ik neem aan dat we niet verder moeten lopen. Ik antwoord met Cherdachok, wat de naam van ons verblijf is. Er wordt gewezen en weer iets geroepen, maar ik kan haar niet verstaan. Ze verdwijnt weer naar binnen en verbaasd blijven wij staan. 

Cherdachok

De vrouw verschijnt opnieuw, schreeuwt ons weer iets toe en begint op een deur te bonzen. "Nona! Nona!", krijst ze. Ik begrijp er echt helemaal niets van, is dit nog wel voor ons bedoelt? Verderop in de steeg gaat een andere deur open. Een jongere vrouw steekt haar hoofd naar buiten en wuift dat we moeten komen. Ondertussen zijn er al een miljoen scenario's door mijn hoofd geschoten. We lopen naar de vrouw en ze gebaart dat we naar binnen moeten komen. Ik vermoedt dat we door haar huis mogen lopen, omdat we aan aan de andere kant moeten zijn. Als we het sobere huisje inlopen kijk ik vluchtig even rond. Donkere meubels en maar weinig aankleding. Het ziet er sober uit en niet bepaalt gezellig. 
De vrouw loopt een trap op. Nu snap ik er werkelijk niets meer van. Ik prop me met mijn enorme rugtas door het trappengat en kom in een lichte ruimte die echt een niets lijkt op de ruimte beneden. Zonder iets te zeggen, maar met een glimlach op haar gezicht wijst ze naar een volgende deur. Het is een nette kamer. Ik begrijp nu pas dat we net door het huis van de eigenaresse zijn gelopen en naar het verblijf dat we hebben geboekt voor de komende nachten zijn gebracht. 

Als het kwartje is gevallen zie ik pas echt op wat voor een fijne plek we terecht zijn gekomen. Cherdachok is een net apartement. Wij hadden een kamertje met eigen badkamer, maar je hebt nog twee andere kamers met een gedeelde badkamer. Buiten op het dakterras met super gaaf uitzicht over de stad, vind je de keuken waar alles inzit wat je nodig hebt. Als we verlost zijn van de tassen gaan we gelijk even zitten. Nona spreekt een paar zinnetjes Engels, waarmee ze je prima wegwijs in het verblijf kan maken, maar verder kom je niet. Ze heeft een vriend/kennis/familielid die ze kan bellen om te helpen vertalen. We hebben zo goed als we konden een praatje gemaakt en kregen een blauwe fles wijn. "Homede", weet ze te vertellen met een grote grijs. Als we braaf een glaasje inschenken vrees ik het ergste, 
Ik hou eigenlijk niet zo van wijn. Het amberkleurige wijntje, wat typisch Georgisch is, smaakt me echter wel. Het schijnt anders gemaakt te worden dan de wijn die ik ken. Alles van de druif wordt gebruikt, ook de pitten, en het zit in een aardewerk kruik en niet in een vat. Na 2 glaasjes en te weinig nachtrust voel ik al een rozig roesje opkomen. Gevaarlijk spul!

Struinen in Tbilisi

Ondertussen zijn we al weer even verder en hebben we eigenlijk nog niets van Tbilisi gezien. We besluiten maar gewoon rond te gaan dwalen. Ik besluit om naar het oude gedeelte te lopen, of althans, waarvan ik denk dat het een oud gedeelte is. Als we over de brug naar de overkant van het water gaan lopen worden we aangesproken door vervelende tour mensen. De ene probeert je een hop-on hop-off bus in te krijgen en de volgende wil je een boottocht aansmeren. Heul irritant! 

 

We voelen ons al snel een beetje verloren. We zijn de andere toeristen kwijt en weten niet zo goed wat we nou eigenlijk aan het doen zijn. De omgeving is niet bepaalt mooi. Oud is het wel, maar meer richting vervallen. Bij een supermarkt halen we wat broodjes en drinken en gaan in een klein parkje zitten. Ik stel toch maar voor om de kabelbaan te pakken, dan zien we daarna wel verder, maar dan hebben we in ieder geval dat gezien.  Wat ik aan zag voor het oude gedeelte, is dus niet het officiële old town... maar gewoon een oud stuk aan de overkant van de rivier.  Er is ook nergens een terrasje te vinden. 

Ondertussen ben ik nog niet echt onder de indruk van Tbilisi, de stad weet me op de één of andere manier niet te boeien. We lopen naar de kabelbaan, waarvan de ingang op een groot grasveld ligt. Opnieuw staan er weer mensen klaar om ons dingen aan te smeren, ik hoor eigenlijk niet eens meer wat ze zeggen. Ook zien we een man met een aapje, zo zielig... 

 

Het is niet druk bij de kabelbaan. Je koopt een metrokaart bij de kassa, die je ook voor het openbaar vervoer kunt gebruiken. Dit werkt eigenlijk hetzelfde als de OV chipkaart bij ons. Op veel plekken vind je oplaadpunten, zomaar op straat, of bij de kleine supermarktjes. De kaart kost 6 Lira en daar zit je retourticket dan al bij in. 

 

We stappen het bakje in, samen met een ander setje en zoeven naar boven. Het gaat wat sneller dan verwacht en het uitzicht is mooi. Voor we het weten staan we op de heuvel. We gaan allereerst even bij de moeder van Georgië om hallo te zeggen. 

De moeder van Georgië

Oftewel Kartlis Deda. Het aluminium beeld dat in 1958 op de Solakiheuvel werd onthuld, staat daar ter ere van het 1500- jarig bestaan van de stad. In de typische Georgische klederdracht staat zij symbool voor het karakter van de Georgiërs. In haar linkerhand houdt zij een glas wijn omhoog om vrienden welkom te heetten, maar in haar rechterhand houdt zij haar zwaard vast om vijanden af te schrikken. Aldus Wikipedia. 

 

We struinen wat rond op de heuvelrug, bekijken de souvenirtjes die bij de marktkraam liggen en ontwijken de vele selfie-nemende toeristen. Het is mooi weer, maar toch hangt er een soort nevel. Eerst denk ik dat het smog is, maar later horen we dat het Sahara-zand is dat is over komen waaien. Bij ons in Nederland hebben we daar vrij regelmatig mee te maken, maar in Georgië schijnt het een bijzonder iets te zijn. Op de foto links, van de moeder van Georgië, kun je dit ook goed zien. Het schijnt dat een tijd terug in de winter de sneeuw oranje kleurde door het reizende woestijnzand. 


Botanische Tuinen

Voor 2 lira per persoon kun je de gigantische botanische tuinen van Tbilisi verkennen. Om een middag te doden lijkt het me wel wat dus we gaan de lange metalen trap af en kopen een kaartje. Ik ben opnieuw wat teleurgesteld. Er is geen bloem meer te bekennen (eigen schuld, ik heb er niet over nagedacht dat het laat zomer is, maar in de lente schijnt het meer dan de moeite waard te zijn). De tuinen worden gebruikt door jonge meisjes die het als één groot selfie decor zien. Ik heb inmiddels echt een overdosis gehad van de selfie-nemers die continu in de weg staan, bruggen voor zichzelf claimen en 500 foto's voor een watervalletje willen nemen. Bah! 

 

Na een rondje door het park  ben ik er wel klaar mee. Ik weet echt niet waarom, misschien ben ik gewoon nog moe van de reis er heen, maar Tbilisi kan me maar niet grijpen. We besluiten terug naar de stad beneden te gaan. Vanuit de kabelbaan spotten we gezellige straatjes, die we goed in ons geheugen prenten. Misschien kan ik hierdoor van gedachten veranderen. 

Schatten van de stad

Al snel nadat we beneden in de stad zijn en alle vervelende verkopers hebben weten te ontwijken, ontdekken we de straatjes met restaurantjes en terrasjes. Die hebben we gewoon keihard over het hoofd gezien. 

We strijken neer bij Organique Josper, een restaurant dat ook veel vegetarische gerechten op het menu heeft staan, en komen hier voorlopig niet meer weg. Het is tijd voor bier! Ik vind het een fijne tent, het personeel is vriendelijk en spreekt goed Engels, maar er is nog iets belangrijkers. Er zijn hier katten...heel veel katten. Al snel ben ik vrienden met een zwangere poes die spontaan Adelle heet, maar wordt ik ook gestalkt door een vreemde kater die niet meer van mijn schoot af wil. Het duurt niet lang of ik met manieren aan het bedenken om mijn vriend Ali mee naar Nederland te krijgen. Door de gezelligheid in het straatje en de lieve katten begin ik Tbilisi iets meer te waarderen. Er is dus nog hoop...

0 Berichten

Land van de Lada's

Dag 1, Tbilisi

Midden in de nacht worden we opgehaald van het vliegveld van Tbilisi, de hoofdstad van Georgië. Een dikke man staat klaar met een bordje waar 'MandyVan' op staat. Ik hoop maar dat hij ons ermee bedoelt, maar daar gaan we maar vanuit. Echt een gesprek aangaan zit er niet in. Hello en Taxi wil nog lukken, maar meer Engels komt er niet uit. We moeten nog naar een ATM om Lari's te pinnen. Zelfs dit is moeilijk te begrijpend. Hij bromt het één en ander in het Georgisch, maar sjokt achter ons aan. Moe en verward staan we voor het apparaat, ik ben al weer bang dat dit een fiasco wordt, maar al snel tuft hij tig briefjes uit zijn gleuf. Gelukkig maar, we hebben wel eens anders meegemaakt. 

 

Als we over de parkeerplaats achter de man aanlopen, zie ik overal al de Lada's staan. De schattige auto's geven je gelijk het idee dat je in een sovjet land bent aangekomen. Ondertussen probeert de brompot ons allerlei ritjes aan te smeren. 'Taxi tomorrow? Taxi Kazbegi? Taxi Supermarket? Taxi Restaurant?', Maar overal krijgt hij een No op terug. Hier gaat hij nog even op door. 'Taxi noooo, supermarket noooo', buldert hij. Ik ben blij dat hij lol heeft. 

 

In het kleine schuddende autootje worden we naar hotel Lilo gebracht, dat op tien minuutjes rijden van het vliegveld ligt. De taxichauffeur pakt mijn tas, die ik zelf niet meer mag tillen en brengt deze naar binnen in het gebouw dat verzwolgen is door klimplanten. Hij gooit mijn tas in de hal, gebaard dat we moeten wachten en sleept zichzelf de trap op naar de receptie. We horen hem weer 'Taxi nooooo' roepen en lacht er weer luid achteraan. Hij vind zichzelf echt heel grappig. Al snel komt hij weer naar beneden met een ouder vrouwtje, dat er uit ziet als een vriendelijk mens. 'Ruski?' vraagt ze me. 'No, English?' reageer ik. 'No' is het antwoord. Ach het komt vast wel goed. Door de lange hal, die doet denken aan een motel, worden we naar de kamer gebracht, met rode muren, groen tapijt en glanzende meubels. Alles komt op je af, maar het is maar voor één nacht. Met handen en voeten handelen we onze check in af, het gaat prima ondanks dat het vrouwtje maar 3 woorden Engels spreekt. 

 

Het is al een uur of 3 lokale tijd, dus snel poetsen we onze tanden en duiken het bed in. We zijn behoorlijk gesloopt na de vreselijke transfer, waarbij we ons 6 uur hebben zitten vervelen op Minsk in Belarus (waar ze wel kaviaar in een snackautomaat verkopen). Al met al zijn we 20 uur onderweg geweest. Ik kruip onder de ouderwetse, gebloemde dekens, bedenk me even dat ik er eindelijk echt ben, maar val al snel in slaap. 

0 Berichten

Tchau Madeira!

Half 7 gaat de wekker. Ik heb natuurlijk weer kut geslapen en ben om het half uur ongeveer wel wakker geworden. Snel even douchen en de laatste spullen in de rugtassen gooien. Die krijg ik minder goed ingepakt dan op de heenweg, maar er is eigenlijk amper wat bij gekomen. De drankjes en snacks die we over hebben laten we staan. Misschien is de gekke baas hier blij mee. 

 

Precies volgens mijn planning staan we om 7.30 uur buiten. We lopen naar de taxistandplaats en vragen of iemand ons naar het vliegveld kan brengen. Toevallig is dit dezelfde chauffeur die ons ook naar Pico Arieiro heeft gebracht. 

 

Ongeveer 20 minuten later en €35 lichter staan we al op het vliegveld. Ik had liever weer de Aerobus gepakt, maar die rijdt pas vanaf 9 uur. bij een koffietentje halen we broodjes en een vieze cappuccino. Ik heb gisterochtend al ingecheckt en heb de boardingpass op mijn telefoon staan. Ik word hier een beetje nerveus van, ik heb toch liever een papiertje in mijn handen. 

 

Na wat inzoomen, weer uitzoomen en het scherm lichter maken, lukt het toch om de passen te scannen. We moeten toch best lang wachten en we hadden best wat later kunnen vertrekken. Het is niet echt duidelijk waar we nou moeten zijn, er staat geen gate aangegeven op de borden. Pas om 9.20 uur verschijnt het gatenummer op de borden. Het halve vliegveld springt op en begeeft zich richting de gate. Het is druk en er zijn veel te weinig zitplaatsen. We gaan  maar in de rij staan. Hier komen we onze helden tegen, die ons uit de wildernis bij Achada do Teixeira een lift hebben gegeven. 

 

Als we langs de balie zijn (inzoomen, uitzoomen, scherm donkerder en lichter maken) mogen we een busje in. Ik zie twintig meter verderop het vliegtuig al staan en dit voelt lichtelijk overbodig, maar het zal wel met veiligheid te maken hebben. We zitten bijna vooraan in de vliegmachine en deze keer kunnen we wel naast elkaar zitten. 

De vlucht gaat soepel en ik geniet van de mooie uitzichten. We vliegen over Lissabon, wat een gigantische stad. Bij Nederland vliegen we langs de kust, echt supergaaf om de duinen op deze manier te zien. Zeeland is heel tof om te zien, volgens mij is het meer zee dan land...Ook zie ik IJmuiden liggen, waar Gijs en ik een nacht in een hotel hebben gezeten, welke ik ook kan zien liggen. 

 

Als we nog een keer afscheid hebben genomen van onze liftgevende helden, kunnen wij lekker doorlopen met onze handbagage en staan we al snel in de aankomsthal. Even ben ik gedesoriënteerd en op zoek naar een bordje naar de uitgang. 'Joehoeeee' hoor ik luid en herken de stem. Max zwaait naar ons vanaf een cafeetje en Nanouk zit met een brede lach op haar gezicht. Even snap ik er niets van, maar ze zijn ons gewoon ook weer komen halen! Geweldig! En het beste.... er staan zelfs biertjes op ons te wachten!

0 Berichten

50 Tinten Groen

We staan al vroeg weer op het busstation. Onze laatste dag gaan we goed besteden, maar weer niet in Funchal. Vandaag pakken we de bus naar Santana, ook weer aan een andere kant van Madeira. Deze keer vinden we al snel waar we moeten zijn en hebben we wel tijd voor een ontbijtje. 

 

Om 10 uur stappen we in de bus, een kaartje kost €4.50. Het begin gaat weer via Monte en we komen langs de Pico Do Arieiro. Ongeveer anderhalf uur later komen we aan in Santana. Er is weer verwarring over waar we uit moeten stappen en we zijn deze keer niet de enige. De halve bus loopt naar de chauffeur om dit na te vragen. Het zou voor hen ook schelen als gewoon even wordt aangegeven wat de volgende halte of stad is. 

We vragen een taxichauffeur of hij ons naar het begin van de levada toch `Cadeirão Verde' wil brengen. Hij noemt de naam van het park waar deze wandelroute ligt, maar dit kan ik echt niet uitspreken (Parque Das Queimadas). We stappen in en voor €10 brengt hij ons de heuvel op. We krijgen zijn kaartje, want ook hier staan geen taxi's op je te wachten als je terug komt. Deze tocht gaan we heen- en terug maken, in totaal 13 kilometer. Ik voel mijn benen nog licht van de vorige helse tocht dus ik ben benieuwd hoe dit gaat verlopen. 

 

Bij het witte hutje aan het begin van het park, waar de boswachters hun spullen opslaan, zitten een stuk of tien katten. EINDELIJK KATTEN! Ik wilde dit eiland eigenlijk al afschrijven, ik denk dat ik in een week tijd 4 katten gezien heb. 

We lopen het park in en het eerste wat me op valt is dat ik serieus nog nooit zo veel verschillende groene kleuren heb gezien. Van het hangende mos, dat bijna licht geeft, tot felle varens en de donkere bladeren van de begroeiing. Het is echt heel mooi. We lopen langs de levada, wat een irrigatiesysteem door de bergen is. Hierin zie je vissen zwemmen en liggen rode en gele bladeren. Al snel komen we een boom tegen waarvan de wortels meters over de grond slingeren. Ze lijken wel gevlochten. 

 

Ik voel tijdsdruk. Om 17.30 uur gaat de laatste bus vanuit het stadje Santana en ik ben bang dat ik te langzaam zal lopen. Het is nu net 12.00 uur, maar toch stap ik hard door. We horen andere mensen, maar komen niet heel veel anderen tegen. Er lopen wel (weer fransen) achter ons, die eigenlijk langs ons willen, maar dit op de één of andere manier maar niet doen. Ik wil dat ook niet, dan moet ik ze telkens ontwijken als ik foto's maak. 

 

Vooral in het begin is het pad redelijk breed en kun je makkelijk naast elkaar lopen, maar dat wordt steeds minder. Sommige stukken kun je alleen over de stenen rand van de levada lopen. Dit is geinig, maar niet als je tegenliggers tegen komt. Iemand moet dan tegen de rotswand aanleunen om ruimte te maken. Laat het nu net een groep van 30 oude knakkers zijn die niet echt opschieten...

We komen langs watervalletjes, maar sowieso zie je hier veel plekken waarop er stroompjes van de muren afkomen of ineens straaltje water die de levada in klettert. Door de bomen en planten heb je niet echt door dat je zo hoog loopt, maar soms zie je ineens de bergen met flarden mist tussen het groen verschijnen. Op de foto's lijkt het niet echt mooi weer was, maar het was warm! Door het bladerdak komt gewoon weinig zonlicht. 

 

Op de route liggen drie tunnels, die echt pikdonker zijn. Je moet hier echt wel een zaklampje hebben. Wij hebben heel eigenwijs weer alleen het lampje van mijn telefoon en dit is nu echt niet handig. De tunnels hebben allerlei uitstulpingen en soms moet je helemaal door je knieën omdat je anders je hoofd stoot. We zijn een man tegen gekomen die een flinke, bloederige snee in zijn voorhoofd had. 

 

Als we één van de tunnels uitkomen zit daar ineens een kleine grijs met witte kat. Ik vraag wat hij hier doet en hij zegt "Mauw". Dat is dan duidelijk...Sommige stukken van het pad zijn echt heel slecht, het is blubberig, of stenen zitten los. Ook de reling kun je echt niet altijd vertrouwen. Vaak zitten de paaltjes los en daar kan je je goed in vergissen.

Ineens zien we een hoop mensen op grote rotsen zitten, het lijkt de apenheul wel. Ze zijn aan het lunchen. Ik loop stug door en merk ineens een bordje op 'Caldairão Verde 100 meter'. Ik ben in shock, we zijn er gewoon al. Ik hoop alleen niet dat dit het al is. 

 

We volgen de pijl op het bord en klimmen nog een stuk omhoog en komen dan op het mooiste plekje dat ik ooit heb gezien. Het is bizar. We staan in een krater die helemaal begroeit is met varens, mos en andere plantjes. Vanaf de top komt een dunne straal helderblauw water dat in net zo een blauw meer klettert. Over een aantal meter van de wand vallen straaltjes, waardoor het één grote waterwand wordt. Bovenin drijft mist, wat het helemaal iets mysterieus geeft. Gijs heeft het gevoel alsof hij in zijn oude terrarium staat. Ik ben er wel even stil van. 

 

Met het aantal andere bezoekers valt het ook wel mee. We zijn zeker niet alleen en kunnen gewoon een plekje zoeken om even te rusten. Het is wel een klein beetje jammer dat er een dikke portugeze vent in zijn speedo het meertje in duikt. Als we aan het lunchen zijn, met custardtaartjes, besluit hij zich ook nog eens om te kleden en dan ook volledig naakt te gaan. Ik zie hem gelukkig van de zijkant en kan snel mijn focus ergens anders op richten... 

 

Na deze 'lunch' strooi ik wat as van mijn moeder in het helderblauwe water. Het is zo schoon, dat ik de as op de bodem zie vallen. Als ik kijk hoe laat het is, blijkt dat we het eerste deel van deze tocht binnen anderhalf uur gelopen hebben. 

We wachten niet te lang met de terug tocht en trippelen weer fanatiek door. Volgens mij gaan we nog sneller dan op de heenweg. Het zou wel lekker zijn als we een bus eerder terug kunnen pakken. Dit wordt ons niet gegund. Op een stuk waar we niet kunnen inhalen komen we achter een groep Duitsers, met een enorm aanwezige en vervelende gids, van ongeveer 25 personen. Ze lopen net even te langzaam en ik irriteer me behoorlijk (vooral aan de gids). Toch zijn we best snel terug, maar inderdaad, er zijn helemaal geen taxi's te bekennen. Ik bel de taxichauffeur die ons gebracht heeft en hij zal ongeveer een kwartier later bij de ingang van het park zijn. Ondertussen krijgen we gezelschap van de blèrende katjes, die er allemaal goed verzorgd uitzien. 

Exact 15 minuten later komt de tandeloze chauffeur de heuvel oprijden. Hij verteld dat we de bus  van 17.20 uur kunnen pakken en hij stelt voor om ons in het centrum af te zetten. Hij zal ons nog wel laten zien waar de bushalte is. Hij rijdt ons langs de typische huisjes van Santana, die op de UNESCO werelderfgoedlijst staan. Ik begrijp niet helemaal waarom. Ik vind het niet echt bijzonder en de huisjes dienen meer als souvenirshops. 

 

Bij een koffiezaakje, dat vol zit met andere wandelaars die ik herken, worden we uit de taxi gelaten. De bushalte zit om de hoek. We hebben nog ruim anderhalf uur. We bestellen een taartje, het is blijkbaar gebakdag vandaag, en natuurlijk een welverdiend Coralletje. Langs de drukke weg gaan we op het terras zitten. We hebben het gevoel dat er in Santana, net als in São Vicente, niet heel erg veel te beleven is. Al zijn we Funchal ook wel een beetje zat, ik ben blij dat we niet in zo een gehucht zitten. We spreken wel af dat we niet meer zo lang op één plek blijven. Dit doen we eigenlijk ook nooit. Niet langer dan 3 nachten. Alleen als je zeker weet dat er een hoop te doen is, zoals Bagan in Myanmar, dan maken we een uitzondering. 

Ruim op tijd melden we ons bij de bushalte, die behoorlijk verwarrend is. Bovenaan de paal is aangegeven dat het de bus naar Santana is, maar daar zijn we natuurlijk al, maar op het bord met de tijden staat er als bestemming Funchal. Ik vraag aan twee Portugese dames of zij weten of hier de bus naar Funchal komt. 'I hope so' zegt ze lachend 'Else we will take a taxi'. Als zij er al zo makkelijk over denkt, dan zal het nemen van een taxi naar de hoofdstad waarschijnlijk niet zo een groot probleem zijn. We hebben in ieder geval genoeg mensen om de kosten te delen. 

 

Om 17.20 uur is er nog geen bus te bekennen. Dit kan natuurlijk gebeuren. Het wordt 17.25 uur, nu word ik samen met de andere mensen bij de halte toch een beetje nerveus. Om 17.30 uur blijft het ook stil. Nu ben ik echt aan het denken over een taxi. Net als ik Gijs vraag of we een taxi moeten gaan pakken, om 17.35 uur, dik een kwartier te laat, komt het barrel eindelijk aanrijden. 

We hobbelen weer over de bergpaadjes als we ineens in een dikke mistbank terecht komen. Echt heel bizar. Buiten is het gewoon helemaal wit. Volgens mij weet de chauffeur blind waar hij heen moet, want ik heb niet het idee dat hij langzamer rijdt. 

 

Zodra we weer over de berg zijn, verdwijnt de mist direct. Zie het filmpje:

Ik  moet zo nodig plassen, wat nergens op slaat, voordat we  de bus in stapte ben ik nog geweest. Ik kan de bus ook niet zomaar uitstappen, want dit is de laatste die vandaag rijdt. Als we Funchal binnen rijden ben ik toch in staat om uit te stappen. Ik wacht zo lang mogelijk en ineens stopt de bus en zet de chauffeur de motor af. Iedereen staat op en ik twijfel niet langer maar sprint naar buiten. Gelukkig zie ik dat we niet ver bij het hotel vandaan zijn en ik ren bijna terug. Vreselijk! Maar ik heb het gered.

We gaan voor de laatste keer het centrum in en kibbelen over wat we gaan eten. Uiteindelijk belanden we bij een toko met 3-gangen voor €10. Waarom we hiervoor kiezen is me niet meer duidelijk, maar zitten er en geven onze bestelling door. Mijn meloen cocktail bestaat uit 7 brokken van dezelfde meloen en een schijfje sinaasappel. Gijs zijn garnalencocktail zijn 4 garnaaltjes, sla en een halve liter saus. Ik moet zeggen dat het hoofdgerecht, een regional beef skewer en een chicken skewer, wel lekker zijn. Het nagerecht is vreselijk, chocolademouse. Het is zo zurig dat ik twijfel of het nog wel goed is. Ik heb dit ook niet opgegeten. Dit is wel weer even een reminder om niet voor die goedkope onzin te gaan. Voor hetzelfde geld had ik uitgebreid kunnen eten bij Hamburgueria Do Mercado!

Eigenlijk wilde de week afsluiten bij RockBar Revolucion, maar we vermoeden ook dat dit niet echt slim is. Als we zeggen we gaan maar één biertje drinken, loopt dit toch altijd weer uit. Ik vind het jammer, maar het is er deze week gewoon niet van gekomen. En ten slotte hebben we er al gezeten toen het gesloten was. Ik weet niet of veel mensen dit kunnen zeggen. Bij Old Town Pub, wat ook een beetje vaste prik is, sluiten we de vakantie af. Ik vind het niet erg om weg te gaan... Maar ben wel droevig dat de vakantie weer voorbij is. 

0 Berichten

São Vicente

Vandaag laten we even Funchal achter ons. Gelukkig is het meeste van mijn spierpijn al weg, maar wel bizar dat ik er drie dagen last van heb, misschien moet ik thuis ook maar in de bergen gaan wandelen. We lopen naar het busstation, dat een blok bij ons vandaan is. Hier gaan we op zoek naar de bus van Rodoeste die naar São Vicente rijdt. Ik kan hem echt niet vinden en de loketten zijn nog gesloten. 

 

Haastig lopen we naar een toeristeninfo punt dat vijf minuten verderop ligt. Het meisje achter de balie wijst direct naar de overkant van de weg. Daar zien we inderdaad een bushalte en een hutje. Als we oversteken zien we dat dit een loket van Rodoeste is. Op internet is het echt niet duidelijk waar de bus dan vertrekt. 

 

We kopen een kaartje en hebben nog tien minuten. Gijs loopt een broodjeszaak in om ontbijt te halen. Ik had eigenlijk wat meer tijd verwacht. Het personeel is niet bepaalt behulpzaam en helpt zelf andere mensen die later binnen zijn gekomen. Geïrriteerd lopen we weg, dan maar geen ontbijt. 

Cabo Girão

Net even na 9 uur komt de bus aanrijden. De bus slingert door de bergen en stopt om de haverklap om mensen erin en eruit te laten. Je ziet de dorpjes steeds meer veranderen in een landbouw omgeving. Ik zou bijna zeggen het platteland, maar dat gaat hier in de bergen niet op. 

 

Je ziet een hoop wijnboerderijtjes, slaveldjes, vissenkwekerijen in de zee en bananenplantages komen voorbij. Het stoppen is wel een beetje vervelend, maar goed het blijft natuurlijk gewoon een stadsbus. 

 

Opeens stoppen we en gaat de motor van de bus uit. Ik snap er even niets van, maar andere toeristen stappen uit. Ik hoor de buschauffeur iets zeggen en ineens snap ik dat we een korte stop hebben. "Ten minutes" roept de chauffeur als ook wij uitstappen. Nu pas heb ik door dat we bij Cabo Girão zijn, de hoge klif waar we gisteren gezwommen hebben. We rennen snel richting de ingang. Even denk ik dat we moeten betalen, er staan toegangspoortjes, maar als we dichterbij komen blijkt dat deze allemaal open staan, gelukkig. 

We sprinten bijna tussen de andere bezoekers door. Het uitzicht is nu al mooi. Vlug en zonder na te denken springen we de glasplaat op en koekeloeren over de reling. Dan schrik ik toch even. Dit is zo veel hoger dan het gisteren vanaf het water leek. Het is heel gaaf om te zien. Een paar foto's later lopen we snel weer terug naar de bus, ik heb geen zin om hier achter gelaten te worden. 

 

Iedereen raakt lichtelijk geïrriteerd als we toch ruim vijf minuten langer moeten wachten op twee andere. De buschauffeur heeft de motor al gestart als het stelletje relaxt aan komt lopen. De chauffeur heeft er hierna wel extra vaart achter gezet en voor we het weten is er alweer een stop. Bij Ribeira Brava hebben we een kwartier. Snel gaan we op zoek naar een broodje voor Gijs, die zit al de hele rit met een knorrende maag. 

Lava

Als de bus weer verder crosst komen we in de bergen waar bijna geen dorpjes meer zijn. Af en toe is er een klein gehucht van een paar straten, maar verder alleen maar wildernis. Ik zie weer een paar bosbranden. Ze zijn ver weg, maar toch zie je de vlammen oplaaien. Best eng. 

 

Even verderop zien we een wolk die zich met geweld over een bergtop perst en vervolgens als een waterval aan de andere kant naar beneden lijkt te stromen. Supergaaf om te zien!

 

Als we over deze bergen zijn, is het een stuk meer bewolkt. Ik had al gehoord dat het aan de kant van Funchal over het algemeen mooi weer is, maar dat het aan de andere kant van het eiland het behoorlijk guur kan zijn. 

Op een gegeven moment kijk ik hoe laat het is en kom erachter dat we met vijf minuten in São Vicente zouden moeten zijn. De chauffeur rijdt nog steeds flink door. Ik verwacht dat hij laat weten dat we in het stadje zijn aangekomen. Gelukkig ziet Gijs net op tijd de borden die de route naar het vulkanisch center aangeven, waardoor we nog snel kunnen uitstappen, anders waren we zo de stad voorbij gereden. Een beetje jammer dat dit niet duidelijk wordt aangegeven. 

 

We volgen de borden 'Grutto, Caves, Grotten' en staan al snel op een parkeerplaats. Via een brug komen we bij het center en worden begroet door een gids. Zij geeft aan dat we net op tijd zijn voor de Engelse toer. 

In de grot begon mijn camera enorm te trippen, helaas heb ik niet echt mooie foto's kunnen maken. 

 

De toer begint in de grootste van de gangen. De gids verteld dat deze gangen zijn ontdekt in de 19e eeuw, door de lokale bevolking. Een aantal jaren later is een Engelse onderzoeker de grotten gaan bestuderen. 

 

Hij kwam erachter dat deze zijn ontstaan door lavastromen, waarbij de heetste lava snel is gestold door het temperatuurverschil buiten de vulkaan. Echter bleef de binnenkant warm en vloeibaar en is door blijven stromen. Andere soorten lava (met Hawaiiaanse namen als Ha Ha lava) vloeiden door deze ontstane gangen en bedekten de bodem. 

Na de twintig minuten durende toer door de gangenstelsels gaan we naar het vulkanisch centrum. Ik wist niet dat dit uit een serie films zou bestaan, ik hoopte op een 'gewone' expositie. Als we de eerste kamer inkomen krijgen we een demonstratie van de werking van een vulkaan. Dit was even een wtf momentje. Een miniatuur vulkaan, met rode lampjes die de magma moet voorstellen en op een gegeven moment explodeert er schuimrubber uit de krater. Ik weet niet zo goed wat ik hiervan moet zeggen. 

 

In de volgende kamer hebben ze een bioscoop ingericht en zullen ze een korte film laten zien over het ontstaan van Madeira. Dit lijkt me best grappig. De special effects stammen volgens mij uit het begin van de jaren '90, maar goed dat hoeft niet uit te maken. Alleen is de film in het portugees en staat de ondertiteling aan de onderkant. Ik zit achteraan en kan hierdoor niet lezen wat er staat. Ik ben niet de enige, iedereen op de achterste rijen beweegt van links naar rechts om langs de hoofden van de mensen voor hen te proberen te lezen wat er staat. Hierdoor kan ik echt niet volgen waar het over gaat. Madeira is in ieder geval ontstaan door een vulkaan uitbarsting of 4. 

 

Het laatste onderdeel is misschien wel de meest bizarre. In een 'lift' die begint te schudden, gaan we zogenaamd naar het binnenste van de Aarde. Er zijn serieus volwassen mensen die zich afvroegen of de lift echt naar beneden ging... We komen weer uit in een bioscoop, maar nu krijgen we 3D brilletjes, die volgens mij ook uit de jaren '90 komen, in onze handen gedrukt. Dit is echt zo slecht. Het is net een combi tussen wat ik me voorstel bij een LSD trip en de screensavers van Windows 95. Ik ben eigenlijk zelfs opgelucht als het voorbij is. 

Na dit tripje vluchten we snel het terrein van het center af en gaan naar het dorpje. Op het eerste gezicht lijkt dit één straat te beslaan, maar als we doorlopen ligt er lager nog een centrumpje verborgen. Ik weet niet of dit nu heel São Vicente is, maar er is volgens mij niet heel veel te beleven. 

 

We drinken een biertje en wachten tot het tijd is om de bus terug te pakken. Gelukkig kunnen we nu overstappen in Ribeira Brava op een Express bus, die via de snelweg terug naar Funchal rijdt. Dit scheelt enorm. Ik zou de langere route wel aanraden, deze was echt heel erg mooi en je ziet veel van het eiland, maar een tweede keer is echt niet nodig. 

0 Berichten

Gavião

We kunnen rustig aan doen deze ochtend. Dat is mooi, want ik heb nog steeds spierpijn. Het is niet zo heftig meer als gisteren, maar mijn bovenbenen en kuiten zijn nog steeds stijf en voelen beurs. 

 

Om 10.45 uur staan we klaar in de haven en worden we opgepikt door een klein vrouwtje dat ons naar een jacht brengt 'Gavião Madeira'. Er zitten twee andere gasten op de boot en wij gaan op de punt zitten voor een zo goed mogelijk uitzicht. Na ons komen er nog een stuk of vier Portugezen die een verjaardag te vieren hebben en een aantal wat oudere Duitse dibbessen bij. Nog voor we de haven uit zijn gevaren ligt de helft van de Portugezen al te pitten. 

Ik ben altijd bang dat ik zeeziek wordt, ook al ben ik dit nog nooit geweest. Vooral als we net de zee opkomen en de boot wel heel erg aan het schommelen is, knaagt dit idee weer aan me. Ik wil echt niet de halve dag over de reling hangen om over te geven. Als we er een minuut of tien op hebben zitten verdwijnt dit gevoel. Dan zou ik inmiddels wel al ziek zijn, hoop ik dan maar. 

 

Het is heerlijk op het water. Ik tuur in de verte, in de hoop één van de dolfijnsoorten of walvissen te zien die hier rondzwemmen. "To the right you guys!" klinkt het stemmetje van het kleine vrouwtje van achter ons. Snel draaien we om en inderdaad, daar is een fontein te zien waarmee de dieren hun spuitgat legen. Het typische geluid klinkt heel vreemd in het echt. Zo bizar. Niet veel later klinkt er opnieuw "To the right!". Zitten we gewoon weer de verkeerde kant op te kijken. Maar nu zien we de grote zwarte rug van een walvis boven het water uitkomen. Het lijkt wel in slow motion te gaan, maar toch ben ik niet snel genoeg met het pakken van mijn camera. Eigenlijk duurt het wel een paar minuten voor ik me besef dat ik het ding in mijn handen heb. Vanaf nu hou ik hem klaar, neem ik me voor. Het is al te laat, meer dieren zien we niet. Ergens in de verte zie ik nog iets wat eventueel wel eens misschien mogelijk toevallig een dolfijn zou kunnen zijn. 

Helaas is dit al het zeeleven dat we spotten vandaag. We varen verder richting de Cabo Girão, de hoogste klif van Europa. Misschien niet helemaal eerlijk, aangezien Madeira dichter bij Afrika ligt dan ons continent, maar niet minder indrukwekkend. 

 

Hier liggen we even stil, terwijl de Portugezen met een bootje naar de kade worden gebracht. Wij gaan even zwemmen. Ik krijg een snorkel in mijn handen gedrukt en met het ding in mijn handen stap ik het trappetje af het water in. Dit lijkt even koud, maar dat komt omdat ik al 2 uur in de zon aan het bakken ben. Eenmaal in het water is het echt heerlijk. Als ik probeer te snorkelen, krijg ik gelijk een flinke slok zeewater binnen. Bah!

 

Onder water is niet veel te zien, een paar grijze stenen, maar echt vissen kan ik niet ontdekken. Ik laat het 'snorkelen' voor gezien. Ik ben meer bezig om niet te verdrinken. 

Na een kwartier ben ik er wel klaar mee en klauter terug de boot op. Het was wel even lekker om geen spierpijn te voelen. Als ik op het houten achterstuk sta, komt het kleine vrouwtje naar ons toe. Gijs wil net de boot op klimmen. "We really have to go you guys" klinkt er zeurderig. Ze heeft ons niet gezegd hoe lang de tijd we hebben. De andere passagiers zijn nog niet eens terug. 

 

Een beetje verbaasd gaan we weer op de punt van de boot zitten. Het vrouwtje komt naar ons toe en vraagt vriendelijk wat we willen drinken. Ik snap er helemaal niets van. De motor gaat weer aan en we beginnen met varen. De andere passagiers gaan blijkbaar helemaal niet mee terug naar de haven van Funchal. Lekker duidelijk allemaal. Gelukkig krijgen we al snel een koud Coralletje en kunnen we van de mooie uitzichten genieten terwijl we opdrogen.

Het is wel een beetje jammer dat er richting Funchal steeds meer belachelijk grote resorts te zien zijn en zelfs nog meer bij worden gebouwd. Het is echt zonde. 

 

Eenmaal terug in de haven ben ik verre van opgedroogd en strompel nog zeiknat met Gijs terug naar het verblijf. Het varen was hartstikke lekker, maar het is wel jammer dat we niet meer dieren gezien hebben. Ook vind ik het zonde dat er niet iets verteld werd over wat we wel gezien hebben. Daarnaast  had ze wel even mogen vertellen hoeveel tijd er was om te zwemmen, of even wat eerder een seintje geven als we het water uitkwamen. Ik voelde me net een stout kind toen ze ons zo drammerig terug de boot in riep. Een beetje vaag. 

 

Als we weer droog en schoon zijn gaan we pizza eten. Gijs heeft hier al de hele week zin in. Bij Xarambinha, in het oude gedeelte van de stad gaan we zitten. Vol verwachting klopt ons hart, maar dit wordt behoorlijk teleurgesteld. De pizza bestaat voor 90% uit kaas, die helaas geen smaak heeft. Ik krijg het kleffe ding voor de helft op en dan ben ik er klaar mee. We vluchten naar de boulevard en gaan daar maar aan de cocktails. 

0 Berichten

AU!

Spierpijn!! Niet normaal!! Het liefst zou ik in bed blijven, maar dat is zonde van onze tijd hier. Gijs heeft ook behoorlijke spierpijn, maar die heeft de tocht gisteren op zijn sneakers gelopen. Waggelend gaat we het stadje in. 

 

We slaan wat rommel in bij de supermarkt en wagen ons naar het strand, dat uit grote keien bestaat. Strompelend komen we aan bij het water en gaan hier even zitten. Het is even verfrissend, maar de donkere stenen zijn bloedheet en al snel besluit ik toch even in de schaduw te gaan zitten. 

Stijfjes begeven we ons naar de haven, die aan het einde van de boulevard ligt. We vervloeken elk drempeltje en zijn nu officieel ingeburgerd als zombie toeristen. Nu snappen we waarom iedereen zo moeilijk loopt hier. 

 

Bij een snackbar in de haven duiken we onder de luifel. Dit is een stuk beter uit te houden dan die felle zon. Volgens mij is het een stuk warmer dan de dagen hiervoor. Er staat ook bijna geen wind. Met een koud biertje is sowieso alles een stuk beter vandaag. 

 

In de haven staan een hoop stalletjes die boottrips aanbieden, bijvoorbeeld om te gaan vissen op zee, de zonsondergang bij de 'Desertas Islands (even verderop)' te bekijken of om dolfijnen en walvissen te gaan spotten. Dit laatste wil ik graag doen en Gijs  loopt elk stalletje af om flyers te scoren. We zoeken een aanbieder uit en gaan een tocht voor de volgende dag boeken. 

 

De rest van de middag verplaatsen we van terras naar terras in de haven. Aan het einde van de middag komen we uit bij een 'fancy' tent (O Solar da Santola) met witte tafellakens waar Gijs zijn nekharen eigenlijk van omhoog gaan staan. Het terras ligt boven het water en we kunnen in ieder geval wat drinken en als het eten echt duur is, dan schuifelen we wel weer ergens anders heen. 

 

Als we de kaart bekijken vallen deze prijzen hartstikke mee. Ik bestel 'grilled scabbard fish' en Gijs een 'tuna filet with mais'.  De mais blijken weer de sticks te zijn die ik ook bij het burgerrestaurant kreeg, maar deze zijn volgens Gijs wel lekker. Ineens zie ik iets in het water naast ons. "Een rog!" roep ik en wijs naar het platte dier dat over de rotsen glijdt. "Waar dan?" vraagt Gijs terwijl hij kijkt waar ik naar wijs. Ik zie het dier heel duidelijk, maar toch ziet hij het niet. Het dier verdwijnt weer in het diepere water. Ik ben in shock, hoe kan hij dat nou niet zien en hij op zijn beurt geïrriteerd. "Waarom zie jij altijd dingen die ik niet zie?" zegt hij alsof hij me niet gelooft. Weet ik veel hoe dat kan... 

 

Vijf minuten later verschijnt de rog opnieuw en gelukkig ziet hij het nu ook! Volgens mij dacht hij dat ik aan het hallucineren was. Er zijn in ieder geval twee roggen die telkens voorbij komen en dan weer de diepte ingaan. Een ober komt naar ons toe, hij ziet ons wijzen en lachen. "Did you see the rays?" vraagt hij ons, terwijl hij zelf over de reling het water in tuurt. Als wij dit beamen verteld hij dat ze bij dit restaurant elk jaar bezoek krijgen van 3 roggen, die in het warme, ondiepe water hun eieren leggen. De dieren blijven maar voorbij komen, het is echt heel gaaf om te zien. 

0 Berichten

Pico 2 Pico

Weer wordt ik ver voordat mijn wekker afgaat wakker, bedankt marktmannen! Zenuwachtig trek ik mijn wandelschoenen aan. We lopen nog even langs de supermarkt voor een ontbijt, lunch, snacks en water, oh en natuurlijk een drankje! We gaan vandaag een helse toch maken, van de Pico Do Ariero (1818 meter hoogte volgens Wikipedia) naar de hoogste piek van Madeira, de Pico Ruivo (1862 meter hoogte volgens Wiki). Wandelen is voor mij niet zo een probleem, maar zodra er een trap bij komt kijken (en dan bedoel ik meer dan vier treden) dan breekt me het zweet al uit. Ik ben serieus al weken lichtelijk in paniek als ik er aan denk. 

 

Bij de taxistandplaats, wat gelukkig vlak om de hoek is, regelen we een chauffeur die ons voor €35 naar de top van Pico Do Arieiro brengt. Slingerend rijden we door Monte en over de heuvel. Het geeft prachtige uitzichten, maar ik kan er niet helemaal van genieten. Bij een grote golfbal (NATO radar) op de berg worden we gedropt. 

Hier is het al prachtig! De uitzichten zijn zo bizar mooi dat het wel een film lijkt. Aan de ene heb je een goed uitzicht en zie je de groene bergen ver voor je uitstrekken. Aan de andere kant drijven dikke witte wolken tussen de pieken. Het lijkt wel alsof we in de sneeuw zitten. Ik wil hier niet te lang rondlopen. De andere lopers irriteren me nu al en de souvenirwinkel verpest een beetje de sfeer. 

 

Vastberaden beginnen we met lopen. Nog geen vijf minuten later komen we de eerste trap tegen... dit levert Gijs een boos oog op. Hier is ook direct het eerste uitzichtpunt. 

Na een uurtje begin ik toch hoop te krijgen. Ondanks wat enge, stijle trappetjes langs afgronden gaat het me aardig af. Ik vrees nog steeds voor wat er gaat komen, maar nu ben ik optimistisch. Een groot deel van de tocht gaat ook langs de schaduwkanten van de bergen, wat natuurlijk enorm scheelt. En die uitzichten! Hier kan je echt niet genoeg van zien, het is zo ontzettend gaaf om hier te lopen! 

 

In heb begin ben ik ook nog een beetje bang voor de hoeveelheid andere lopers. We werden de eerste paar honderd meter achtervolgt door drukke Fransozen, maar die hebben we voor laten gaan. Nu lijkt het soms net alsof we hier alleen rondlopen. Wat wel komisch is en toch ook een beetje vies en asociaal, is het toiletpapier dat overal ligt. In het begin zie je af en toe een plekje waar iets ligt, maar hoe verder je komt, hoe vaker je het ziet. In één van de bergen zijn ook ruimtes uitgehouwen die als toilet gebruikt worden. Of het met dit doel ook gemaakt is, geen idee...

Onderweg kom je een aantal tunnels tegen. Het is dan ook wel belangrijk dat je een zaklampje (of telefoon met zaklamp-app) bij je hebt. Gijs had een debiel lampje mee, waar je dus niets mee zag. Samen moesten we doen met mijn telefoonzaklamp. Erg hinderlijk. In de tunnels is het redelijk vochtig, dus dan sta je al snel met je sneakers in een modderige waterplas (Gijs). 

 

Op een gegeven moment vind ik het niet zo leuk meer. We moeten via scheve metalen trappen, die niet echt veilig aanvoelen, over een piek heen klimmen. Het is vreselijk en na dit stuk kom ik eigenlijk ook niet meer op adem. We lopen nu aan de zonkant van de berg, of deze heeft ons ingehaald, ik zou het niet weten. Ik moet mezelf echt vooruit slepen. De ene trap na de andere volgt en nergens is meer schaduw te bekennen. 

Bij een witte berghut kan ik me even opfrissen voor ik aan het laatste stuk begin, ik denk dat ik hier wel tien minuten heb gezeten. Hoe goed het begin ging, hoe vreselijk is het einde. Om de paar  meter denk ik dat ik omval (dramaqueen). Uiteindelijk komen we uit bij een plateau, wat nog niet helemaal de top is. Ik kan hier niet echt rondhangen, nu zijn we er bijna en dan wil ik door ook. Snel sprint ik de laatste paar meter, zodat ik eerder boven ben dan Gijs. Lekker voor hem! 

 

Boven hangen een paar mensen rond, maar echt druk is het gelukkig niet. Ik moet echt even op adem komen voordat de uitzichten tot me doordringen. Ik strooi wat as van mijn moeder uit. Even verderop gaan we zitten en eten onze broodjes. Natuurlijk nemen we ook een slok van het drankje dat we hebben meegenomen om onze overwinning te vieren. Een klein hagedisje komt tussen de stenen door even bij ons kijken. Gijs geeft hem een beetje vlees van zijn broodje. Ik denk dat het beestje zal vluchten, maar mooi niet. Hij hapt gretig zijn lunch tussen de vingers van Gijs vandaan en gaat dit zelfvoldaan zitten oppeuzelen. 

Dit is echt heel dom, maar waar we geen rekening mee hebben gehouden is de terugweg. Ik had gelezen dat je vanaf Pico Arieiro naar een plek kon lopen waar taxi's je op staan te wachten. Vol nieuwe moed na ons nieuwe hoogtepunt lopen we richting Achada do Teixeira, wat opnieuw 2 kilometer lopen is. Dit is echter geen zware tocht. De paden zijn redelijk egaal. Als we over de bergen de parkeerplaats zien, dan schrik ik gelijk. Hier staat één taxi en ik heb het gevoel dat die ons niet terug naar Funchal gaat brengen. 

 

Als we beneden aankomen zit er inderdaad niemand in. Hier staan blijkbaar alleen maar huurauto's. Ik kan echt niet terug naar Pico Ruivo lopen en dan weer helemaal naar het begin bij Pico Arieiro. Dan loop ik liever de weg verder naar beneden en hopen dat we met iemand mee kunnen rijden. 

 

Even verderop zien we twee mensen een auto instappen. We besluiten te vragen of ze naar Funchal gaan. Gijs klopt op het raam en kan nauwelijks zijn vraag afmaken of de man roept al 'No, no, no' en draait zijn raampje weer dicht. Hij doet net of we hem iets proberen aan te smeren. 

 

Als ik me eigenlijk al wil omdraaien om de weg naar beneden te aanvaarden zegt Gijs dat hij Nederlands hoort. Hij stapt resoluut af op een koppel dat net het pad af komt gelopen. In het Engels vraagt hij of ze naar Funchal gaan. Ze horen gelijk dat hij Nederlands is en dit zorgt gelijk voor een goede opening. Wat een monster is het soms. Hij krijgt het voor elkaar. We mogen met de twee mee rijden. Ze gaan niet naar Funchal, maar willen ons naar het vliegveld brengen. Ik ben zo opgelucht!

 

Eenmaal in de auto en onderweg, maken we een praatje, maar ik voel me ongemakkelijk en ben me bewust van de lucht die om ons heen hangt, arme mensen. Al snel komen we terecht in de prachtige wolk die we van bovenaf al zagen. Er is gewoon bijna geen hand voor ogen te zien en verder dan de stenen in de berm kun je niet kijken. Dit is best een beetje eng. Deze mensen hebben ook gewoon een autotje gehuurd en zijn hier niet bekend. Natuurlijk overleven we dit, anders kon ik dit niet schrijven. 

 

Bij het vliegveld worden we door onze helden afgezet. Hier pakken we de Aerobus, die we helemaal voor onszelf hebben, terug naar het centrum van Funchal. 

Bij de markt stappen we uit. Ik voel me verrassend kwiek. Bij het hotel drinken we een lekker warm biertje op ons balkon, nog voor we ons gaan schoon schrobben. 

 

We gaan weer eten bij Tartaruga, ik heb even geen puf om te zoeken naar iets anders. Het eten is nog beter dan de eerste keer. Ik heb een kippetje met paddenstoelen, die duidelijk vers zijn. En Gijs een smakelijke kebab aan een zwaard, die hij vol overtuiging aanvalt. Het enige dat jammer blijft van dit restaurant, is dat het lang duurt voordat je weer iets kunt bestellen. Het personeel is meer bezig met de mensen die langslopen dan die op het terras zitten. 

 

Na het eten willen we eigenlijk naar Revolucion Rock Bar, het enige plekje in Funchal die schijnbaar wat alternatiever is. Als we in de straat staan, waar het naar mijn mening moet zijn, zien we helemaal niets. Als ik op mijn telefoon de kaart erbij pak, komen er drie mensen aanlopen. "You are looking for the rock bar" wordt er meer besloten dan dat dit een vraag is. Als we volmondig ja roepen, wordt er iets terug gezegd wat ik niet helemaal kan volgen. We lopen achter de mensen aan en Gijs steekt zijn hoofd in een deuropening, die zij net zijn binnen gegaan. "We had an anniversery this weekend, so we are off tonight" hoor ik uit het gebouw komen. Het is een grote gast met lange dreads die ons te woord staat. "But you can come in for a beer!" klinkt er vrolijk achteraan. Ik duw Gijs bijna naar binnen. 

 

"Now you can say you had a beer in a closed bar!" zegt de man lachend, terwijl hij twee koude Heinekens (Harmen hou je mond maar) aan het tappen is. Gijs wil hem betalen. "No, this is on me" zegt hij resoluut. Een klein blond vrouwtje schuift een tafel naar ons toe en zet hier een bakje chips op. Wat geniaal. De derde man die bij hen is, moet wel een leverancier zijn. Ze zijn druk in gesprek, terwijl wij braaf ons biertje op de bank opdrinken. Af en toe komt de man een praatje maken. Hij zag direct dat wij zijn type klandizie zijn, verteld hij. Als ik onszelf even goed bekijk snap ik wel waarom. In het zwart van top tot teen en de enige sieraden zijn piercings en tunnels... 

 

Na het biertje laten we ze weer met rust en sluiten we de avond dan maar weer eens af bij Old Town Pub. Dit ligt echt één blok bij ons appartement vandaan en dit is best ideaal.

0 Berichten

Monte

Echt een zware klote nacht gehad. Wat een herrie! Ons verblijf ligt tegenover de markthal en die gasten beginnen om 4 uur ´s nachts met het uitladen van de producten. Dit kan blijkbaar niet rustig, maar dit moet met denderende auto´s, hysterisch geschreeuw en gesmijt met kratten. Pffff! De deur van ons verblijf kan niet dicht doordat het bed er voor staan, dan moeten we de halve kamer gaan verbouwen. Ik ben dit nog wel aan het overwegen. 

 

Behoorlijk geïrriteerd begin ik aan de dag (om half 7). Gijs houdt het net even wat langer uit. Snel even opfrissen en weg uit deze toko. We maken er een bejaard dagje van om even in te komen. Langs het water werken we een ontbijtje naar binnen, hmmm ijskoffie lekkerrrr. Niet veel later melden we ons bij de kabelbaan. Gijs begint te pruttelen als hij erachter komt dat deze €11 euro is om alleen al naar boven te komen en €16 voor een retourtje. Even knipperen met mijn ogen en we gaan toch een bakje in. Bovenaan de berg die de wijk Monte beslaat, heb je mandjes waarmee mannetjes je weer naar beneden rijden. Dit leek me wel gaaf, maar het is me niet gegund. De mandjes zijn dicht, of dit nu komt omdat het zondag is, of een andere reden dat kan ik niet uit het verhaal van de kaartjesverkoper opmaken. Dan maar een retourtje. 

Up Up Up

Natuurlijk komen we met twee andere Nederlanders in een bakje terecht. Een gesprek zit er niet in, wat een chagrijnige landgenoten. Vooral de vent is me er één. Er wordt een foto gemaakt als je in het karretje zit, maar hij wil zich niet eens even omdraaien. "Ik hoef geen foto" bromt hij naar zijn vrouw die al direct vraagt of ze blijven zitten of het voertuigje nog uit gaan. Lekker gezellig stel! 

 

Het uitzicht is mooi, dat moet ik toegeven, maar toch stap ik uit met het gevoel dat me veel te veel geld uit mijn zak is geklopt. We lopen naar een kerkje, de Igreja de Nossa Senhora. Het is een geinig ding, lekker simpel. Buiten worden al kaarsjes gebrand. Ik ben nieuwsgierig en we gaan toch even binnen kijken. Het is natuurlijk enorm kitscherig, maar kitsch is door de kerk uitgevonden. 

Park Life

We lopen langs het kerkje en komen bij een groen pad, dat naar een wijk leidt. Door smalle straatjes, die soms dood lijken te lopen, maar sneaky toch een hoek om gaan, lopen we naar beneden. Gijs wordt aangevallen door een agressieve chihuahua, maar gelukkig zit er een hek tussen en overleefd hij het ternauwernood. Een oud bessie staat even verderop te grinniken. 

 

Beneden komen we uit bij een plein, met gigantische bomen. Deze staan griezelig gevaarlijk schuin, maar we gaan hier toch op  een terrasje zitten. Zijn we toch nog een beetje rebels vandaag. We drinken een biertje en kijken hoe een Poolse trut haar kind een mep geeft en we in het gekrijs kunnen genieten van onze koude versnapering. Dit is genieten! Ik had haar eigenlijk een tik willen geven, maar ze is breder dan ik ben. 

 

Snel gaan we weer lopen en komen uit bij de plek waar je normaal met de typische mandjes naar beneden gebracht kunt worden. We zien dat dit voor 2 personen €35 is. Misschien maar goed dat ze gesloten zijn, anders was Gijs helemaal uit zijn dak gegaan. Bij de kabelbaan drinken we nog maar een Coralletje om het af te leren, voordat we weer naar beneden gaan. Gelukkig hebben we nu een karretje voor onszelf, kunnen we tenminste vredig klagen zonder dat iemand ons verstaat. 

Vinho

Eenmaal beneden komen we midden in het wijnfestival terecht. Overal lopen gekkies in pakjes met grote manden paarse druiven. Snel vluchten we naar een supermarkt, halen wat biertjes en gaan bij de haven aan het water zitten. Daar bewonderen we de krabbetjes, visjes en grote zeemeeuwen. Achter ons komt er een wijnparade voorbij, ze zijn hier echt dol op hun wijn. 

 

Even verderop worden we weer geconfronteerd met de Madeirinese Vinho. Er staan rijen met stalletjes waar je wijn kunt proeven en natuurlijk kunt kopen. Ze hebben ook heel creatief de ballonnen in trosjes opgehangen. Ik ben geen fan van wijn, tenzij er niets anders is. Toch heb ik een klein slokje geproefd, maar dit heeft me eigenlijk nog minder enthousiast gemaakt...

Hamburgueria Do Mercado

Die avond komen we terecht bij Hamburgueria Do Mercado, die zelf zeggen de beste burgers in Funchal te serveren. Eerlijk is eerlijk ze zijn echt lekker. Ik neem een Special, een burger op het knapperige cacobrood. Daarbij de typische Maiza sticks, maar eerlijk is eerlijk, die vond ik niet zo lekker. Ik denk niet dat dit aan deze tent ligt, maar aan de sticks zelf. Ik vind er niet veel smaak aan zitten. 

 

Mocht je toevallig terecht komen in Funchal, dan zou ik hier zeker even langsgaan!

 

Ook deze avond maken we het niet te laat. Morgen hebben we een zware dag voor de boeg en toch een beetje nerveus ga ik terug naar het appartement...

0 Berichten

Madeira Here We Come!

Om 3.15 uur gaat de wekker, ik spring gelijk op. Het is een wonder dat ik niet 100 x op snooze druk. De avond hiervoor heb ik een nachtmerrie gehad. Ik dacht dat Gijs en ik in slaap waren gevallen zonder de wekker te zetten en zonder onze tassen te pakken, terwijl we op een mini vakantie gaan. Nu ben ik er in ieder geval klaar voor. Mijn tas is wel gepakt en ik heb me niet verslapen. 

 

Snel nog met de katten knuffelen en wat laatste dingen pakken. Dan kloppen Max en Nanouk om 4.00 uur op de deur. Vraag me niet waarom ik een vlucht boek die zo vroeg vertrekt. Op het moment zelf denk ik 'Dat is fijn! Dan hebben we nog de hele dag!' en op het moment zelf 'Wat doe ik ons aan...'. 

 

Grinnikend en gapend gaan we op weg. Nanouk en Max zijn wel onze helden, die offeren gewoon hun eigen nachtrust op om ons weg te brengen. En dat zonder (oké bijna zonder) jaloers te worden. Het is rustig op de weg en al snel zijn we bij de luchthaven. Bij de vertrekhal worden we met onze tasjes gedropt. Gelukkig hebben we alleen handbagage zij ons. Ik ben erg trots op mijn prestatie. Ik heb een kleine rugtas met een paar redelijk grote wandelschoenen (ugh), kleding voor een week en drie boeken!

 

We nemen emotioneel afscheid van onze vriendjes voor we naar binnen gaan. Ik zie al gelijk de gate die we  moeten hebben, heel relaxt. We lopen er direct heen, gaan door de security, die voor de verandering niet moeilijk doen en gaan de gate zelf in. Daar halen we dikke broodjes en dikke cappuccino. We zijn nu ruim op tijd. 

 

Bij de gate zitten we tussen allemaal ouwe dibbesjes. Dit hadden we wel verwacht. Madeira wordt ook vaak liefkozend het "bejaardeneiland" genoemd. Ach, het is wat je er zelf van maakt (maar ik zal niet snel een trip naar Benidorm boeken...). Als het tijd is om te boarden springen al die oudjes toch behoorlijk kwiek op en gaan trappelend twintig minuten in de rij staan. Dit is iets wat ik niet begrijp, dat je in een ellenlange rij gaat staan, terwijl je kunt zien wanneer je aan de beurt bent. Net zoiets als het opstaan als het vliegtuig geland is, maar de deuren nog niet eens geopend zijn. Ik blijf liever nog even lezen. 

Het boarden gaat vlug. Gijs en ik zitten tijdens de 3.5 uur durende vlucht niet naast elkaar, maar voor elkaar. Toen ik gisteren ging inchecken, was eigenlijk alles al bezet, heel bizar. Maar goed, waarschijnlijk valt Gijs toch gelijk in slaap. Als we gaan opstijgen, wordt het langzaam licht, dit is wel gaaf om te zien. Voor we goed en wel in de lucht zijn is Gijs al aan het knorren. Onder ons zie ik de lichtgevende oranje blokken van onze landbouwkassen. 

 

Ik ben nooit zo van het slapen in een vliegtuig (of in een auto, trein of wat voor een voertuig dan ook), maar nu ben ik toch vrij snel ook in dromenland. Het lijkt of ik een hazeslaapje heb gehad. Toch roept de piloot om dat we boven de bergen in het noorden van Spanje vliegen. Misschien is zo een vroege vlucht toch wel fijn.

 

Boven Portugal zie ik bosbranden, felle oranje strepen met enorm veel rook, dat zelf tot boven de zee uitkomt. Mooi om te zien, maar vreselijk. Nog een uurtje saai vliegen boven de zee en de landing wordt ingezet. We vliegen boven de wolken en ik vraag me af wat voor een weer het zal zijn als we daar onder komen. 

 

Na een kort moment van turbulentie, zien we Madeira te voorschijn komen. Ik denk dat ik de luchthaven al zie liggen, langs de kust op hoge palen. Toch vliegen we er straal voorbij. De vrouw naast me ziet waarschijnlijk mijn verbazing. 'Daar gaan we landen' zegt ze terwijl ze inderdaad naar de baan op palen wijst. 'We maken zo een scherpe bocht, dan begrijp je ook waarom ze met slecht weer niet kunnen vliegen' lacht ze. Ik ben benieuwd naar de reactie van Gijs. Ineens maakt onze groene Boeing meer vaart en de piloot gooit het vliegtuig naar rechts. Het lijkt net of we dicht over het water scheren, maar dit zal wel meevallen. Gijs zijn ogen zijn wel zo groot als schoteltjes, heel komisch. 

CR7

Als we uit het vliegtuigje stappen, dat eigenlijk voor Gijs te klein bleek, die heeft de hele vlucht met zijn knieën tegen de stoel voor zich bekneld gezeten, lijkt het toch echt bewolkt. Het is wel warm. Als ik naar het gebouw van de luchthaven kijk, wordt ik gelijk geconfronteerd met de trots van het eiland: Christiano Ronaldo. Bah! Snel lopen we het kleine gebouw in en eigenlijk in één ruk door naar de uitgang. We zien ook direct de bushalte van de Aerobus, die naar het centrum van de hoofdstad Funchal gaat (wat ik uitsprak als fun-gal, maar wat Foen-tjal blijkt te zijn). 

Als ik links van me kijk, zie ik ineens het afzichtelijke bronzen hoofd van de populaire voetballer. Ja het is opnieuw Chrisje CR7 Ronaldo. Ik denk dat de maker van dit beeld ook een hekel aan de vent heeft. Wat een gruwel. Daar moet ik toch even mee op de foto. Missie 1 van de reis is geslaagd! 

 

De Aerobus naar Funchal staat al klaar en voor €5 mogen we met de vriendelijke en verbazingwekkend goed Engelssprekende chauffeur mee. Onderweg rijden we over hoge bruggen en langs diepe ravijnen.

 

Als we door een lange tunnel de hoofdstad binnen rijden is de lucht helemaal blauw. Bij de Mercado moeten we er uit, dit is gelukkig niet ver. Als we op het smalle stoepje staan zie ik het gele marktgebouw en herken ik het van de website van ons verblijf. Ik weet gewoon direct waar we moeten zijn. Ik geloof dat het nog nooit zo soepel is gegaan. 

 

Als we daadwerkelijk bij Resicencial Funchal binnen staan blijkt dat onze kamer nog niet klaar is. dit had ik ook niet verwacht, het is half elf en ik had verwacht er pas tussen 12 en 1 te zijn. We laten onze tassen achter en gaan de stad verkennen, op zoek naar eten. 

Caco Brood

We lopen richting het water en komen uit bij de boulevard. Hier is het (gezellig) druk. Bij één van de tentjes gaan we zitten. Wat me verbaast is dat het niet vol zit met eettentjes en cafeetjes, er zitten maar een paar echt aan de boulevard. We bestellen een burger op coca brood, heerlijk! Het coca brood of Bola do Caco zoals het officieel heet, is een plat brood, op basis van zoete aardappel. Het is echt heel lekker en schijnt niet heel moeilijk te zijn om te maken. 

 

Natuurlijk bestellen we ook een biertje om de vakantie in te luiden. We krijgen een grote pul Coral Bier, wat op het eiland zelf gebrouwen wordt. We bekijken de mensen die langs ons op de boulevard lopen. Er zitten een hoop zombies tussen, maar het is toch niet zo dat het overwegend grijze kapsels zijn die voorbij komen. Het gehalte bejaarden valt me nog mee, ik had het erger verwacht. 

 

Een paar Coralletjes later gaan we inchecken. We lopen via de markt die tegenover ons verblijf ligt. Het is hier behoorlijk druk. Er staan vrouwtjes in klederdracht bloemen, fruit en  noten te verkopen. Het is leuk om even geweest te zijn, maar ik ga snel weer naar buiten. 

 

Onze kamer bij Resicencial Funchal is simpel, we hebben 3 bedden in de kamer staan. Een lang, smal bureau, een kast die eigenlijk al weg gegooid had moeten worden , en we hebben een badkamer met douche en toilet. Dit is wel fijn. Ook zit er een smal balkon, waar maar één krukje staat. We frissen ons even op en smeren hem snel weer. We komen langs de vismarkt, die aan de achterkant van het marktgebouw zit. Dit is een stuk rustiger dan aan de andere kant. Hier kun je zien hoe de mannetjes grote vissen aan stukken hakken en het ruikt echt naar verse vis. 

Old Town

Met twee stappen buiten ons appartement komen we in de oude stad met smalle straatjes, oude huisjes en vooral veel restaurantjes. In de Rua De Santa Maria vind je hele schattige beschilderde deurtjes. Echt tijd om te kijken krijg je niet, aangezien het hier vol staat met gasten die je hun eettentje in proberen te lokken. Vooral Gijs wordt hier heel chagrijnig van. Ik probeer een beetje rond te kijken, maar dit is bijna niet te doen. 

 

We komen uit bij een wat groter pleintje, met een schattig oud, en spierwit kerkje. Hier lijkt het iets rustiger, maar toch wordt je overal weer aangesproken. Bij een restaurantje, Bistro a Tartaruga, met beschilderde muren met daarop een onderwatertafereeltje met schildpadden en Neptunus, strijken we neer. Hier gaan we aan de koude Coralletjes. De bediening is erg vriendelijk, maar soms net iets te veel bezig met mensen lokken, dan met de gasten die er al zitten. 

 

We moeten nog wat essentieële spulletjes hebben en gaan op zoek naar een supermarkt. In bijna elke straat zit wel een mini Spar, maar de grotere kun je in de winkelcentra vinden. Bij een van de kleinere exemplaren gaan we naar binnen. We kunnen hier gelukkig alle belangrijke producten vinden die we op dat moment nodig hebben: rum, zonnebrand, wijn, tandpasta, bier, souvenirs en likeurtjes. Even de troep naar ons verblijf brengen en toch terug naar Bistro A Tartaruga, het beviel ons hier wel. 

 

Het eten is op zich goed, als voorgerecht Calamaris, die echt wel vers is, maar waarvan ik dacht dat het gepaneerd zou zijn (een beetje dom). Hoe ik hierbij kwam, ik heb geen idee, maar we krijgen een bord vol kale inktvisringetjes en kleine inktvissenbabies. Het is echt heel veel. Vervolgens heb ik kip Mozambique stijl besteld. Een beetje teveel kerriepoeder voor mij en ik pak snel Gijs zijn gerecht af, kip met kaas en bacon. Deze is wel erg lekker. We hadden die middag al besloten dat het vega en vegan gedoe hier niet echt werkt, dan zitten we de hele vakantie aan de linzen. 

 

Na het eten gaan we even terug naar het hotel, nadat we nogmaals een overbodige trip naar de spar hebben gemaakt. Ik wil eigenlijk nog wel ergens wat gaan drinken om onze eerste avond hier te vieren, maar ik lig al snel knock out op het keiharde bed. Ik kan me niet eens herinneren dat ik ben gaan liggen. Gijs heeft nog lang met de eigenaar lopen kletsen, die geen woord Engels spreekt en Gijs niet verder komt dan 'obrigado' in het Portugees. 

0 Berichten

Next up: Madeira

Nadat we terug zijn gekomen uit Myanmar begint het al snel weer te kriebelen. Eigenlijk zouden we in 2017 niet op vakantie gaan, zodat we in 2018 naar Costa Rica kunnen en Gijs zijn ogen kan laten laseren. Maar we hebben zoveel minder uitgegeven in Myanmar, dat we besluiten te kijken voor een weekje weg in September. Niet te ver weg in ieder geval en niet te duur. 

 

We goegelen mooie eilanden in Europa en komen al snel terecht bij Madeira, het bloemeneiland, dat deel uit maakt van Portugal, maar eigenlijk dichterbij Marokko ligt. We bekijken wat plaatsjes en zoeken filmpjes op Youtube. Al snel besluiten we niet verder te zoeken, Madeira it is!

 

Ineens komen we het overal tegen, reisprogramma's, blogs en zelfs in het nieuws over het prachtige (uhum) beeld van Cristiano Ronaldo dat bij het vliegveld op het eiland is geplaatst. 

Boeken en zoeken

Ik probeer na ons definitieve besluit zo min mogelijk te zoeken naar plekken en tickets. Ik zoek nog even op hele andere plaatsen in de hoop dat er niet voor zorg dat de prijzen voor de vliegtickets door ons zoekgedrag worden beïnvloed. Ik weet nog steeds niet of dit nu waarheid is, maar in mijn ogen wel. Eerst boeken, dan verder zoeken!

 

Helaas zijn de tickets toch net even wat duurder dan ik in eerste instantie had berekend, maar toch is het officieel, het weekje Madeira is geboekt! Volgende stap: Voorpret!!

0 Berichten

Festivaltijd!

Vandaag mag Gijs eerst douchen om te voorkomen dat ik weer al het warme water opmaak. We pakken de tas in en laten het fijne kamertje achter ons en lopen naar het station. Hier moeten we wachten op Robert en Marieke. En wachten, en wachten, en nog meer wachten. Ondertussen bekijken we de invasie van punkers, rockers, skankers en ander volk dat duidelijk op weg is naar MIGHTY SOUNDSSSSS

 

Op het station staat een piano, waar fanatiek gebruik van wordt gemaakt. Na ruim twee uur wachten, wij waren vroeg, zij erg laat, zien we eindelijk onze vriendjes aankomen. Ze hadden en verkeerd kaartje voor de bus gekocht en werden door een controleur te grazen genomen. Het paspoort werd afgepakt en ze moesten direct 800 kronen aftikken per persoon, dus waren ze in één klap 60 euro lichter. Echt bizar.

Nadat we hierover zijn uit gemekkerd pakken we de trein naar Tábor. Het is weer vol en ook zijn ze nog steeds bezig met het spoor, waardoor we op Obramovic moeten overstappen. Een stuk met de bus en vervolgens de laatste tien minuten met de trein naar onze eind bestemming. In een optocht van alternatievelingen die bepakt en bezakt zijn sjokken we naar de ingang van de camping. 

 

Robert heeft binnen vijf minuten vrienden gemaakt met onze buren, een stel Finse jongeren. Rens, Pontus en Kees. Eerst doen we traditiegetrouw eerst boodschappen bij de Kaufland. Als we terug lopen horen we de Real McKenzies spelen, wel geinig. Die avond gaan we kijken bij Dropkick Murphis, heel tof! Verder hangen we veel bij de tent en lullen Engels met onze buren. 

Dag 2

's Ochtends zweten we weer de tent uit. Gijs schuilt in de schaduw en ik lees wat tot de rest wakker wordt. Ik ben in shock als Kees, onze Finse buurman, in het Nederlands tegen me praat. Hij blijkt uit Groningen te komen en toen hij jonger was is hij geëmigreerd met zijn ouders naar Finland. Hij schijnt het die avond ervoor ook verteld te hebben, maar geen van ons luisterde hier naar. Ik vond zijn naam ook al apart voor een Fin... 

 

We hangen wat rond in de partytent van de buurtjes, gaan weer een rondje naar de Kaufland, hangen nog meer rond en moeten al snel weer naar de Kaufland omdat het bier en de wodka al op is. Als we terug lopen hoor ik de Restarts, die ik wel graag had willen zien. Een beetje verontwaardigd kom ik terug bij de camping, waar we nog meer rondhangen. Ik heb serieus nog nooit zo weinig bands gezien op een festival als bij deze editie van Mighty Sounds. Wel gaan we voor het optreden van Perkele, waar onze Finse buren fan van zijn. HEt was inderdaad erg leuk. WE springen wat rond en doen heel volwassen aan 'hoopjes' op iemand werpen. Ik ben op een gegeven moment de sjaak, maar daar gaat het natuurlijk mis. Ik verrek van de pijn (wat vier weken bijna ondraaglijk heeft aangehouden voor het minder pijnlijk werd). Een gekneusde rib, en wat voor één. Ik kon bijna niet meer zelfstandig opstaan. 

Dag 3

Weer worden we de tent uit gejaagd door de felle zon. Ik voel me smerig en heb moeite met bewegen. We lopen naar de blokhut, halverwege de weg naar Kaufland, en drinken daar een cappuccino. Dit vrolijkt me altijd wel op. 

 

Robert en Marieke springen van een steiger op de blob, nadat ze een uitgebreide verklaring hebben ondertekend waarin ze aangeven geen rechtszaak te starten als het mis gaat. Heel gaaf! Ik had ook gewild, maar ik denk dat ik met die pijnlijke rib niet meer op had kunnen staan. 

Verder hebben we Madball gezien, Necromantix (geinig), The Slackers, Stick To Your Guns, maar eigenlijk vond ik geen van allen echt de moeite waard. Het is gaan regenen en ik ben inmiddels behoorlijk nat. Ik ben er klaar mee, ik ben inmiddels schor, mijn rib doet pijn en heb het koud. Ik duik lekker mijn tent in. 

Dag 4

Mighty Sounds is alweer voorbij en dit soort altijd voor een deprimerende afterdip. Al heb ik niet veel bandjes gezien, we hebben enorm veel lol gehad. Eén van de leukste edities ooit. Mede dankzij onze aardige buurjongens. Chagrijnig pakken we onze tassen in, breken de tenten af en zeulen alles naar het station. De trein komt gelukkig al snel. 

 

Om half twaalf staan we op het station in Praag. We hangen wat grond op het grasveld voor het station. Daar pakken we de bus naar het vliegveld. Dit scheelt een klap geld als je het vergelijkt met de kosten voor een taxi. Op het vliegveld kunnen Robert en Marieke gelijk inchecken, maar onze balie is nog niet open, terwijl wij eerder vliegen. Dan maar pizza eten voordat we onze tassen kunnen dumpen. Als we van de kiloknallers af zijn, gaat we naar de security. Natuurlijk worden we weer uit de rij gepikt om gefouilleerd te worden. Heel irritant. Ik schaamde me wel een beetje toen ik na drie dagen festival mijn schoenen en sokken uit moest doen. Mijn voeten zijn zwart van het vuil. Het meisje dat tussen mijn tenen checkte of ik geen drugs mee naar Amsterdam zou smokkelen (logisch ook), vertrok geen spier. Ze hebben hele integere security meisjes in Tsjechië. 

 

We hangen rond in de gate met Robert en Marieke. Ons vliegtuig vertrekt eerst, maar zij volgen twintig minuten later. Het zijn toch net bussen tegenwoordig. In het vliegtuig val ik al snel in slaap en wordt pas wakker als de landing is ingezet. Heerlijk! Op Schiphol wachten we tot de andere geland zijn. We hebben wat moeite met het kopen van een kaartje bij de automaten van de NS. Tijdens onze vakantie zijn de papieren kaartjes vervangen voor de OV-chipkaart en ik ben hier nou niet direct een fan van. Met moeite krijgen we het voor elkaar om legaal de trein in te stappen, op naar Almere!

0 Berichten

Burton, Bier en Bibberen

Een beetje brak wordt ik wakker in het fijne bed van ons verblijf. Ik neem een verkwikkende douche, waardoor Gijs zonder warm water zit. Bibberend komt hij de badkamer uit en de dag begint met een klein schuldgevoel. 

 

Bij de SchnitzelKing eten we ontbijt/lunch. Een fastfood tent met schnitzelburgers, verrassend. We lopen naar het oude plein, waar we moeten wachten op Robert en Marieke. We gaan naar een expositie over Tim Burton. Misschien een beetje een gekke activiteit in Praag, maar het lijkt me echt heel tof. Dit was het ook! Helaas mogen er geen foto's gemaakt worden. Er staan schetsen van zijn bekende karakters, sommige op servetjes met de koffievlekken er op. Sculpturen uit de films, schilderijen, cartoons en ga zo maar door. We struinen twee uur tussen de werken en ik had zo nog een rondje kunnen maken. Echt heel inspirerend. 

Nog onder de indruk belanden we in een kroeg, verborgen in een kelder. In de donkere ruimte, onder het gewelfde plafond, moet ik even wennen aan het donker. Als mijn ogen zich langzaamaan schikken aan het gebrek aan licht, zie ik dat er veel graffiti's en tags op de muren geschreven zijn. Er hangt een goede sfeer, maar de toiletten zijn één van de ergste ooit... Op een deur staat zelfs de smeekbede 'Please clean me'. Blijkbaar trekken ze zich hier niets van aan, of durft de schoonmaakster hier niet naar binnen.

We waren allemaal enorm laat uit bed en het is al snel tijd voor het avondeten. We komen terecht bij een restaurant achter het oude plein, met typisch Tsjechische gerechten. Ik eet een smaakvolle goulash uit een schattige broodkom. 

Het is ons ter oren gekomen dat er een ijsbar te vinden is en na het eten gaan we op zoek. De bar zit onderin één van de grootste discotheken van Centraal Europa met vijf etages, waar mijn neefje helemaal lyrisch over was. Als we naar binnen gaan, voelen we ons al snel oud, maar ach we zijn op vakantie. We moeten even wachten, maar ik vermaak me wel. De vloer is van glas en je kunt naar de swingende mensen onder je kijken. Ik raad om deze reden wel aan dat je niet in een rokje gaat, iedereen kan zo bij jou naar binnen kijken. 

 

Met een zilveren poncho aan wagen we ons naar binnen. Je mag maar tien minuten door de bar lopen. Dan moet de boel weer afkoelen en kan de volgende groep de bar in. De bar is gaaf! Ik hobbel van het ene ijs sculptuur naar het volgende en kijk mijn ogen uit. Ondanks de kou wordt ik hier blij van. We krijgen ook nog eens een kleurrijk drankje in een 'glas' van ijs. Het verandert al snel in een photoshoot. 

We verkennen ook de rest van de discotheek (lichtgevende vloeren, hilarisch) en voelen ons met de minuut meer bejaard en vluchten. Een dikke kebab later, lopen we een reggae-bar in. Heel gezellig en in dezelfde straat als de grote puber disco. 

 

Morgen moeten we weer verder en we besluiten het niet (te) laat te maken. Binnen vijf minuten ben ik verdwaalt en er van overtuigd dat we nooit bij het verblijf aan gaan komen. Ik zeur om een taxi, maar Gijs weet zeker dat we dichtbij zijn. Ik krijg gelijk en we stappen een taxi in. Hierop krijgt Gijs ook gelijk, want nog geen vijf minuten later staan we voor ons verblijf...

0 Berichten

Bye Bye Split

De wekker gaat weer vroeg en haastig pakken we onze tassen weer in. Om kwart voor tien hebben we onze paspoorten weer terug (die geef ik nooit meer af en ik begrijp niet waarom ik ze deze keer wel heb afgegeven), hebben we onze rugtassen weer op en zijn we op weg naar het busstation. Gelukkig is het nog niet heel erg warm, maar toch zweet ik als een gek. 

 

Voor 33 kuna per persoon mogen we mee met de shuttlebus naar het vliegveld. Ongeveer 30 minuten later staan we op de luchthaven. Veel te vroeg want onze vlucht gaat pas om 14.40 uur. Weer een smerige cappuccino en een broodje later (en veel staren naar de klok), kunnen we inchecken. Met een vaag papiertje dat onze ticket moet voorstellen melden we ons bij de balie. Ondanks mijn vrees dat er iets mis is, laten ze ons gelukkig doorlopen. 

 

Als we in de gate zijn, blijkt al snel dat we vertraging hebben. Zucht... Gelukkig duurt dit maar een uurtje. We hebben onze tijd kunnen doden met biertjes drinken in de gate, maar of dit nu echt zo een goed idee was... In het vliegtuig ga ik maar even aan de appelsap. 

 

Na een uur en tien minuten landen we in Praag. We hoeven maar kort te wachten op onze bagage. Ondertussen probeer ik op de tablet uit te zoeken waar ons verblijf is. Hostel Jeronimovo of iets dergelijks. Na een hoop gekloot (ik neem dat ding nooit meer mee, het werkt voor geen meter) heb ik een adres kunnen terug vinden. We pakken een taxi, ik ben er nu al klaar mee. Deze weet gelukkig gelijk waar we heen moeten. 

 

We rijden iets verder de straat door dan waar Hostel Elf ligt (wat al vol was) en worden afgezet op de hoek van een straat. Ik kan nergens uit op maken dat hier een hostel zit. We bellen aan bij een deur die het juiste huisnummer heeft, maar er doet niemand open. Half in paniek druk ik op alle deurbellen die ik kan vinden. Opeens gaat de grote deur toch open. "I was ready to leave" zegt een vrolijk meisje die ons op staat te wachten. Snel checken we in. 

 

De kamer is bizar! Heerlijk bed, plus een extra tweepersoonsbed en een geniale douche. Dit is echt niet normaal voor deze prijs. * Toen we in 2015 opnieuw naar dit hostel zochten, bleek het tijdelijk te zijn. De appartementen zijn inmiddels helaas verkocht*. 

Bij de Astronimische klok halen we een langôse en gaan we snel op zoek naar een kroeg waar we de halve finale Nederland - Argentinië kunnen kijken. We belanden bij O'Che's een Ierse pub me Che Guevara thema, aparte keuze maar een hele leuke tent. We zijn vroeg en nemen plaats vlak voor het grote scherm wat voor deze gelegenheid is opgehangen. Al snel druppelen er meer oranje shirts binnen en binnen de kortste keren zit het vol .

 

Het werd een spannende wedstrijd en ik ben er nog steeds van overtuigd dat Nederland had moeten winnen, maar we werden keihard ingemaakt. De enige Argentijn in de pub ging helemaal los na de winst, onder het toeziende boze oog van de vele oranje fans. Even was ik cranky, maar gelukkig duurt dit nooit lang.

 

Ik krijg een bericht van Marieke, dat zij en Robert ook al in Praag zijn aangekomen. Eigenlijk zouden ze de volgende dag pas komen, maar dit maakt mijn humeur weer goed.  Mijn laatste herinnering is dat we naar Chapeau Rouge zijn gegaan en gedanst hebben, maar verder is het een zwart gat... 

0 Berichten

Hvar

Om half 7 gaat onze wekker. Vandaag gaan we wel naar het eiland Hvar. Om 8.45 uur staan we klaar op het ferry station. Het is kut weer... Maar ik wil toch echt het eilandje zien en niet nog zo een nutteloze dag in Split doorbrengen. Om 9.15 uur zitten we in de grote  catamaran en Gijs valt al snel weer in slaap. Ik ben echt een beetje ongerust als ik naar de donkere, grijze lucht kijk. 

 

Na ongeveer anderhalf uur komen we aan in Hvar, de hoofdstad van het gelijknamige eiland. Het regent nog steeds, maar is een stuk minder onheilspellend als bij vertrek. Ik glibber over de natte, witte stenen in de haven en moet me vasthouden aan Gijs om niet onderuit te gaan. Heel handig die flipflops. Bij een terrasje gaan we schuilen en nemen een ontbijtje. 

Het duurt niet lang of de lucht klaart op en we hebben ineens stralend mooi weer. De stenen blijven nog wel even spekglad, maar voorzichtig schuifel ik door de steegjes. Er zijn een hoop trappetjes, zucht, ik haat trappetjes, maar echt prachtige uitzichten. 

 

We beklimmen de trappen op weg naar een fort. Tussen de reuzen agaves en cactussen door kun je het hele stadje en de haven bekijken. Eenmaal in het fort moet je natuurlijk weer een toegangsprijs betalen. Het is niet heel veel dus leggen we braaf wat centjes neer. Er is een ruimte waar ze potten en vazen hebben staan die ze uit de zee hebben gevist en je kunt de oude gevangenis in de kelder bekijken. 

 

Bij één van de torens, met een mooi uitzicht over de haven, strooi ik was as van mijn moeder uit. 

We pakken de bus naar een andere stad van het eiland, wat ongeveer drie kwartier rijden is.  Stari Grad, het lijkt op het eerste gezicht niet veel. Langs het water lunchen we met pasta en pizza, heel logisch al dat Italiaanse voedsel in Kroatië. Met onze buikjes vol gaan we op zoek naar een strand. Dit duurt niet lang.

 

Tussen de rotsen en een hoop krabbetjes gooien we onze spullen neer en duiken het heldere water in. Heerlijk! 

We chillen nog even tussen de krabbetjes, die ik maar eng vind, voordat we terug gaan naar het haventje om de bus naar Hvar te pakken. Om 20.00 uur gaat de ferry terug naar het vasteland. Het is  gaaf, we zien de zon ondergaan en komen in het donker weer aan in Split. We zijn nog niet aangekomen of we horen al het gejuich van de mensen die voetbal aan het kijken zijn. De eerst halve finale van het WK is begonnen. Als we eenmaal de boot afkunnen speuren we naar een plekje op een terras, zodat we ook kunnen kijken. Ondertussen horen we wel 5 x keihard gejuich. Duitsland heeft al 5 x gescoord tegen Brazilië. We zien het laatste stukje van de wedstrijd terwijl we ergens op straat een pizzapunt scoren. 

0 Berichten

Doelloos

Eigenlijk wilde vandaag naar een eiland in de buurt gaan, maar ik ben de wekker vergeten te zetten. Dan maar weer een dagje doelloos rondlopen in Split. We ontbijten met een pizza en vieze Cappuccino bij Semafor, naast een dikke stenen muur. 

 

We lopen langs de zee en komen uit bij een stenen strand. Nu baal ik als een stekker dat ik geen zwemkleding heb aangetrokken... Overal liggen mensen te zonnen. Chagrijnig lopen we terug naar het hostel om zwemkleding aan te trekken. 

 

Eenmaal daar, zijn we uitgeput door de hitte en besluiten we niet te gaan zwemmen. Hoe bedoel je nutteloos?

Niet veel later lopen we wederom weer doelloos door het centrum. We gaan zitten bij een schattig eettentje met een terrasje onder druivenranken. Het eten is smerig! Ik heb lasagne besteld, die voornamelijk uit dikke kaas bestaat, echt niet te eten. De pasta bladen zijn ook niet goed gaar. Ik heb inmiddels echt een ontzettend kut humeur. We drinken nog een paar biertjes op de boulevard en besluiten dat deze dag niet meer goed gaat komen en gaan terug naar het hotel. Nu vergeet ik de wekker in ieder geval  niet te zetten... 

0 Berichten

Good morning Split!

We hebben redelijk uitgeslapen, maar gaan uiteindelijk fris en fruitig richting het centrum. Dit gaat een stuk soepeler dan gisteravond. We komen langs een paupermarkt waar een meloenverkoper aangevallen wordt door een stel duiven, heel komisch!

 

Op de hagelwitte boulevard langs de zee moet ik mijn zonnebril opzetten, omdat de witte stenen zeer doen aan mijn ogen. We ontbijten langs het water, veel te duur voor wat je voorgeschoteld krijgt. 

 

Niet veel later struinen we door de witte straten van Split, ondertussen wordt het bloedheet. 

Modeshow

Ik kom tot de conclusie dat Split echt een prachtige stad is, maar behoorlijk saai. Ik kan weinig leuke of gezellige tentjes ontdekken. In een afgelegen steeg komen we een fijn restaurantje tegen, Korta, waar tot onze verbazing lachend personeel aan het werk is. Dit is één van de weinige keren dat we dit in Kroatië tegen komen. 

 

Rond een uur of vijf komen we weer bij de boulevard terecht om een biertje te drinken en ontdekken dat hier een ware modeshow begint. Nou eigenlijk geen officiële, maar alle jongere die de hele dag hebben liggen pitten of zonnen komen tevoorschijn en lopen als barbiepopjes voorbij. Dat is even wat anders dan de bejaarden (en wij) die er overdag rondlopen. 

 

Na het redelijke eten bij een Italiaans restaurant (met ranzige, nep-cappuccino) halen we wat drinken en gaan terug naar het hotel. Echt heel veel boeiends om in de avond te doen heb ik niet kunnen ontdekken. Of ik had naar een schuimparty met 14-jarige moeten gaan. 

0 Berichten

Chaos in Split

Bij een soort taxistandplaats worden we afgezet. We hebben geen idee waar we zijn, maar onze chauffeur rijdt direct weg. We staan even verward om ons heen te kijken. Er staan rare gasten met geplastificeerde bordjes die je een slaapplaats aanbieden. Een ongure vrouw komt naar ons toe en schreeuwt "Are you looking for sex?". Ze lacht keihard en haar mond zit vol smerige bruine tanden. Ik ben een beetje van mijn stuk gebracht, dit had ik me niet voorgesteld bij onze aankomst in deze stad. 

 

Even verderop zie ik een bord met tourist info er op. Daar lopen we maar heen. Het is niet echt een informatiepunt, maar een plaats waar je tours kunt boeken. Vage shit... We pikken een kaart en gaan buiten op zoek naar ons hostel Omladinski. 

Een propper ziet ons worstelen en komt ons te hulp. Hij heeft het hostel zo gevonden op de kaart. Het is een pokke eind lopen en we besluiten een taxi te pakken. Voor 50 kuna bracht hij ons naar het hostel en we krijgen ook er gratis een lesje schelden in het Kroaats bij. Hij ging behoorlijk tekeer tegen de medeweggebruikers. 

Omladinski

Eenmaal bij ons hostel gaat het inchecken heel snel. Alleen even onze naam geven en klaar. Het is een saai gebouw, waar een hotel en een hostel in zitten. Eigenlijk zouden we vanaf Zagreb doorgaan naar Bosnië, maar door hevige overstromingen hebben we onze plannen moeten wijzigen. Omladinski was de goedkoopste optie. Het is wel even zoeken naar onze kamer, hier is echt geen logica te vinden in de kamernummering. Het gaat van 16 naar 31 en dan weer naar 21, maar uiteindelijk komt het goed.Ik ga gelijk de douches checken en deze vallen me 100% mee! Snel even opfrissen en terug naar het centrum. 

Nederland-Costa Rica

Zonder de zware tassen op onze rug besluiten we te gaan lopen en we vinden het centrum gemakkelijk. We gaan naar de boulevard langs de zee en gaan zitten bij een reastaurantje. Hier hangt een groot scherm en zitten al wat mensen klaar in hun oranje shirtjes. Een cheeseburger en patat later is het tijd voor de wk-wedstrijd Nederland-Costa Rica. Het terras zit inmiddels vol met Nederlanders. 

 

Het is een spannende wedstrijd en Gijs krijgt ruzie met een hinderlijk pubertje dat continu voor het scherm gaat staan. Nadat 'we' gewonnen hebben explodeert het terras, heerlijk. Als we terug lopen naar het hostel, raken we op de één of andere manier toch half verdwaalt, maar na wat snauwen en kibbelen kunnen we gelukkig redelijk snel ons bed induiken. 

0 Berichten

Turquoise Meren


Vroeg in de ochtend laden we onze tassen in een wit busje dat op ons staat te wachten. We gaan Zagreb achter ons laten en daar hebben we beide geen enkel probleem mee. Een vrolijke chauffeur draait Bob Marley en we zitten bij een aantal jongens/mannen die al snel in slaap vallen. Natuurlijk doet Gijs dit ook. 

 

We rijden naar Plitvice, een nationaal park van Kroatië en misschien wel één van de mooiste van Europa. Onderweg is ook al zat te zien. Ik zie een dorp dat tussen watervallen is gebouwd en landschappen die gebruikt zouden kunnen worden als decor voor een fantasy film (jaja dit vind ik wel vaker). 

Zaterdag

Als we worden afgezet bij de ingang van het park, geeft de chauffeur ons aan dat het vandaag wat drukker is dan normaal gesproken. De man laat ons op een kaart zien hoe we het beste kunnen lopen. Hij verteld dat we op moeten passen voor de beren in het park. "Here are bears, don't walk, just run!" zegt hij lachend. Hij geeft ook aan dat de kans klein is dat we er één zullen gaan zien, vooral nu het zo druk is. Het is zaterdag en de Kroaten gaan dan zelf ook naar het park. We hadden beter een dag eerder kunnen gaan...

 

Maar ach we zijn er nu toch. We spreken een tijd en plek af met de chauffeur waar we hem weer zullen gaan ontmoeten en gaan het park in. In de verte zien we al de mooie meren en watervallen liggen. Het is inderdaad wat druk, maar eenmaal in het park zijn de andere mensen goed te ontlopen.

Plitvice

In dit gebied is de grond van Travertijn, een soort kalksteen, wat vrij zacht is. Hierdoor kan het park elke dag weer anders zijn en verplaatsen de watervallen zich telkens. Dit maakt het heel bijzonder. 

We lopen over de houten loopbruggetjes richting een grote waterval. Het is echt prachtig. Het water is turquoise en zo ontzettend helder. Je ziet overal de visjes zwemmen.  In het begin hebben we nog wel last van de andere toeristen, die zichzelf ontzettend belangrijk vinden en overal vooraan willen staan. Ik snap dat je een goed uitzicht wilt en een mooie foto wil maken, maar toch gaan sommige mensen wel echt heel ver. Door een klein, (natuurlijk weer Frans) vrouwtje met een grote merktas wordt ik bijna het water in geduwd. Wat een idioot. 

 

We kijken even bij de waterval, maar ook hier is het weer zo druk dat je eigenlijk niet normaal kunt genieten. We lopen snel door en hier is het gelukkig een stuk rustiger. Nu kun je zelfs denken dat je helemaal alleen bent. 


Verderop komen we bij een aantal grotten, die wel even voor wat nodige verkoeling zorgen. Het is echt bloedheet. Nadat we een flink stuk gewandeld hebben komen we uit bij een steiger, waar we een bootje kunnen pakken naar de overkant. Hier is een restaurantje en lunchen we (niet echt lekker, ik zou aanraden een eigen pakketje mee te nemen en in het gras te gaan zitten). We hangen nog wat rond en bestuderen de irritante toeristen, voordat we terug gaan naar het busje. 

 

Eenmaal bij het busje moeten we dik een uur wachten tot de andere komen. Het lijkt wel een schoolreisje waar de stoere jongens de rest op zich laten wachten. Best asociaal. Als we dan toch eindelijk allemaal in het wagentje zitten, valt de rest alweer snel in slaap. Ik lees wat en dommel af en toe ook weg. Opnieuw is de omgeving zo mooi! Spierwitte rotsheuvels, waar je een zonnebril voor op moet zetten om er naar te kunnen kijken en huisjes waarvan eigenlijk alleen de muren nog staan en die vol kogelgaten lijken te zitten. 

 

Ineens doemt Split op in de verte. Geweldig! De blauwe zee met de witte stad in een baai en naast ons de bergen, ik had het niet zo mooi verwacht!

0 Berichten

'Muziek' en een mummie...

Met frisse tegenzin gaan we weer naar het centrum, eigenlijk zijn we wel klaar met Zagreb. We nemen ons voor om niet meer dan twee nachten ergens te boeken. Als het een gave plek is, dan gaan we wel een keer terug. Het is echt zonde, ik had er zo veel meer van verwacht.

 

Halverwege de weg naar het centrum stoppen we een cappuccino. Wat een smerige bocht! Ik krijg het bijna niet weg. Opeens zien we een man voorbij lopen die heel opvallend een pistool aan zijn riem heeft hangen. Ik ben even in shock, zoiets heb ik niet eerder gezien.

 

We gaan naar het archeologisch museum. Met de oudste lift van Kroatië gaan we naar de bovenste verdieping.

De Mummie

Ik heb nog nooit in mijn leven een echte mummie gezien, maar hier in Zagreb hebben ze er één. Hij is 'geleend' van een museum in Egypte en ik vind het bizar. In een donkere, koele kamer ligt hij op ons te wachten. Een zwarte uitgedroogde huid, met spierwitte tanden. Het leek alsof hij elk moment tot leven kon komen. Het voelt zelfs een beetje oneerbiedig, zoals hij daar ligt. Het was zijn bedoeling om in zijn graftombe in de sarcofaag van zijn eeuwige rust te kunnen genieten en dan kom je in terecht in Zagreb. 

 

Verderop zijn een hoop tabletten met hiërogliefen te zien, maar ook canopen, waarin de ingewanden van de farao's na het balsemen in gestopt werden, en een gedroogde hand en voet. 

 

We zien geen andere bezoekers en we worden continu achtervolgd door een medewerker van het museum, ik wordt er een beetje nerveus van. Ik moet zeggen dat ik me hier wel kan vermaken, misschien juist omdat het zo rustig is. We kunnen alles rustig bekijken. 

 

Er is nog een kleine ruimte met een tijdelijke tentoonstelling over de eerste wereldoorlog. Hier kom ik erachter dat ik van deze oorlog eigenlijk helemaal niets weet. Best slecht. 

Die avond is er in de buurt een concert van First Blood, een Hardcore bandje, wat niet per definitie mijn favoriete muziek is. Toch besluiten we te gaan. Heel verstandig besluiten we, jaja, alweer te gaan lopen. Het is best een wandeling, maar toch kunnen we het gemakkelijk vinden. Eigenlijk lopen we er toevallig tegenaan als we denken dat we verdwaalt zijn, maar voor de verandering gebeurde dit eens niet. 

 

Het tentje heet Močvara en ziet er gezellig uit, ik denk dat ik het leuker had gevonden als er andere muziek zou spelen. Maar toch vermaken we ons wel, totdat een mager mannetje met een snor en een enorme zweetlucht me tijdens zijn wilde dans op mijn oog mept. Ik ben er gelijk helemaal klaar mee en we lopen terug naar het hostel. 

0 Berichten

Saaie Zagreb

Vandaag staat er niets op de to-do-list. We slapen uit en gaan pas laat op pad. Ik hoop dat ik nog van mijn eerste indruk van Zagreb af kom, ik vind het  tot nu toe maar niets.

 

Bij een kleurrijke markt richting het centrum halen we een gigantische sandwich en koffie. Dit is dan wel weer een goed begin. Het is ook nog eens een stuk mooier weer dan de dag ervoor. Dit maakt het al wat aangenamer.

 

Wanneer we weer verder lopen komen we een straatje tegen dat er gezellig uitziet, het is Tkaliciceva, wat een bekend straatje vol restaurantjes en cafetjes is. Gijs vind een plek waar ze vegetarische kebab verkopen. Het heet Gradski Kebab. De kebab lijkt gewoon feta te zijn, maar het is alsnog erg lekker.

Old Town

We lopen weer verder en komen in een gedeelte van Zagreb dat er ouder uitziet. Er staan schattige kleine huisjes en er is bijna geen verkeer. We komen bij de mooie kathedraal van Zagreb, die helaas wel in de steigers staat vanwege een restauratie. Ik heb begrepen dat de kathedraal eigenlijk continu wel in de steigers staat.

Plezier in het park

In het centrum van Zagreb liggen drie parken. We besluiten daar maar eens een kijkje te nemen. De eerste die we tegen komen ligt het verst van het station. Het is een gezellig, groen park met een hoop bloemetjes en fonteintjes. Hier zitten mensen te picknicken. We hangen wat rond, kopen ontzettend lelijke ansichtkaarten van een student, maar besluiten dan toch weer door te gaan.

 

Het volgende parkje is echt heel leuk. Er staan allemaal kleine gebouwtjes met eten en drinken. Het lijken een soort strandtentjes. Hier blijven we even zitten en drinken wat. Dit is wel echt een aanrader.

 

Het laatste park, de  het dichtst bij het station is vond ik niets aan. Het is aftands en het stinkt er enorm door het verkeer.

Melin

Een beetje verloren lopen we rond, we vinden het allemaal niet zo leuk. Nadat we bij een cafe keihard hebben moeten schreeuwen naar de bediening om te mogen betalen, hebben we er een beetje de pleuris in. Het lijkt er echt op dat de Zagrebbers niet zo gesteld zijn op toeristen. Dit ligt niet aan het harde accent, wat nog wel eens gesuggereerd wordt. Ik moet juist lachen als we begroet worden met 'Bog', wat enorm hard klinkt. Het ligt er aan dat we niet geholpen worden, na het eerste drankje blijft de bediening gewoon weg en we hebben regelmatig bijna moeten smeken om de rekening. Dit kan er aan liggen dat je vooral te maken hebt met seizoensmedewerkers, dit merk je in Nederland ook wel. En dat ze niet veel betaalt krijgen, maar door je gasten onbeleefd te behandelen kun je die extra fooi ook vergeten.

 

Per toeval komen we bij Melin terecht, dit is echt een toffe tent. Buiten hebben ze allemaal woonkamer meubels staan. Oude televisietoestellen als tafel en bureaustoelen om op te zitten. Voor de verandering is de bediening ook eindelijk een keer in orde. De serveerster maakt zelfs een praatje. Dit is de eerste vriendelijke Zagrebber, behalve de jongen van het hostel, die we tegen komen.

0 Berichten

Rebels, of toch niet?

Het is toch wel jammer dat we vandaag weer vertrekken uit Ljubljana, ik had nog wel een dagje willen genieten en graag naar Metelkova willen gaan, maar dat zit er deze keer niet in. De tassen worden gepakt en we checken uit. Ik ben benieuwd naar het volgende hostel en vooral naar de douches, die waren hier echt beroerd. 

 

Helaas is het wel aan het regenen en we proberen onze tassen droog te houden door er plastic tassen overheen te spannen. Het is niet ver lopen naar het station, maar ik heb geen zin in zeiknatte spullen. 

 

Bij het station kunnen we rustig een cappuccino en een broodje wegwerken, voordat we om half negen in de trein stappen. 

Onderweg blijft het guur, maar toch maakt de mist die tussen de heuvels drijft het uitzicht ook wel weer gaaf. Gijs ligt al snel te slapen. Ook zo een drie uur later, als we op het station in Zagreb staan, miezert het nog steeds. We moeten hier onze euro's inwisselen voor Kuna's en uitzoeken hoe het openbaar vervoer werkt. We gaan weer naar een informatiepunt, wat opnieuw nutteloos blijkt. We proberen tien minuten lang uit de man te trekken waar we kaartjes voor de tram kunnen halen, maar het enige dat we te horen krijgen is welke tram we moeten pakken en waar we moeten uitstappen. Heel rebels besluiten we maar zonder kaartje te reizen. Ik hou hier echt niet van, maar we kunnen echt nergens een balie of automaat vinden. 

 

Zodra we bij de halte aankomen, komt de tram ook al aanrijden. Deze is best vol, dus we moeten ons met onze tassen tussen de mensen doordrukken. Mijn eerste indruk van Zagreb is niet helemaal wat ik had gehoopt. Het ziet een grauw en pauper uit, maar misschien komt dit door het grijze weer. 

 

Bij de eindhalte van de tram moeten we uitstappen en nog een paar minuten lopen. Ons hostel (Mali Mrak) ligt best ver van het centrum, maar het lijkt me een leuk verblijf. We vinden het ook snel, het ligt midden in een woonwijk. Bij binnenkomst ziet het er gelijk gaaf uit, met mooie muurschilderingen. Bij de receptie worden begroet door een jonge vent, waarvan ik gelijk de naam ben vergeten. Hij brengt ons naar onze kamer. Overal zijn mooie schilderingen te zien, we lopen door een gemeenschappelijke ruimte waarin het helaal is geschildert en een vrouw zit hier vrolijk piano te spelen. Het heeft echt een fijne sfeer.

Niet zo rebels

Nadat we heel even geacclimatiseerd hebben, lopen we weer naar de receptie voor een volledige rondleiding van de jongen, ik noem hem maar gewoon meneer Mali. Boven is een chill ruimte waar hippies zitten te haken, het ziet er gezellig uit. Ik ben blij als ik de douches zie, deze zijn schoon. Ze zijn wel wat krakkemikkig, maar ik heb het idee dat ik hier in ieder geval schoon uitkom en dat idee had ik bij Budgetrooms in Ljubljana niet... Meneer Mali laat ons nog even de tuin zien, het is duidelijk dat het hier 's avonds nog gezellig kan worden. 

 

Vlug ga ik even douchen en ook Gijs wil zich opfrissen. Meneer Mali laat ons nog even wat interessante plekken op de kaart zien, voordat we Zagreb gaan verkennen. Hij lacht ons uit als we vragen waar we kaartjes voor de tram kunnen kopen. "Nobody buys tickets in Zagreb. Just watch when suddenly everybody gets off the tram, then you have to get out to!". Allemaal zwartrijdertjes dus. Hij zegt dat hij zelf nog nooit in zijn leven voor de tram heeft betaalt... 

 

Tips van meneer Mali

Het is nog niet droog als we weer voor het hostel staan, maar echt regenen doet het niet meer. We pakken de tram en stappen heel rebels (uhum) na twee haltes uit omdat ik het te ongemakkelijk vind om zwart te rijden. We lopen wel naar het centrum. We komen onderweg de botanische tuinen tegen, maar dit ziet er gesloten uit. Even verderop komen we Pingvin tegen, een verantwoorde burgertent die meneer Mali ons zojuist heeft aangeraden. "Just fresh products and no fastfood shit". Ze verkopen ook veggieburgers en Gijs is gelijk fan!

 

We gaan op zoek naar het volgende item op de kaart die meneer Mali voor ons heeft getekend. Het is de brouwerij Medvedgrad en we hebben het ook al snel gevonden. Hier gaan we buiten zitten, wel onder een afdakje, want het is nog steeds wat druilerig. We bestellen een biertje en ik een paddenstoelensoepje, ook weer op aanraden van meneer Mali. Ik ben nu al fan van de man, het smaakt opnieuw heerlijk! Een paar biertjes later willen we weg gaan, maar we krijgen geen aandacht meer van de bediening, onze vloek doet zich weer de kop op. 

 

Het begint al wat laat te worden en we besluiten terug naar het hostel te lopen. Onderweg halen we bij een supermarkt wat snacks en biertjes. Het is ongeveer een half uurtje lopen naar hostel Mali Mrak, dat vind ik wel meevallen. Als we op ons balkonnetje zitten komt meneer Mali even een praatje maken. Hij brengt ons twee glazen witte wijn, die ik voor de verandering echt lekker vind. Uit de tuin komt oude muziek, ik denk uit de jaren '30. Heerlijk relaxt.

0 Berichten

Bled

Vandaag staan we vroeg op om een uitstapje naar Bled te maken, een stadje dat even verderop ligt en prachtig schijnt te zijn. Gelukkig hebben we gisteren al onderzocht hoe de kaartjes automaat werkt en hebben we al snel de tickets in onze handen. Als we in de bus zitten te wachten tot we vertrekken, blijken heel veel mensen verkeerde kaartjes te hebben. Best leuk om het eens van de andere kant te bekijken. 

 

De rit duurt ongeveer een uur en een kwartier en als we eenmaal op het station in Bled staan begint het te regenen... We rennen naar een terrasje, waar we onder de bomen kunnen schuilen. Het lijkt niet lang te gaan duren, dus we gaan maar aan de koffie. We kunnen vanaf hier ook al mooi van het uitzicht genieten. 

De lucht klaart inderdaad na een half uurtje op en we gaan een rondje rond het meer lopen. Het is echt een mooie omgeving. Het water is helder, de heuvels groen en de huisjes pittoresk. In het midden van het meer ligt een eiland, met daarop een kerkje. Hier kun je heen gaan met één van de gondels, maar ik had geen zin om in een bui op het water terecht te komen. 

 

Halverwege ons rondje komen we inderdaad in een hoosbui terecht. We schuilen onder een boom, misschien was een paraplu geen overbodige luxe geweest... 

Kasteel Bled

Bovenop één van de heuvels vind je het kasteel van Bled. Het gebouw zelf is niet heel indrukwekkend, maar de omgeving en het uitzicht des de meer. We beklimmen de duizend trappen naar de top van de heuvel. Je raadt het al, dit gaat weer met veel gescheld en gezeur, ik haat trappen... 

 

Bij de kassa betalen we 2 x €9,- voor de entree, wat ik toch altijd best prijzig vind. We lopen een drukkerijtje in, waar een man ons verteld hoe de antieke drukpers werkt die hij heeft staan. Het is redelijk rustig en hier zijn we de enige. 

Verderop in het kasteel vind je een museum, dit is toch wel de moeite waard. Je vind hier van alles over de geschiedenis van Bled haar omgeving, zo ook fossielen en menselijke botten. Ook is er een klein kerkje. Helaas zijn de ridderzaal en de smederij op het moment van ons bezoek gesloten, uiteraard is de souvenirwinkel wel gewoon geopend.

 

Op de weg naar de uitgang komen we nog een verstopte brouwerij tegen, waar een monnik ons met een tandeloze lach begroet. Hij is in een goed humeur en maakt een praatje. Hij laat een foto zien van Willem-Alexander en Maxima als we vertellen dat we uit Nederland komen. Hij vind Maxima wel een lekker ding. Hij gaat nog even verder, natuurlijk over voetbal. Hij zegt lachend dat ons elftal vanavond, na de WK wedstrijd tegen Mexico weer naar huis kan. Nu vind ik hem niet aardig meer en gaan we snel weg. 

Nederland - Mexico

Bij een barretje langs het water drinken we een biertje en bestellen de creme cake waar we al veel over gelezen hebben. De Blejska Kremna Rezina, wat Bled Creme Cake betekent. Het doet een beetje denken aan een tompoes, maar ik vind dit eigenlijk lekkerder. Er zit geen glazuur overheen, waar je tanden van uit je mond springen. Wel is het gebakje enorm machtig... 

 

Het is tijd voor de voetbalwedstrijd, Nederland tegen Mexico. We besluiten deze in stijl te gaan bekijken in een Mexicaans restaurant. Er hangt een groot projectiescherm op het terras. Al snel zijn we niet meer de enige Nederlanders op het terras. Ik vind het altijd vervelend om Nederlanders tegen te komen op vakantie, maar op zo een moment heeft het toch ook wel weer wat. 

 

We genieten van een chimichanga en kijken de wedstrijd. De eerste helft is best kut, maar de tweede beter en we hoeven nog niet naar huis. Lekker voor je, tandeloze monnik! Om half negen pakken we de bus terug naar Ljubljana. 

0 Berichten

Rakija en Dumplings

Wat zijn de mensen hier vrolijk! Vooral vergeleken het norse personeel dat we in Venetië zijn tegen gekomen. De serveersters lijken blij je te mogen helpen en als je op straat iets vraagt, wordt je vriendelijk te woord gestaan. 

 

We struinen wat door het centrum, bekijken wat street art, lopen over een kleurrijke markt met fruit en heel veel bloemen, en drinken een biertje langs het water. 

 

Bij een 'art market' staan mensen hun eigen kunstwerken te verkopen. Het oogt allemaal heel knus en het is ook niet overspoelt door toeristen. 

We lopen de heuvel op (waarbij ik vooral sjok en klaag) om bij het kasteel te komen. Ook hier is het weer rustig en we gaan even lunchen. Het kasteel zelf stelt niet veel voor, maar beneden in de kelder, waar ook de toiletten zijn, hangt toch wel een gekke sfeer. Er hangen lange witte jurken die spookachtig verlicht worden tussen de grove rotsblokken. Wanneer je door loopt kom je ineens terecht in een hypermodern toilet... Best gek...

 

Via een andere weg lopen we weer naar beneden en aan de voet van de heuvel gaan we weer even zitten. Gijs kiest voor een portie Cheese Dumplings, maar hij krijgt de zure bende nauwelijks weg. Vervolgens krijgen we nog een glaasje Rakija, wat net spiritus is. 

 

Bij de brug met de draken strooi ik wat as van mijn moeder uit. Vervolgens halen we alvast kaartjes voor de trein naar Zagreb en gaan terug het centrum in en hangen wat rond op terrasjes. Een paar biertjes en een burger met patat later, is het eens Gijs die zich niet zo lekker voelt en we gaan terug naar het hostel. Het was de bedoeling dat we maar even hier zouden blijven, maar hij valt al snel in slaap. Hierdoor kunnen we niet naar Metelkova, een soort vrijplaats in de buurt, dit is wel echt heel erg jammer want hier hadden we naar uitgekeken. Maar dan hebben we mooi weer een reden om terug naar Ljubljana te komen. 

0 Berichten

Modeltreinbaan

Het is tijd om Venetië achter ons te laten. Ik vind het een ontzettend mooie stad en ik ben blij dat ik het bezocht heb voordat het zinkt, maar ik vind het niet erg om weer weg te gaan. 

 

Met de rugtas op voel ik me weer net een pakezel. We pakken de bus naar het centrum en lopen vanaf daar naar het station. Dit is gelukkig niet ver. De dag ervoor hebben we al kaartjes gehaald en het is nu gewoon wachten op de trein. Dit duurt nog best lang... 

 

Twee en een half uur later stappen we het kleine treintje in. Het is echt een hele mooie rit, tussen de bergen, langs riviertjes en dorpjes die zowel Italiaans als Oostenrijks aandoen met hun geraniums voor de ramen. 

Over de grens

Op het stationnetje van Gorizia, aan de grens met Slovenië, moeten we overstappen. Vroeger was het één dorp, maar na de herverdeling na de Tweede Wereldoorlog kwam de grens tussen Italië en Slovenië dwars door dit stadje te liggen. Met de bus gaan we naar het Sloveense deel, Nova Gorica, wat zoveel betekent als 'Nieuw Gorizia'. 

 

Het is enorm verwarrend op het station en hier is ook weer zo een enorm behulpzaam informatiepunt medewerkertje. Uiteindelijk ziet een oud mannetje, dat bezig is met werkzaamheden aan het spoor, dat we er niet uit  gaan komen en komt ons te hulp. Hij spreekt geen Engels, maar met handen en voeten kan hij ons toch uitleggen waar we moeten zijn. 

 

Als de bus eenmaal aankomt verteld de chauffeur ons dat we een ander kaartje moeten hebben en we worden weer naar de balie gestuurd. Hij belooft dat hij op ons zal wachten. Morrend krijgen we het juiste kaartje van de brompot achter het raam en inderdaad, de bus wacht nog op ons. 

 

Het volgende deel van de reis is misschien nog wel mooier, we rijden door tunneltjes met boogjes met uitzicht op turquoise kleurige riviertjes. Het is alsof we door het gemaakte landschap van een modeltreinbaan rijden. We moeten nog één keer overstappen in Jesenice, gelukkig hoeven we maar vijf minuten te wachten. Het is een luxe DB trein. Het zit hier vol mensen die zich asociaal breed hebben geïnstalleerd, met hun tassen op stoelen. Eén vrouw ligt uitgebreid over de stoelen heen. We besluiten haar lekker rechtop te laten zitten, al is ze het hier zelf niet helemaal mee eens. 

Dobrodošli (welkom) in Ljubljana

We zijn toch best moe van de rit als we op het station van Ljubljana staan en nu moeten we nog op zoek naar ons hostel, Budgetrooms Vodmat. We weten ongeveer waar het moet liggen dus we beginnen maar gewoon met lopen. Als we een groepje jongere zien lopen, vragen we of zij weten waar de straat is waar het hostel ligt. Een jongen met een neusring waar een behoorlijke pulk snot aan hangt, wijst ons een kant op, zo een beetje het tegenovergestelde van waar wij heen gingen. Een beetje verbaasd volgen we toch zijn aanwijzingen op, maar het klopt inderdaad niet. 

 

Als we opnieuw iemand zoeken om de weg aan te vragen komen we een andere toerist tegen. Hij stelt zichzelf voor als 'Greg, California, I'm a traveller to!'. Gijs noemt zichzelf hierop 'Gijs Holland' en begrijpt eerst niet waarom ik dit zo grappig vind. Greg California heeft een flesje whiskey of iets op zak en wil dit graag met ons delen. Ik sla over, maar Gijs Holland neemt wel een teug. We weten twee mensen aan te spreken die ons de kant op sturen, waar we eigenlijk al heen liepen, sjongejonge. We nemen afscheid van Greg California en gaan weer verder op zoek naar het hostel. Nog geen vijf minuten later komt het stelletje dat ons de juiste kant op heeft gewezen, op de fiets aan. Ze hebben het thuis nog even opgezocht en kunnen ons nu precies vertellen waar we moeten zijn. Super tof!

 

Niet veel later staan we inderdaad voor het hostel, maar wat is dit een vreemd gedoe. In de hal zitten een paar oude ventjes die ons verbaasd aanstaren. De hal ziet er een beetje uit als een punt waar junkies hun gebruikte naalden voor schone kunnen inwisselen. Maar ach, het is wel ontzettend goedkoop! Toen ik de douches zag had ik eigenlijk gewild dat we niet zo gierig waren geweest, deze zijn echt ontzettend goor! 

De kamer is op zich prima, er staan twee bedden en er is een wasbak, meer hebben we niet nodig. Ik fris me even op (bij de wasbak, niet bij de schimmeldouches) en we gaan het centrum verkennen. 

 

Het hostel ligt niet echt dichtbij, het is zo een twintig minuten lopen, maar dit vind ik eigenlijk nooit zo erg. Er zijn schattige middeleeuwse steegjes en een mooie brug met groen uitgeslagen draken die de overgang bewaken. 

 

Langs de rivier de Ljubljanica is het één en al gezelligheid. Er zijn een hoop terrasjes en we horen even verderop muziek spelen. Ik vind dat we wel een biertje hebben verdiend. We kiezen voor een Pelicon, de serveerster legt uit dat dit een biertje is van een jonge Sloveense brouwerij. Heel eerlijk, het is niet echt lekker...


We eten een broodje op het terras, alles zit eigenlijk al vol met mensen die komen voor avondeten. We hebben niet veel zin om nog te gaan zoeken naar een lege plek. We drinken nog wat biertjes, deze keer geen Pelicon meer maar een Union en gaan al vroeg terug naar het hostel.

0 Berichten

As bij de Rialto

Vandaag is het gelukkig wel zonnig en ik heb goed geslapen. We ontbijten bij de camping, in Venetië zelf betalen we waarschijnlijk tien keer zo veel. 

 

In de zon is de stad nog veel mooier, ik kijk mijn ogen uit. Bij de (drukke) Rialto brug strooi ik wat van de as van mijn moeder uit. Het is hier vol toeristen en zonnebril verkopertjes. 

 

Ik had gehoord dat het vet erg zou stinken in Venetië, maar daar merk ik gelukkig helemaal niets van. Misschien omdat het gisteren zo hard heeft geregend. 

Ezio

Als we over het San Marcoplein lopen krijg ik last van flashbacks. Ik ben nooit eerder in Venetië geweest, maar toch heb ik hier al tientallen keren gelopen, maar dan als Ezio Auditore Da Firenze, één van de hoofdpersonen uit Assassins Creed (een computerspel). Het is toch knap dat ze dit spel op zo een manier in elkaar hebben gezegd, dat je gewoon echt een gevoel van herkenning hebt. 

 

Het plein is mooi, maar ik ben de andere toeristen en vooral de duiven al snel zat. We lopen langs het water en zien de brug der zuchten (Ponte dei Sospiri). Dit is een brug die het paleis van de Doge en de gevangenis verbindt. De gevangen gingen na hun veroordeling via deze brug naar de kerkers en door de kleine raampjes konden ze een laatste blik naar buiten werpen.