Half zeven gaat de wekker, voor de verandering heb ik redelijk geslapen, maar vooral ook lang. Rustig maken we ons klaar om te vertrekken. Gijs heeft nog ruzie met een spin die zich verschanst had in zijn schoen. Gelukkig verteld hij dit mij pas als ik met mijn tas op mijn rug sta en we de kamerdeur achter ons dicht doen.
We eten nog even een lekker ontbijtje, ik hou echt van het bananenbrood! Thitaw II was een erg fijn verblijf! Nog even onze was ophalen. De wasmeisjes moeten erg lachen. Bijna elk kledingstuk is zwart. Saaie mensen zijn we ook.
Eigenwijs gaan we lopend naar het busstation met de tassen op onze rug. Het is zo een twintig minuten verderop en het stinkt erger dan ooit... De resten van het festival en de daarbij horende markt liggen in de zon te rotten, heel goor. We zijn erg vroeg bij de busstop. De dag ervoor hebben we al kaartjes gekocht voor een luxe bus.
Wanneer ons vervoermiddel aangereden komt ben ik eerlijk gezegd een beetje teleurgesteld. Op zo een moment voel ik me wel een verwend kreng, maar het blijkt een klein busje te zijn, dat al vol zit met lokale jongeren die hun spullen door de hele wagen hebben liggen. Achterin wordt plek voor ons gemaakt, maar dan wel tussen de tassen en andere troep. Ik moet even omschakelen, maar na een tiental minuten ben ik wel weer over mijn diva bui heen.
Bij de start van de rit, wanneer we Kalaw achter ons laten, zien we pas echt hoe mooi de omgeving is. Een uur of twee rijden we over slingerweggetjes door de begroeide bergen, echt prachtig. Na de lunch stop verandert het landschap langzaam in een plattere, savanne-achtige omgeving. We komen in de buurt van Bagan. Misschien wel de plek waar ik het meeste naar heb uitgekeken. Ondertussen begin in de andere passagiers wel grappig te vinden. Opgevouwen in hun stoelen dutten ze af en toe weg, maar plotseling worden ze wakker en beginnen te zingen. Heel schattig, iedereen hier zingt zonder schaamte, fantastisch.
Na zeven en een half uur hebben we iedereen bij het verblijf af gezet. Nu zijn wij aan de beurt. Blijkbaar zitten we eigenlijk niet in Bagan, maar een kleine stad net even daar buiten. Dit maakt eigenlijk helemaal niets uit, het is net zo ver van de duizenden tempels als Bagan zelf, waar we vanuit de auto al het één en ander hebben mogen aanschouwen. Ik weet niet of ik ooit op zo een bijzondere plek geweest ben.
Het busje stopt bij Shwe Nadi, ons verblijf voor de komende vier dagen. Bij de receptie is het wat druk en chaotisch, maar het ziet er super netjes uit. Gelukkig hoeven we niet lang te wachten voor we naar onze kamer kunnen. We moeten wat gangetjes door en een steegje oversteken, maar dan komen we bij het roze gebouw wat ik herken van de website. Door een soort wachttoren, waar bedjes staan voor de opzichters die er de hele nacht blijven. De kamer is netjes, de douche is wel weer een beetje aftands, maar zeker niet verkeerd.
Helaas begint het al laat te worden en daarmee ook donker. Echt tijd om nog iets te ondernemen hebben we niet en misschien is dit na zo een lange rit ook wel niet zo een goed idee. We lopen de straat door, waar ons verblijf ook zit. Hier zitten al direct restaurantjes en al snel duiken we er één in. Een combinatie tussen Chinees eten en Birmees. Ik bestel een groot bord met zoetzure kip, die echt super is, maar ik blijf toch de porties echt gigantisch vinden voor deze kleine mensen.
Op het balkon van ons verblijf drinken we nog een biertje, gelukkig mag dit hier wel weer!
Wonder boven wonder heb ik redelijk geslapen. Midden in de nacht schrok ik wel wakker. Er klonk een geknetter in de kamer, alsof er ergens iets op het punt stond om af te gaan fikken. Dit was juist het tegenovergestelde. De airco in de kamer was zo koud geworden dat hij volgens mij aan het bevriezen was. Het was wel een beetje freaky...
Ook in dit verblijf zit het ontbijt bij de kamerprijs in. Een bord vol fruit, vooral papaya die ik eigenlijk niet zo lekker vind, maar verder is het heerlijk.
Met het inpakken van mijn tas ben ik een beetje dom geweest. Ik heb de verkeerde oplader voor mijn camera meegenomen. Deze was in Yangon al leeg en ik was hier behoorlijk gepikeerd over. Van mijn vader had ik juist voor deze vakantie een nieuw toestel gekregen en nu kon ik hem niet gebruiken. In de vorige stadjes hebben we geen winkel kunnen vinden waar ik een nieuwe kon halen (Yangon heb ik niet geprobeerd omdat we toen zonder geld zaten, maar daar was ik natuurlijk hoe dan ook wel geslaagd), maar ik wilde echt niet Bagan verkennen zonder dat ik met mijn eigen camera los kon gaan. Gelukkig was het in het tweede winkeltje al raak. Maar liefst drie meisjes gingen zich er mee bemoeien en hadden al snel een oplossing, ik ben intens gelukkig.
In het verblijf snel de camera aan de oplader gehangen en twee fietsen gehuurd. Er zijn ook electrische scooters te huur, maar daar ben ik een beetje bang van. Al snel heb ik hier spijt van. Ik trap me een eind weg, maar kom bijna niet vooruit. Al snel slaan we af, een zandpad op om een tempel te bekijken.
Bagan is geweldig, nog beter dan ik had verwacht. Het is bizar dat je overal kunt stoppen en vrij de tempels kunt verkennen. Ik voel me net Lara Croft uit Tomb Raider en Gijs is Indiana Jones. In één van de tempels krijgen we van een vrouw zaklampen in onze handen gedrukt, zonder dat zij hier geld voor wil. Nee, ze wil dat we de prachtige muurschilderingen goed kunnen zien. Dit zie je overal in Bagan terug, de mensen zijn trots op deze omgeving en willen je allemaal helpen om hier van te kunnen genieten.
Door de aardbeving die nog geen drie maanden geleden heeft plaatsgevonden, zijn een hoop tempels beschadigd en liggen er netten over de toppen om ze te beschermen tegen verder verval. Dit is natuurlijk zonde, maar ik hoop vooral dat de mensen uit Bagan snel verder kunnen met het herstellen van de tempels, die voor hen zo belangrijk zijn. Door één van de lokale mannen werd ons verteld dat ze wachten op Unesco, die zou hen hierbij helpen. Ik hoop dat dit snel rond is, zodat de volgende bezoekers weer van de herstelde gebouwen kunnen genieten.
Voorzichtig rijden we richting oud Bagan, ik moet bekennen dat we zoveel tempels hebben gezien, dat ik niet meer precies weet welke we nu wel en niet gehad hebben. Toch zijn ze allemaal net even wat anders. Ander kleuren en een andere stijl. Ik kan me hier goed vermaken.
In één van de grotere tempels kan je voor een kleine gift (een paar eurocent) een envelopje met daarin een beetje goud kopen. Dit mag je op een beeld plakken, heel gaaf. Uiteindelijk zit er meer goud op mijn handen dan dat op het beeld terecht komt, maar ik heb vast een klein beetje kunnen bijdragen.
Bij een volgende tempel zit een man kunstwerkjes te maken van zand. Hij merkt ons eerst niet eens op, maar als we even blijven kijken, begint hij te vertellen en krijgen we alle werken te zien. Ik heb al iets gelezen over dat dit allemaal onzin zou zijn, dat zal best, maar ik vind het er alsnog tof uitzien. Deze man zit voor onze neus de werken te maken, dus hoe nep kan het zijn. De man verteld dat hij het zand uit de Irawaddy rivier de werken maakt, die is hier vlakbij dus dit geloof ik wel. We kopen twee van de lappen met een print er op.
Al fietsend door Bagan (het is bloedheet) komen we langs het Archeological Museum, daar had ik al over gelezen en wilde ik sowieso bezoeken. Dan maar gelijk afstappen en naar binnen. Ik hoop dat ze airco hebben... De buitenkant van het museum is al best indrukwekkend en ontzettend groot! Bij de ingang wordt ons verteld dat we de tassen in een kluisje moeten doen en de camera niet mee naar binnen mag. Je mag wel foto ´ s maken met je telefoon.
De eerste hal is al immens groot en staat vol met beelden van belangrijke figuren uit de geschiedenis van Bagan. Ooit was Bagan de hoofdstad van Myanmar en een koninkrijk. We gaan de eerste zaal in die iets verteld over het paleis van de eerste koning, Anawathu. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nooit echt zin heb om de teksten te lezen. De teksten hier zijn ook nog eens meters lang. Ik scan de tekst en probeer te onthouden wat me interesseert. Dit zoek ik dan later, op een rustig moment, wel weer op.
Er zijn acht grote zalen en het lijkt alsof ze al rekening gehouden hebben met eventuele uitbreiding. In één van de zalen staan allemaal pruiken, die haarstijlen van de mannen uit het verleden laten zien. Het zijn net figuren uit een Animé serie. De volgende bevat honderden tabletten met oude teksten die vooral gaan over de ruilhandel. Ik geef jou een lap grond, dan geef je mij 150 koeien en drie slaven.
Het boeiends vind ik de zaal over de prehistorie, het is wel gaaf om te zien dat ze ook hier in Myanmar zoveel duizend jaar geleden een "moeder" godin hadden die werd aanbeden.
Na het eten (pasta) gaan we kijken of we bij het water kunnen komen, zonder echt een doel te hebben. Uiteraard komen we daar niet terecht, maar struinen over een drukke markt vol lokale bevolking. Er staat een drukte om een tent heen, waar keiharde muziek gedraaid wordt en dit maakt ons nieuwsgierig. Het is een soort wedstrijd, drie mannen en een vrouw zijn bezig om een rieten balletje hoog te houden en hier voor halen ze de meest rare capriolen uit. We staan hier best lang te kijken, het is heel leuk om te zien. We nemen ons voor de rieten balletjes als souvenir voor onze vrienden mee te nemen.
En opnieuw heb ik goed geslapen! Dat werd wel eens tijd. Bij het ontbijt krijgen we oliebol-achtige rolletjes, deze zijn erg lekker, maar ook zit er weer een bord met de vieze papaya bij.
Ennnnn mijn camera doet het weer! Hij is helemaal opgeladen en ready to go! Heel fijn. Bij de receptie vragen we naar de elektrische scooters, de e-bike. Deze zijn er in overvloed en al snel krijgt Gijs uitleg over hoe het ding werkt. Ik ben nog een beetje huiverig, omdat het zo veel op een echte scooter lijkt.
Gijs rijdt gewoon in één keer weg en zegt dat ik achterop moet komen zitten, alleen op een e-bike zou bij mij waarschijnlijk in een ongeluk eindigen. Na wat aarzelen stap ik achterop. Of Gijs is een natuurtalent, of het is gewoon heel erg makkelijk want al snel cruisen we naar de savanne.
Door Bagan rijden een hoop paard en wagens. Zelf willen we hier absoluut niet in, we hebben de zielige dieren op de Gili eilanden van Indonesie nog in ons achterhoofd. Toch moet ik zeggen dat de dieren er hier wel een stuk beter uitzien. Ze staan niet met kromme benen en wonden op hun knieën uren in de zon. Nee ze staan in de schaduw en worden duidelijk goed verzorgd. Ik vraag me toch af of dit aan het Buddhisme ligt wat hier overheersend wordt aangehangen.
Het is wel grappig om te zien dat er onder aan het karretje een plastic tasje hangt, waarin de uitwerpselen worden opgevangen. Anders zou de hele savanne denk ik onder de paardenmest liggen, maar dit valt dus heel erg mee.
De eerste tempel is er één die weer flink wat te verduren heeft gehad tijdens de aardbeving. De buddha is afgebrokkeld, maar toch is het ook weer een mooi gezicht van wat de natuur allemaal voor vernietiging kan aanrichten.
Vandaag bezoeken we een stuk minder tempels dan gisteren. We zijn ook iets te ver doorgereden en komen weinig meer tegen. Het scooteren is heerlijk! Dus ik vind het geen probleem. Ik ben blij dat we samen op één scooter zijn gegaan, nu kunnen we tenminste kletsen, een stuk gezelliger dan op de fietsjes.
Bij een groot resort willen we eigenlijk de hoge (ontzettend lelijke) toren beklimmen. We snappen wel dat je hier iets voor moet betalen, maar het lijkt me een fantastisch uitzicht. Kost het VIJF DOLLAR, serieus dat vind ik echt belachelijk. Vooral als je de rest van de prijzen in het land ziet. VIJF DOLLAR om een lift in te gaan en een foto te maken. Ik maak rechtsomkeer, laat maar!
Zoals ik eerder schreef, we hebben niet heel veel tempels gezien, maar vooral rond gereden en de weg kwijt geraakt. Volgens mij waren we ondertussen al bijna terug in Kalaw. Toch was het hartstikke gezellig en heb ik genoten van de aanblik van de tempels. Morgen wil ik zeker weer een scooter huren!
Die ochtend gaan we op zoek naar cappuccino. Ik heb gelezen over een plek die Black Bamboo heet en waar ze de beste cappuccino van Bagan zouden hebben. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, we vinden de plek gelijk. Natuurlijk hebben we niet echt geluk, want de tent is gesloten. Zucht.
We scooteren verder en komen bij oud Bagan uit. Ik heb eerder een uithangbord gezien voor een restaurant dat er uit ziet alsof de koffie er goed is. Het ligt achter de poorten van het paleis, maar dit wil ik sowieso wel zien. We betalen de toegangsprijs en gaan het reusachtige houten bouwwerk bekijken.
Struinend door de tuin kijk ik goed om me heen of ik het restaurant kan vinden, maar het is nergens te bekennen. Dan gaan we maar het paleis. Het is een replica van het paleis van de eerste koning van Bagan, koning Anawathu. Van een van de lokale bewoners hebben we gehoord dat zij het erg lelijk vinden en dat het niet zou kloppen. Ik vraag me af waarom ze het dan zouden bouwen.
Het is best mooi gemaakt en ook wel interessant om te zien. Gelukkig is het er ook rustig, maar het is nog vroeg. Hoe langer we er rond lopen, hoe drukker het wordt. Ondertussen vind ik ook het restaurant wat ik zocht, maar ook deze is gesloten. Het is me gewoon niet gegund...
Ondertussen snak ik wel een beetje naar de cafeïne. We crossen door oud Bagan en besluiten bij de waterkant te gaan kijken. Daar zouden ze toch wel cafe'tjes hebben? Nou mooi niet, in ieder niet iets waar ze aan mijn eisen voldoen. Wat ben ik toch een verwend nest!
Bij de oever van de Irawaddy rivier staat wel een gave tempel. Het is een gigantisch gouden rotsblok, met daarop een klein torentje. Het schittert zo fel en de vloer is zo wit dat je bijna niet voor je uit kunt kijken. Met geknepen ogen lopen we rond en genieten van het uitzicht.
Onderweg naar nieuw Bagan komt er een vent naar ons toe op een scooter (de dag ervoor hebben we hem ook al gezien). Hij verteld dat er om de hoek een mooie tempel is die je kunt beklimmen. Gijs besluit hem te volgen en de man rijdt achter ons aan. Ik persoonlijk wordt daar altijd een beetje nerveus van, maar ik zet dit zoveel mogelijk van me af.
Als we onze scooter parkeren komt hij naar ons toe lopen. Hij vraagt of hij ons zijn kunst mag laten zien, als we klaar zijn met het bekijken van de tempel. Natuurlijk, geen probleem. We gaan de tempel in en dit vind ik toch wel een bijzonder mooi exemplaar, ik ben nu al blij dat ik me heb laten overhalen. Het is net weer anders dan de andere tempeltjes. De schilderingen zijn goed te zien en bestaan vooral uit grijstinten.
Ineens staat de kunstenaar achter ons en verteld het verhaal van één van de beelden. De geboorte van Buddha. De baby buddha is geboren uit de zij van zijn moeder, niet uit de buik. Maar de man had ons gezegd dat we de tempel konden beklimmen maar ik zie niet waar dit dan zou moeten. Hij wijst ons tien keer op een nis, maar dit lijkt afgesloten, tot ik mijn hoofd er in steek. Er zit gewoon een geheime trap in de nis. Fantastisch!
De kunstenaar gaat ons voor en schijnt met zijn mobiel de donkere gang in zodat ik niet val. Het is heel smal en ik wordt er lichtelijk claustrofobisch van, maar ik wurm me door de gang heen en kom op een terras van de tempel uit. Geweldig! Eindelijk een beetje uitzicht, daar zat ik wel op te wachten. We klimmen nog hoger, maar op een gegeven moment wil ik niet verder. Ik heb voordat we vertrokken naar Myanmar artikelen gelezen over het verbieden van het beklimmen van de tempels, omdat dit ze kan beschadigen. Ik wil dit niet op mijn geweten hebben. We genieten even van het uitzicht dat we nu hebben voor we weer naar beneden klimmen.
Nu is het tijd om de kunstwerken van de man te gaan bekijken. Als we voor de tempel staan verteld hij dat hij eigenlijk niet in het openbaar mag verkopen. Voor de aardbeving had hij een vaste tempel waarvoor hij een vergunning had, maar deze is totaal verwoest. Pas nu zie ik dat onder zijn jasje, die best hip is, hij een t-shirt aan heeft dat vol met gaten zit. Hij probeert dit duidelijk te verbergen, maar ik geloof wel dat hij het moeilijk heeft. We duiken een kleiner tempeltje in en hij haalt een hele berg kunstwerkjes uit zijn rugtas. Het zijn weer de zandschilderijtjes die we al bij een ander hebben gehaald. Toch zijn deze net even wat anders, dus ik geloof wel dat ze door een ander zijn gemaakt. Of dit ook echt door hem zelf is weet ik niet, maar misschien ben ik een beetje te argwanend.
Hij komt met een heel verhaal over hoe de werken gemaakt worden en dit is wel het overdreven verhaal dat ik bij de scams op internet heb gelezen. De blauwe kleur zou komen van indigo bloemen, de rode kleur komt van stenen van Mount Popa, dat even verderop ligt, de groene kleur komt van bladeren van een plant die alleen bij Mount Popa zo groen is (Mount Popa is een oude vulkaan), de gele kleur komt van sulfur, zwart komt van kool en as en wit komt van leisteen. Volgens mij is dit een onzin verhaal, maar het maakt me niet zo veel uit. Hij heeft ons de tempel laten zien en gewezen op een geheime trap. Dit is voor mij wel een schilderijtje waard. Hij is volgens mij oprecht blij en zegt dat we een gezin te eten hebben gegeven. Wat ik mooi vind is dat hij hier niet vooraf mee komt, om te verkopen, maar pas als we daadwerkelijk iets gekocht hebben. Ook dit geloof ik dan ook direct.
Het is tijd voor een lunch en we rijden naar New Bagan, waar we bij een redelijk luxe tentje neerstrijken. Het is er vrijwel leeg en de ober komt een praatje maken. Hij verteld ons dat Mandalay, onze volgende bestemming, ook wel scam city wordt genoemd. We zullen zien... Gijs krijgt een rare pizza voorgeschoteld, met daarop een gekookt ei, heel apart. Na het eten krijgen we nog een raar schijfje voorgeschoteld. Het is een snoepje gemaakt van palmsuiker. Het is best lekker, maar je moet er zeker niet te veel van eten!
We scooteren weer wat rond, als we in de verte een grote witte tempel zien liggen. Ik moet de as van mijn moeder nog uitstrooien en vind deze tempel wel erg mooi. Als we dichterbij komen blijkt dat we deze ook nog eens kunnen beklimmen. Buiten het terrein staat het verzoek om dit niet te doen, dus ik twijfel nog wel even. Ik wil niet bijdragen aan het vernielen van dit prachtige stuk land, maar ik wil ook niets missen.
Als we toch richting een trap lopen komt er een klein jongetje bij ons lopen. Hij verkoopt kaarten en is redelijk opdringerig. Op een gegeven moment maken we hem wat harder duidelijk dat we geen kaart willen kopen. Dit accepteert hij, maar verteld ons nog wel dat we de schaduwkant van de tempel moeten beklimmen, als we de trap in de zon nemen, verbranden we onze voeten. Zo lief, hij had ons ook gewoon pijn kunnen laten lijden toen we hem afwezen, maar nee hoor, hij wil dat we genieten van zijn tempel.
We klimmen de trap op en dit is best eng. De treden zijn een halve meter en vrij steil. Maar we redden het, al weet ik zeker dat ik dit morgen nog wel ga voelen. Het is best een flink eind omhoog, en wat een geweldig uitzicht brengt dit met zich mee. Ik ben blij dat ik toch ben gaan klimmen. Even verderop hebben drie Amerikanen een fotoshoot. Super irritant en Gijs wil ze van de tempel tikken, maar ik hou hem tegen.
In een rustig hoekje draai ik de dop van het asbusje en strooi er wat as uit. Ik vind het een mooi idee dat er een deel van mijn moeder op zo een ongelooflijk mooie plek achterblijft. Hopelijk kan zij ergens toch meegenieten.
Wanneer we weer beneden zijn, staat het jongetje met zijn kaartjes te wachten. Hij zegt dat hij op onze schoenen heeft gepast. Vanaf boven heb ik gezien dat hij gewoon rond heeft gelopen en met zijn vriendjes is gaan chillen, maar toch, hij heeft ons een goede tip gegeven en we moeten eigenlijk nog wel kaarten hebben. We kopen er een aantal van hem en hij is heel blij. We willen het goede gedrag stimuleren, door uiteindelijk toch iets te kopen en niet van hele opdringerige en schreeuwerige verkopers. Dan worden ze allemaal zo als in Indonesië, de stalkers.
Die middag gaan we naar een grote markt in de stad Nyaung Oo, waar ook onze guesthouse staat. Ik wil nog wat souvenirs scoren. De rieten balletjes hebben we al snel gevonden en ook voor de baby van vrienden hebben we al snel iets kunnen kopen, maar de gongetjes die ik voor mezelf zoek kan ik niet vinden.
Op een gegeven moment worden we aangeklampt door twee vrouwen die er erg slecht uitzien. Zij houden ons tegen en spelden een vage button van een vlinder op. Ik probeer het te weigeren, omdat ik bang ben dat ik er dadelijk weer voor moet betalen. "No it's a gift for good luck!" roepen ze en prikken het in mijn shirt. Ze willen ons meenemen naar hun stalletje. Ik wordt er heel ongemakkelijk van. We trekken ons los en gaan de markt uit. Zo zonde, want het was onze bedoeling best wat te gaan kopen, maar niet als ze zo opdringerig doen, bah.
Het wordt langzaam donker en we brengen de e-bikes terug. Thuis wil ik er ook één! We gaan eten bij een tent even verderop, gelukkig is hier best veel keuze. Ik heb zin in een cheeseburger! Lekker westers... Wanneer het eten er aan komt wordt ik al vrolijk, het ziet er heerlijk uit. Maar wanneer ik een hap neem, blijkt het toch een beetje saai te zijn. Er zit geen burger op! Het is gewoon een broodje kaas. Ik plas bijna in mijn broek van het lachen!
We maken het die avond niet laat, morgen is het weer tijd om te vertrekken helaas. Op zich vind ik wel dat we veel gezien hebben, maar ik denk dat ik me nog wel een paar weken zou kunnen vermaken tussen de tempels...