We gaan terug in de tijd, naar juni 2020. Corona is nog niet lang in ons leven, maar we hebben de eerste lockdown achter de rug. Eigenlijk zou deze vakantie Festication naam hebben, maar de twee festivals die we zouden bezoeken zijn uiteraard niet doorgegaan. Maar we mochten wel weer reizen, dus besloten we dat (wel wat huiverig) toch maar te doen. Onze oorspronkelijke reis zou naar Praag gaan, daarna Mighty Sounds Festival, dan zouden we wel zien waar we belandden en eindigen bij Back to Future Festival vlakbij Dresden. Nu ziet onze planning er iets anders uit:
Praag - Český Krumlov - Dresden - Berlijn
Het voelt nog niet helemaal alsof we echt op vakantie gaan. Misschien omdat ik ergens verwacht dat er nog een nieuwe lockdown komt waardoor we niet kunnen vertrekken, of doordat het niet helemaal de vakantie gaat worden die we op het oog hadden. Toch zitten we bij Robert (die ons de komende weken gezelschap gaat houden) thuis om te proosten op de trip voordat we naar het station vertrekken om de trein te pakken. De fietsen laten we in de hal bij Robert staan, we hebben nog geen melding gehad dat alles weer op slot zit, dus lopen we bepakt en bezakt naar het treinstation. Om 19:55 uur stappen we in de trein, voor het eerst bedenkt met een mondkapje. Ik moet hier echt even aan wennen, maar na 20 minuten is het wel te doen. Op het station van Utrecht hebben we onze eerst overstap, maar te lopen te kloten. We willen veel te veel in de korte tijd die we hebben en tot overmaat van ramp begint er ook nog iets in één van de tassen te lekken. We missen onze aansluiting! Ik kan wel janken! Dit is echt kut, ik sta op het perron en zie de deuren sluiten als Robert en Gijs de trap af rennen. Als ze één minuut eerder waren hadden we het gered. Ik google als een gek om te kijken hoe en of we de trein naar Berlijn nog kunnen halen maar dat lijken we te kunnen vergeten. Mijn noodplan wordt een overnachting boeken rond het station van Oberhausen, maar ik stel dit nog even uit. Misschien gebeurt er nog een wonder.
Na een minuut of vijf enorm chagrijnig zijn probeer ik het van me af te laten glijden, het is verdomme nog steeds vakantie. Bij de conducteur vragen we of er nog een kans is dat we de trein op Arnhem kunnen halen. Hij is sceptisch maar geeft aan bij elke wagon we uit moeten stappen om direct naast de trap uit te komen en dan moeten we haast gaan vliegen om het te halen. WE sprinten door de trein en precies als we Arnhem binnen rijden staan we voor de deuren.
Als de deuren openen trekken we toch een sprint. Ik zweer dat ik nog nooit zo snel een trap ben afgerend, uiteraard gaat dit nog bijna mis ook. Maar we hebben gevlogen en zijn net op tijd voor onze trein. Dit voelt echt als een overwinning! Geen nacht op het station of een extra overnachting tussendoor, we zitten gewoon in de trein! Halleluja! Onze volgende overstap is op Oberhausen, daar moeten we wel lang wachten. Natuurlijk kies ik precies nu uit om te moeten plassen, hoe krijg ik het toch altijd voor elkaar.
We speuren het station af, maar alle toiletten zijn dicht. Superirritant, ik snap dat niet hoor, er rijden ook nog treinen, hoezo zijn de toiletten dan afgesloten??? Dan maar wachten op de volgende trein en dat hou ik maar net vol.
Na een bezoekje aan het stinkende treintoilet installeren we ons in de Duitse trein. We kunnen nu een paar uur chillen voor we in Berlijn weer over moeten stappen. Ik ben blij dat binnenkort er weer een nachttrein zal gaan vanaf Amsterdam naar Praag. Dit overstappen is bloedirritant. Om 12 uur proosten we op Robert's verjaardag en worden gesssht door een cranky dude omdat we happy birthday zingen "zer arr tsjildren zleeping!".
Ik probeer wat te slapen, maar Robert en Gijs slapen dieper en ik ben bang dat we onze overstap gaan missen, dan wordt ik om de haverklap wakker en slaap ik niet echt diep.
Met moeite krijg ik de mannen wakker als we bij Berlijn aankomen, wat moeten ze toch zonder mij! Waarschijnlijk werden ze dan pas ergens in Polen ofzo wakker. Het is 6 uur en er zijn al wat winkels open dus we kunnen een ontbijtje halen. Hier moet je ook je mondkapje dragen in de winkels, maar dat zit nog niet in mijn systeem. Iets van een uur later pakken we de trein naar Praag, we zijn er bijna! Nu lukt het ook mij om even te slapen en om half elf staan we op het centraal station van Praag, ik gok na maximaal 3 uur slapen.
Met het hostel heb ik afgesproken dat ik zou laten weten wanneer ik zou zijn aangekomen en dit doe ik dan ook braaf, maar ik krijg geen reactie. We besluiten er alvast heen te lopen. Het is even zoeken, maar verborgen achter een sexshop zit een niet opvallende deur waar de naam van ons hostel te lezen is "All Seasons Hostel". Maar hoe vaak we ook aanbellen, er doet niemand open. Ik snap er niets van, ben ik dan toch een keer in het ootje genomen?
Ik ben moe, wil koffie en heb honger. Tegenover het verblijf zit een restaurantje waar we ontbijten met pizza. We struinen wat rond, doelloos en moe. Dit is best een beetje klote. Ik wil al bijna een ander verblijf gaan boeken als mijn telefoon gaat. Er is een vergissing gemaakt omdat ik besloot de boeking aan te passen zodat we een extra dag in Praag zouden hebben, aangezien er toch geen festival zou zijn. Oeps!
Maar al snel worden we door een jongen naar binnen gelaten. Via een wenteltrap moeten we naar de 185ste verdieping. Had ik al gezegd dat ik een hekel heb aan trappen? Zuchtend en kreunend volgen we de jongen. Hij verteld dat er geen lift in het gebouw mag komen van de gemeente, omdat het een oud gebouw is. Snap ik, maar zo mooi is het nu ook niet...
De kamer is cheap, maar prima. Ik ben gesloopt en ga toch echt even een uurtje slapen voor we verder gaan met onze avonturen in coronatijd. Althans dat was het plan, uiteindelijk slapen we twee uur en komt er vrij weinig van avonturen terecht. We eten een burger bij een Irish Pub en staren voor ons uit tot we het acceptabel vinden om bier op ons balkon bij het hotel te drinken. Morgen weer fris en fruitig!
Ik ben vroeg wakker, maar de mannen niet. Het is erg, ik ben al vaak genoeg in Praag geweest en hoef niet per se op verkenning. Ik hang wat rond in het verblijf en als ze dan EINDELIJK weer tot leven zijn gekomen lopen we naar het centrum. Het is nog geen kwartier lopen van ons verblijf, dat is wel relaxt. We lopen over de pleinen, wandelen door de steegjes en eindigen op een bankje met een Langoše, mijn favoriete Tsjechische voer. Een platte deegbal met tomatensaus, kaas en heel veel knoflook, hmmm.
Ondertussen is Robbie flink aan het flirten met de plaatselijke duiven (of zoals Gijs ze noemt vliegende ratten). Hij sjanst net zo lang met de grijze dame tot ze op zijn hand gaat zitten. Onze dr. Doolittle! We hangen nog wat rond en drinken een biertje bij de Astronomische klok. Dan besluiten we dat het toch echt tijd is om iets van ons verblijf in Praag te maken. Er is nog zat te zien en te doen.
Onze volgende stop is dan ook iets wat eigenlijk al sinds mijn eerste bezoek aan Praag op mijn bucketlist staat: Een Absint Bar! We gaan naar Green Devil's Absinthe Bar, vlakbij het oude plein. In de kelder van een oud gebouw kom je terecht in een bizarre trip, poppen met spinnenpoten klauteren over het plafond, metalen gezichten staren je aan en echt overal is wel wat te zien. We nemen plaats (als enige bezoekers hebben we vrije keuze) op een bank in barokstijl. Al snel verschijnt er een Absinthboer die ons de menukaart geeft. Wat ontzettend veel keuze, er staan wel meer dan 100 van deze drankjes op de kaart.
Absint is een drankje dat voor mij altijd een beetje sprookjesachtig voelt. Door de kleur uiteraard, maar ook door de verhalen die je erover hoort. Dat Vincent van Gogh zijn inspiratie daar een periode vandaan haalde en ook Edgar Allan Poe lustte wel een slokje van wat ze ook de 'Groene Fee' noemen. Ook de manier waarop de absint wordt geschonken heeft gewoon iets magisch. Met een sierlijk absintlepeltje met een suikerklontje op het glas, waarna er water op gedruppeld wordt. Soms flamberen ze dit, zo ook in de Green Devil's Bar.
Wanneer we onze bestelling hebben doorgegeven verschijnt de Absintschenker met een karretje. Daarop staan een hoop glaasjes, een grote waterkan met een feetje er op en onze absintjes. Ik heb gekozen voor de standaardversie 'The Green Fairy', ik wil natuurlijk wel de groene absint. De schenker vertelt over onze drankjes, maar ik ben zo vol bewondering naar het schenken aan het staren dat ik niet echt wat opsla van het verhaal... sorry...
Uiteindelijk vind ik het drankje toch wat saai, maar misschien is dat het gevolg van mijn standaard keuze geweest. Echt goedkoop is het ook niet, maar de hele beleving is het meer dan waard. Ik ben blij dat we dit eindelijk gedaan hebben!
Na de absint-belevenis is halen we een klein hapje en belanden uiteindelijk bij Chapeau Rouge, een bar waar we ook bijna elk bezoek aan de stad weer terecht komen. Ik vind het een aparte, gezellige tent. We drinken te veel cocktails en slingeren terug naar het hostel.
Morgen laten we Praag achter ons. Ondanks dat ik hier al zo vaak geweest ben, vind ik het toch altijd jammer. Maar morgen vertrekken we naar Český Krumlov, daar ben ik nog nooit geweest, maar ook die plek staat al heel lang op mijn to-do-list.
Er is paniek in de tent. Toen ik gisteren opzocht hoe we naar Český Krumlov zouden gaan waren er 1000 opties. Nu ik deze ochtend kijk zijn al deze opties ineens verdwenen. Ik snap er niets van en paniekerig zoek ik uit hoe we nu weg kunnen komen uit Praag. We hebben nog maar één optie, de Flix bus vanaf een busstation een eind verderop. Het is hysterisch, we haasten ons naar het busstation, waar ik nergens een halte zie voor een Flix bus. Wanneer Gijs de tickets checkt blijkt er ergens een tijdelijke halte te zijn, maar die staat nergens aangegeven.
Met nog maar zo weinig tijd besluiten we random een kant op te lopen en stomtoevallig komen we bij de goede plek uit, goed gegokt. Ik ben zo opgelucht. Anders had ik een manier moeten zoeken om met de trein zo dicht mogelijk bij Český Krumlov te komen en vanaf daar iets van een bus of taxi pakken, ik weet wel dat het altijd goed komt, maar ik ben niet zo een fan van dit soort paniekreisjes.
Zo een tien minuten later komt de bus aanrijden. We hoeven hier geen mondkapjes op en mogen zitten waar we willen. Ideaal hoor die Flixx bussen! Na zo een twee uur rijden door de velden en heuvels van Tsjechië komen we aan bij Český Krumlov. Deze kleine stad ligt in een kronkel van de rivier de Moldau (Vltava) en staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Als we aankomen is het wat grauw en miezert het. We zien nog niet veel van het mooie dorp zelf, we zijn uiteraard buiten de muren gedropt. We gaan op zoek naar ons verblijf, maar ik wanneer we de binnenstad in het oog krijgen ben ik al snel verkocht. Wat is dit een sfeervolle plek! Prachtige huisjes, roze torentjes en gezellige terrasjes. Binnen minder dan een minuut ben ik verliefd.
We lopen langs de rivier en moeten even zoeken naar ons verblijf, Pension Weber. In eerste instantie doen ze niet open en ik krijg gelijk flashbacks naar ons eerste hostel in Praag. Gelukkig gaat bij een tweede keer bellen toch de deur open en kunnen we naar binnen. Door een vriendelijke man, die Gijs joviaal een hand geeft (ben ik niet meer gewend in deze coronatijd) worden we naar onze kamer gelaten. Best wel chill, 3 bedjes een nette badkamer en een balkonnetje. We gooien onze spullen neer en gaan op verkenning uit. We zijn natuurlijk best aan de late kant aangekomen door het uitslapen van die ochtend en we willen nog wel wat zien van het stadje. Oude huisjes, smalle hobbelige straatjes en overal komt de rivier weer om de hoek kijken. We gaan zitten langs het water en bestellen een Krumlov biertje. Het is hier fantastisch!
Voor de volgende dag regelen we een raft om ook de rivier te bedwingen, net als veel toeristen die ons voorbij komen. Ik heb nu al spijt dat we hier maar zo kort blijven en ik overweeg om te verlengen, ik ben er nog geen 3 uur.
Die avond gaan we eten bij een populair Italiaans restaurant Latran, waar we zelf buiten voor in de rij moeten staan. Het eten is prima, maar het is zo druk dat de bediening je continu om de oren vliegt en je niet eens de kans krijgt om wat te drinken te bestellen.
Na het eten zijn we dan ook vrij snel weer weg. We kopen een supermarkt leeg en drinken nog wat op het balkon, voordat ik begin te knikkebollen. Het was blijkbaar een hele intensieve dag, voornamelijk door mijn eigen gestress, morgen moeten we sowieso vroeg op, dus dat ik een keer wat eerder met een boek mijn nest in duik is niet zo erg.
12 juli 2020 - Český Krumlov, Tsjechië
Met militaire discipline maken we ons deze ochtend klaar voor een activiteit. Uiteraard is dat gelogen, het is één grote chaos, maar we verlaten redelijk op tijd ons verblijf om door het dorpje naar de raftverhuurder te lopen. We zijn zelfs aan de vroege kant, een unicum.
Terwijl wij wachten druppelen er ook andere mensen binnen, die hebben zich ietsje beter voorbereid. Wetsuits, waterschoenen, drybags, alles komt voorbij. Komen wij aan met onze plastic tasjes, slippertjes en 'gewone' kleding. Ach ja lekker "rebels" zullen we maar zeggen. Gelukkig krijgen we wel een drybag van de verhuurder.
Er wordt een korte uitleg gegeven over de route die we moeten nemen. Eén van de watervalletjes is gesloten, hier zijn ze aan het verbouwen om de boel wat veiliger te maken. Het zou er levensgevaarlijk zijn (maak hier even een notitie van).
De route zou tussen de 6 en de 9 uur duren en met een busje worden we gedropt vlak bij het dorpje Rozemberk. De omgeving is prachtig. Snel ruil ik mijn harembroek om voor shorts en pleuren we de rubberboot in het water. Ik kruip voorin ons voertuig voor de komende uren, Gijs in het midden en Robbie snel achterin. Dr. Doolittle denkt dat we dan niet zien dat ie niet mee peddelt.
Het is heerlijk, het zonnetje schijnt al en we dobberen tussen de bosrijke heuvels. Echt raften kan je het niet noemen, het water is kalm met af en toe een klein versnellinkje. Onderweg kom je een aantal stuwen of zoiets tegen, waar je soms langs moet manoeuvreren, om door een smalle opening je weg te vervolgen. Echt hindernissen zijn het niet, al is de eerste die je tegenkomt wel even spannend (okay voor mij dan). Verder ben je eigenlijk voornamelijk aan het chillen en genieten van het uitzicht.
We varen langs heuvels met kastelen, prachtige stukken rivier en komen soms midden op het water een verkoper tegen, die zijn zondag besteed op het water om de toeristen drankjes en snacks te verkopen. We hebben later gevraagd of die mensen er altijd zitten, maar dit is iets wat eigenlijk alleen in het weekend gebeurt en dan vooral op zondag. Ik zou echt aanraden om dan ook op de zondag te gaan raften, het zorgt voor een leuk sfeertje.
Soms kom je in een ondiep stuk terecht en blijf je hangen op de rotsen. Gelukkig hebben we vanmorgen hiervoor de juiste professionele techniek geleerd: Jump, jump, jump!
Langs de oevers vindt je veel plekken waar je even kunt aanleggen en een hapje en drankje kunt doen. Ik hou hier van! Na een paar uurtje maken wij een eerste stop. Ze hebben er bier en schone toiletten, ideaal!
We dobberen rustig verder, maken her en der wat stops, drinken een cocktail bij een waterbarretje en hebben het heel gezellig. Maar dan.... moet ik zo nodig plassen... snel peddelen we naar de kade en als een opgeblazen pad spring ik de oever op en duik midden in de brandnetels en stap op een nest vol rode mieren. Hoe krijg ik het ook voor elkaar...
Vol butsen en bulten klauter ik terug de boot in en hang mijn benen over de rand in het water om mijn benen te koelen tijdens het vervolg van ons avontuur. Ondertussen beginnen we trek te krijgen. Bij een van de stops onderweg wilden we wel wat halen, maar ik werd al misselijk van de geur van het frituurvet, ik denk dat dit nog stamt uit de pre-corona periode. Die sla ik wel over. Bijna bij het einde, bij de laatste stop eten we wat. Hierna komt de 'gevaarlijke' stuw, die onder constructie is. Overal hangen doodshoofden en waarschuwingen. Dit ook ook wel de hoogste afdaling, als je hier verkeerd vaart stort je een flink stuk naar beneden. Toch gaan er vooral kano-mensen door de doorgang aan de zijkant, waar dus ook aan gewerkt zou worden.
We staan wat te kletsen met een man die in Nederland heeft gewerkt en kijken naar de "stoere" mensen die de waarschuwingen in de wind slaan. Plotseling komen we erachter dat het al vrij laat is en dat we ons moeten haasten om op tijd bij de raftboer terug te zijn. De jongens voelen zich geen mannen als ze niet ook van de stuw afgaan, die met al die doodskoppen en waarschuwingen er bij. Vol trots peddelen ze richting de afdaling...
En dit gaat serieus bijna fout. Als ze richting de doorgang peddelen komen ze in een stroming terecht. Deze sleurt ze richting de steile afgrond, achterstevoren. Ik zie de paniek op hun gezicht, sukkels. Ik laat me voorover vallen en krijs dat ze verdomme moeten peddelen. Ik kan net het touw van de boot grijpen en sleur ze de goede kant op. Als zij serieus achterstevoren van die afgrond afgedonderd waren denk ik niet dat het heel prettig afgelopen was. Maar gelukkig is de Held van Gent aanwezig en nu ook de Held van de Moldau.
Okay over dat laatste is nog wat discussie, omdat ik ze zou hebben aangemoedigd. Uiteraard zou ik dat nooit doen... Even verderop stap ik de boot weer in en vol adrenaline peddelen we als echte vikingen weer verder. We proberen haast te maken, omdat het al best laat en fris begint te worden.
Als we Krumlov binnen varen worden we door de toeschouwers begroet met veel ahoy's, wat een gezelligheid. Ondertussen zijn we al bijna een uur te laat. We zijn bijna bij de raftboer terug als Gijs een truukje doet. Hij lanceert zichzelf uit de boot. Serieus, ik keek net over mijn schouder en ik zie hem gewoon vliegen. Samen met zijn peddel. Robbie zijn oplossing is zijn eigen peddel in het water gooien om Gijs in zijn nekvel te grijpen en weer in de boot te hijsen. Nu hebben we nog maar 1 peddel. Ik doe mijn best om de boot te besturen, terwijl Robert de oever op stapt om één van de verloren peddels te grijpen. Ik geef mijn man de acrobaat de peddel en probeer de tweede uit het water te vissen. Ik kom niet meer bij! Hoe hilarisch moet dit zijn voor de tientallen toeristen die op de terrasjes langs het water deze actie hebben kunnen zien. Ik kan dit nog steeds niet schrijven zonder te gieren!
Gijs heeft het koud en we moeten nog een klein stukje peddelen. Gelukkig is het geen probleem dat we wat later zijn en we leveren de boot en de peddels weer in. Snel lopen we terug naar ons verblijf zodat hij droge kleding aan kan trekken. Bij vega restaurant Laibon, pal naast de plek waar Gijs zijn duik nam, gaan we die avond eten. We eten goed en de bediening is super vriendelijk. Tot nu toe heeft dit dorp echt alleen maar goede punten!
We eindigen op dezelfde manier als de dag ervoor, op ons balkon met een biertje. We zijn nog niet klaar met Krumlov. Eigenlijk zouden morgen vertrekken, maar we willen nog niet. Ik probeer een nacht extra bij te boeken in dit verblijf, maar ik krijg geen reactie. Ik zie de eigenaar ook niet meer en bij hun deur staat dat je niet aan mag bellen. Nou dan niet! We lopen steeds langs een verblijf dat er heel leuk uit ziet. Daar hebben ze nog plekken vrij en ik zorg dat we daar morgen terecht kunnen. Ondertussen heb ik de plek in Dresden kunnen verplaatsen, maar krijg ik geen reactie van Berlijn. Dat zien we dan wel weer, maar gelukkig hoeven we nog niet weg uit één van mijn nieuwe lievelingsplekken.
13 juli 2020 - Český Krumlov
Het is prachtig weer en we hebben zin om gewoon rond te lopen in Český Krumlov, maar eerst moeten we van verblijf wisselen. Van Pension Weber heb ik niets meer vernomen en de eigenaar van het hotel heeft zich niet meer laten zien. Aan de overkant van de straat, langs het water, is ons al een paar keer een schattig hostel opgevallen, Hostel Skippy. Ik besluit te proberen om hier een kamer te regelen en dat lukt.
Een minuut nadat we de deur bij Weber hebben achtergelaten kunnen we al aan de overkant terecht. Een vrolijke vrouw doet de deur open en laat ons het krappe, lange halletje in. Het is een oud huisje, waarvan ze gelijk al vertelt dat ze zo veel mogelijk oude elementen intact wil laten. Zo zit er geen slot op de deur, omdat ze dan de oude deurknoppen zou moeten vervangen, dan liever een hangslot. Wat een mooie instelling. Het is zo sfeervol. We mogen onze tassen dumpen en het is uitchecktijd, dus mevrouw Skippy is heel erg druk. We vertrekken dan ook snel om te gaan ontbijten en komen later wel terug.
Na het luxe ontbijtje wandelen we richting het oude centrum. We komen langs de Sint Vituskerk, niet per se heel bijzonder, maar ik kan het niet laten om toch een blik naar binnen te werpen.
Door het zonnetje wandelde we naar de boogbrug, die vertaalt de mantelbrug heet. Deze beschermde het kasteel van Český en werd voor het eerst genoemd in de 15e eeuw. Via deze brug lopen we naar een soort binnenplein boven op de heuvel. Hier heb je echt een prachtig uitzicht over het stadje.
Ik kijk kort wat rond op de binnenplaats, prachtige ornamenten en natuurlijk de sprookjesachtige roze toren. Al in de 13e eeuw is hier een 'kasteel' gebouwd, maar later is deze door Italiaanse bouwkundigen verbouwd tot het plaatje dat er nu staat. Het is er op het moment dat wij er zijn ontzettend druk en we besluiten niet naar binnen te gaan. Ik moet bekennen dat ik hier wel echt spijt van heb, maar aangezien ik me toch heb voorgenomen nog eens terug te komen kan ik het alvast op mijn to-do-list zetten.
We lopen verder en komen bij de kasteeltuin. Hier zitten 2 beren, wat ik enorm zielig vind en dus ook niet te lang bij blijf dralen. Arme beestjes. Eenmaal beneden komen we bij 'workshop-alley'. Een superschattig straatje vol met winkeltjes waar je, misschien heeft de naam van het steegje het al verraden, workshops kunt doen. Er zit een leerbewerker, glasblazer, textielbewerker en een smid. Bij de smid gaan we even naar binnen, maar ook hier is het vol. We bekijken wat leuke spulletjes, maar ik beheers mezelf. Robbie past uiteraard wel even een helm.
Nadat we uitvoerig in het steegje hebben rondgekeken besluiten we wat te gaan eten en drinken. op het rustige binnenplaatsje. We besluiten dat we toch een kijkje gaan nemen bij de Schwarzenberg-brouwerij die even verderop zit. De brouwerij zelf heeft niet de sfeer waarop ik had gehoopt, maar het is alsnog fijn om even neer te strijken en er zit een heel leuk winkeltje bij.
Die avond eten we gescheiden. Ik en Gijs willen graag eten bij The Two Maries die Tsjechische gerechten uit de middeleeuwen serveert. Robbie gaat naar de Vietnamees vlakbij het hostel. Het eten bij The Three Maries is prima en ik vind het concept ook gewoon erg leuk. Nadat we onszelf veel te vol hebben gepropt lopen we langs de supermarkt, slaan wat bier en snacks in en gaan naar het verblijf om gebruik te maken van de veranda met prachtig uitzicht over de rivier.
Met de leencrocs van mevrouw Skippy, schoenen zijn binnen niet toegestaan, fantaseer ik met Gijs over hoe het zou zijn om hier te wonen. Dat gevoel heb ik niet snel, meestal verlang ik toch wel weer naar mijn eigen huisje in het pittoreske Almere, maar Český Krumlov maakt iets los, zelfs met crocs aan. Robbie komt al snel bij ons zitten en we babbelen wat tot het tijd is om te gaan tukken. De volgende dag moeten we weer vroeg op.
Veel te vroeg gaat de wekker. Ondanks dat we het helemaal niet gek laat gemaakt hebben de vorige avond ben ik me toch een partij beroerd. Misschien omdat ik geen zin heb om weg te gaan uit Český Krumlov, maar ontzettend ongelukkig begin ik mijn spullen te pakken. We lopen terug naar de halte om weer een Flixbus te pakken, onze nieuwe favo manier van reizen. Eerst moeten we terug naar Praag, maar hier blijven we niet lang hangen. Ik heb gelukkig wat kunnen slapen in de bus en voel me iets beter. Op het Florence busstation in Praag moeten we wat langer wachten, omdat de bus vertraging heeft. We eten wat en slaan wat in voor onderweg.
Wanneer de volgende bus aankomt gaat alles even wat anders. We waren corona eigenlijk al een beetje vergeten, in Tsjechië merk je weinig van de maatregelen. Deze buschauffeur snauwt nogal heftig dat we het mondkapje op moeten doen en ik ben even in de war. Ik snap wel dat hij chagrijnig is, het toilet in deze bus stinkt zo hard, die is zeker al vanaf het begin van de pandemie al niet schoongemaakt. Gatverdamme!
Ik lees wat, slaap wat en erger me aan de dames die hun mondkapjes weigeren op te doen, waardoor de chauffeur hier om de vijf minuten om moet vragen. Na zo een 2 á 3 uur (door het tukken tussendoor heb ik geen idee) komen we aan op het station in Dresden. Hier pakken we gelijk de trein naar ostbahnhof en vanaf daar is het nog een minuut of 10 lopen naar ons hostel: Kangaroo Stop. Je zou bijna denken dat het een thema is na ons vorige hostel Skippy, maar het is puur toeval.
Na een aantal nachten een kamer te hebben gedeeld ben ik even toe aan een kamer voor onszelf. De komende 3 dagen hebben we een enorm grote tweepersoonskamer, echt het is zeker 4 keer mijn huiskamer... De mensen van dit hostel zijn super vriendelijk en het ziet er allemaal gezellig uit. Ze tekenen aanraders uit op een kaart van de stad, daar hou ik van als ze daar de tijd voor nemen. We kopen even een biertje en acclimatiseren even in de tuin.
We lopen wat rond in de buurt, we verblijven in Neustadt, waar ik normaal niet voor zou kiezen. Maarrr ik heb begrepen dat in Dresden je juist in dit gedeelte van de stad moet zijn voor gezelligheid in plaats van in het oude deel. Ik voel me ook gelijk chill, er zijn bruisende gezellige straatjes met een hoop levendigheid.
Door een inschattingsfoutje van mij komen we terecht in een rare Chinese biertuin, waar Robbie ook nog eens bijna verdwaalt op zoek naar een toilet. We atten ons biertje en smeren hem weer. We halen een vega lahmacun (Turkse pizza), wat een gigantisch ding blijkt te zijn. Met moeite werk ik het monster weg en we lopen verder. Her en der drinken we wat, schuilen we wat voor een regenbuitje en uiteindelijk komen we uit bij Katy's Garage, een supertoffe plek waar je kan genieten van live muziek en keuze hebt uit meerdere barretjes/foodtrucks om wat te eten en te drinken. Aangezien ik nog propvol zit van mijn lahmacun hoef ik niet meer te eten en hou het bij bier. Voor nu krijgt Dresden van mij wel een voldoende, hopelijk gaat dit nog omhoog in de komende dagen.
15 juli 2020 – Dresden –
Vandaag slapen we uit en wanneer wij wakker worden zit Robbie al buiten uitgebreid aan een ontbijt. Hij heeft voor ons vega frikandellen bij de Aldi gehaald, wat een held hè.
We gaan lopend naar Altstadt door een lange (saaie) winkelstraat. Aan het einde van de straat, of aan het begin maar net hoe je het bekijkt, staat een standbeeld dat me nog lang bij zal blijven. Het is een blinkend goud beeld van een man op een paard. Het paard trekt nogal een dwaas hoofd. Ik sta hier 3 uur om te grinniken voor we de brug over de Elbe oversteken naar het oude gedeelte. Blijkbaar is het echt een oud beeld, uit 1736 en de ruiter is Koning Augustus de tweede van Polen. Deze drukke man heeft volgens Wikipedia maar liefst 354 kinderen verwekt, of dat wordt gezegd. En naast kinderen verwekken deed hij ook nog andere belangrijke zaken uiteraard. Zoals schilderijen verzamelen en het theater bezoeken.
Het is bewolkt en dat haalt denk ik wat van de charme van dit deel van de stad weg, het kan me niet echt boeien. Het voelt wat sfeerloos. Misschien zitten we wel helemaal op de verkeerde plek, maar nadat we wat gebouwen hebben bekeken en hebben rond gestruind bij het Zwinger paleis (klinkt heel fout, maar het is gewoon een museum) heb ik het eigenlijk wel gehad. Dit gebouw is neergezet door (of waarschijnlijk met het geld van) mijn nieuwe idool August en zijn Dwaze Paard.
Bij een Ierse pub drinken we een drankje en kijken naar de blauwe trams die langsrijden om onderdelen te vervoeren voor de Volkswagen fabriek. Deze heten CarGoTrams en dat vind ik heel grappig. Toch besluiten we maar terug te gaan naar het nieuwe gedeelte van de stad. Daar vinden we het veel gezelliger
Halverwege de brug over het water worden we overvallen door keiharde regen. Maar echt KEIhard. We vluchten naar een terrasje onder een afdakje bij café Watske en drinken hun eigen huis gebrouwen biertjes. We zitten hier wel even prima. Als het iets is opgeklaard lopen we terug naar het hostel. Daar blijven we hangen en begin ik obsessief iedereen die ik ken te pimpen met Face-app.
Deze dag voelt een beetje verpest, maar die avond gaan we op zoek naar een Indiaas restaurant. Veel blijken gesloten, maar we geven niet op en uiteindelijk vinden we er eentje. Hmm Aloo Ghobi en veel te veel lekkere bijgerechten. We eindigen wederom bij Katy’s Garage en drinken wat biertjes op het fijne terras.
Onze laatste dag in Dresden is aangebroken. We dartelen vandaag lekker rond in Neustadt en Friedrichstadt. Ik denk dat ik nog nooit in een stad(sdeel) geweest waar zo veel graffiti en streetart te vinden is. Ik hou ervan. We zijn gaan lopen zonder doel, maar komen toch terecht bij de Kunsthofpassage, waar je fleurige flats met kunstzinnige elementen kunt bewonderen. Als ik ooit nog eens in Dresden kom ga ik zeker een streetart tour volgen. Ook zou ik graag naar het DDR museum gaan (Welt der DDR), wat helaas tijdens ons bezoek gesloten was.
Na een paar uur slenteren chillen we op wat terrasjes. Ik heb ergens spijt dat ik niet meer uit onze dagen in Dresden heb gehaald, maar toch hebben we het weinig activiteiten hartstikke gezellig gehad. Dit had natuurlijk onze festivalvakantie moeten zijn, die door corona niet door ging. In Tsjechië vergat ik eigenlijk dat we midden in een pandemie zaten, maar in Duitsland werd ik er weer volop aan herinnert en dit voelde nog steeds onwerkelijk en 'zwaar'. Helaas zorgt dit voor vrij korte blogartikelen, maar gelukkig wel voor veel foto's!
17 juli 2020 Dresden naar Berlijn
Vandaag laten we Dresden weer achter ons en is het tijd voor de laatste bestemming van onze CoronaCation; Berlijn! Uiteraard zetten we onze Flixbus trend voort en pakken vanaf de Ostbahnhof een bus naar de Duitse hoofdstad. Het is best druk deze keer en we kunnen niet bij elkaar in de buurt zitten. Ik vind het altijd zo vreemd dat de mensen die in hun eentje reizen dan niet bedenken van ' nou laat ik naast een vreemde gaan zitten, want dan kan die club bij elkaar zitten' . Nee ze blijven allemaal stug voor zich uit staren en komen dan alsnog naast een vreemd iemand te zitten (ja uiteraard bedoel ik Robbie hiermee). Na een paar uurtjes leen komen we aan in Berlijn. Ik had bedacht dat het slim was om bij Alexanderplatz uit te stappen, maar ik heb geen idee meer waar ik dat opp heb gebaseerd. We moeten nu de metro pakken naar Kreuzberg om bij ons hostel te komen. Een beetje sullig wel.
Gisteren werd ik met een vaag verhaal gebeld vanuit dit hostel. Over wat nou de bedoeling was. Nou gewoon de kamer drie personen een nacht extra boeken, zoals ik ook in mijn mail heb aangegeven. We hadden een discussie die wel een kwartier duurde en we leken elkaar echt niet te begrijpen. Eenmaal bij Baxpax hostel die Fabrik was het ineens allemaal in orde. Alles wat gisteren moeite kostte was nu ineens helemaal duidelijk. Nou dikke prima, maar had me dan ook geen stress bezorgd in Dresden. Het hostel is geinig, een beetje chabby/industrieel of iets. Ergen achterin een uithoek van het gebouw hebben wij een kamer toegewezen gekregen. We pleuren onze tassen neer en zijn toe aan een biertje. Om de hoek bij het hostel gaan we zitten bij een Sushi tent Mimomy, vraag me niet waarom. Maar de biertjes smaken goed en we zijn hier getuigen van een heuse Corona-politie-inval. De afstand tussen de tafeltjes wordt secuur opgemeten en de lieve gastheer en vrouw krijgen een waarschuwing.
Het is hier maar een vage boel, aan de overkant van de straat zijn een paar zwervers aan het schreeuwen en er lopen constant bizarre types rond. Het is wat grauw weer en op de een of andere manier ben ik er een beetje klaar mee. Ik heb geen zin de boel te verkennen, ik ben moe en gewoon lamlendig. We lopen niet al te ver naar Banja Luka, waar een biertuin zit. Het is super chill. Er zit een muur omheen dus je hebt niet constant rare kwasten aan je tafel staan. Alleen een gekke goochelaar. We eten een patatje, drinken te grote biertjes en uiteindelijk ga ik niet te laat terug naar het hotel. Gijs en Robbie laat ik achter in het bruisende Berlijn. Op zoek naar een feestje dat ze nooit gaan vinden en uiteindelijk tot zonsopkomst rondhangen in een park vol rare mensen.
18 juli 2020 Berlijn - De laatste dag
Ik ben vroeg wakker, of eigenlijk word ik wakker wanneer de jongens na een zware nacht vol gemiste feestjes terugkeren. Ik probeer nog wat te slapen en te lezen, maar ben er alsnog vroeg uit. Ik ga rustig douchen en wil net naar de supermarkt gaan om ontbijt te halen als Robbie ineens fris fruitig naast zijn bed staat. Samen kopen we de buurtsuper leeg en tot mijn verbazing is ook Gijs wakker als we terug komen. Ik had deze dag eigenlijk al opgegeven. We ontbijten op de kamer en als iedereen opgefrist is lopen we naar de overkant van de Spree, langs de East Side Gallery en strijken neer bij Yaam.
Het ziet er heel anders uit dan de laatste keer dat ik hier was in december 2012, maar het is fantastisch. Het is er gezellig, je hebt veel eettentjes en chillzone aan een strand aan de Spree. We hangen hier rond, halen wat te eten en bereiden ons mentaal voor op de terugreis van de volgende dag. Het einde is in zicht. Het was heerlijk om er weer even uit te zijn na die eerste maanden van het coronatijdperk.