De hoogte in

Die ochtend gaan we op zoek naar cappuccino. Ik heb gelezen over een plek die Black Bamboo heet en waar ze de beste cappuccino van Bagan zouden hebben. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, we vinden de plek gelijk. Natuurlijk hebben we niet echt geluk, want de tent is gesloten. Zucht. 

 

We scooteren verder en komen bij oud Bagan uit. Ik heb eerder een uithangbord gezien voor een restaurant dat er uit ziet alsof de koffie er goed is. Het ligt achter de poorten van het paleis, maar dit wil ik sowieso wel zien. We betalen de toegangsprijs en gaan het reusachtige houten bouwwerk bekijken. 

 

Struinend door de tuin kijk ik goed om me heen of ik het restaurant kan vinden, maar het is nergens te bekennen. Dan gaan we maar het paleis. Het is een replica van het paleis van de eerste koning van Bagan, koning Anawathu. Van een van de lokale bewoners hebben we gehoord dat zij het erg lelijk  vinden en dat het niet zou kloppen. Ik vraag me af waarom ze het dan zouden bouwen.

 

Het is best mooi gemaakt en ook wel interessant om te zien. Gelukkig is het er ook rustig, maar het is nog vroeg. Hoe langer we er rond lopen, hoe drukker het wordt. Ondertussen vind ik ook het restaurant wat ik zocht, maar ook deze is gesloten. Het is me gewoon niet gegund... 

 

 

Irawaddy

Ondertussen snak ik wel een beetje naar de cafeïne. We crossen door oud Bagan en besluiten bij de waterkant te gaan kijken. Daar zouden ze toch wel cafe'tjes hebben? Nou mooi niet, in ieder niet iets waar ze aan mijn eisen voldoen. Wat ben ik toch een verwend nest!

 

Bij de oever van de Irawaddy rivier staat wel een gave tempel. Het is een gigantisch gouden rotsblok, met daarop een klein torentje. Het schittert zo fel en de vloer is zo wit dat je bijna niet voor je uit kunt kijken. Met geknepen ogen lopen we rond en genieten van het uitzicht. 

Geheime gang

Onderweg naar nieuw Bagan komt er een vent naar ons toe op een scooter (de dag ervoor hebben we hem ook al gezien). Hij verteld dat er om de hoek een mooie tempel is die je kunt beklimmen. Gijs besluit hem te volgen en de man rijdt achter ons aan. Ik persoonlijk wordt daar altijd een beetje nerveus van, maar ik zet dit zoveel mogelijk van me af. 

 

Als we onze scooter parkeren komt hij naar ons toe lopen. Hij vraagt of hij ons zijn kunst mag laten zien, als we klaar zijn met het bekijken van de tempel. Natuurlijk, geen probleem. We gaan de tempel in en dit vind ik toch wel een bijzonder mooi exemplaar, ik ben nu al blij dat ik me heb laten overhalen. Het is net weer anders dan de andere tempeltjes. De schilderingen zijn goed te zien en bestaan vooral uit grijstinten. 

 

Ineens staat de kunstenaar achter ons en verteld het verhaal van één van de beelden. De geboorte van Buddha. De baby buddha is geboren uit de zij van zijn moeder, niet uit de buik. Maar de man had ons gezegd dat we de tempel konden beklimmen maar ik zie niet waar dit dan zou moeten. Hij wijst ons tien keer op een nis, maar dit lijkt afgesloten, tot ik mijn hoofd er in steek. Er zit gewoon een geheime trap in de nis. Fantastisch!

 

De kunstenaar gaat ons voor en schijnt met zijn mobiel de donkere gang in zodat ik niet val. Het is heel smal en ik wordt er lichtelijk claustrofobisch van, maar ik wurm me door de gang heen en kom op een terras van de tempel uit. Geweldig! Eindelijk een beetje uitzicht, daar zat ik wel op te wachten. We klimmen nog hoger, maar op een gegeven moment wil ik niet verder. Ik heb voordat we vertrokken naar Myanmar artikelen gelezen over het verbieden van het beklimmen van de tempels, omdat dit ze kan beschadigen. Ik wil dit niet op mijn geweten hebben. We genieten even van het uitzicht dat we nu hebben voor we weer naar beneden klimmen. 

Kunstenaar

Nu is het tijd om de kunstwerken van de man te gaan bekijken. Als we voor de tempel staan verteld hij dat hij eigenlijk niet in het openbaar mag verkopen. Voor de aardbeving had hij een vaste tempel waarvoor hij een vergunning had, maar deze is totaal verwoest. Pas nu zie ik dat onder zijn jasje, die best hip is, hij een t-shirt aan heeft dat vol met gaten zit. Hij probeert dit duidelijk te verbergen, maar ik geloof wel dat hij het moeilijk heeft. We duiken een kleiner tempeltje in en hij haalt een hele berg kunstwerkjes uit zijn rugtas. Het zijn weer de zandschilderijtjes die we al bij een ander hebben gehaald. Toch zijn deze net even wat anders, dus ik geloof wel dat ze door een ander zijn gemaakt. Of dit ook echt door hem zelf is weet ik niet, maar misschien ben ik een beetje te argwanend. 

 

Hij komt met een heel verhaal over hoe de werken gemaakt worden en dit is wel het overdreven verhaal dat ik bij de scams op internet heb gelezen. De blauwe kleur zou komen van indigo bloemen, de rode kleur komt van stenen van Mount Popa, dat even verderop ligt, de groene kleur komt van bladeren van een plant die alleen bij Mount Popa zo groen is (Mount Popa is een oude vulkaan), de gele kleur komt van sulfur, zwart komt van kool en as en wit komt van leisteen. Volgens mij is dit een onzin verhaal, maar het maakt me niet zo veel uit. Hij heeft ons de tempel laten zien en gewezen op een geheime trap. Dit is voor mij wel een schilderijtje waard. Hij is volgens mij oprecht blij en zegt dat we een gezin te eten hebben gegeven. Wat ik mooi vind is dat hij hier niet vooraf mee komt, om te verkopen, maar pas als we daadwerkelijk iets gekocht hebben. Ook dit geloof ik dan ook direct. 

Het is tijd voor een lunch en we rijden naar New Bagan, waar we bij een redelijk luxe tentje neerstrijken. Het is er vrijwel leeg en de ober komt een praatje maken. Hij verteld ons dat Mandalay, onze volgende bestemming, ook wel scam city wordt genoemd. We zullen zien... Gijs krijgt een rare pizza voorgeschoteld, met daarop een gekookt ei, heel apart. Na het eten krijgen we nog een raar schijfje voorgeschoteld. Het is een snoepje gemaakt van palmsuiker. Het is best lekker, maar je moet er zeker niet te veel van eten!

As in Bagan

We scooteren weer wat rond, als we in de verte een grote witte tempel zien liggen. Ik moet de as van mijn moeder nog uitstrooien en vind deze tempel wel erg mooi. Als we dichterbij komen blijkt dat we deze ook nog eens kunnen beklimmen. Buiten het terrein staat het verzoek om dit niet te doen, dus ik twijfel nog wel even. Ik wil niet bijdragen aan het vernielen van dit prachtige stuk land, maar ik wil ook niets missen. 

 

Als we toch richting een trap lopen komt er een klein jongetje bij ons lopen. Hij verkoopt kaarten en is redelijk opdringerig. Op een gegeven moment maken we hem wat harder duidelijk dat we geen kaart willen kopen. Dit accepteert hij, maar verteld ons nog wel dat we de schaduwkant van de tempel moeten beklimmen, als we de trap in de zon nemen, verbranden we onze voeten. Zo lief, hij had ons ook gewoon pijn kunnen laten lijden toen we hem afwezen, maar nee hoor, hij wil dat we genieten van zijn tempel. 

 

We klimmen de trap op en dit is best eng. De treden zijn een halve meter en vrij steil. Maar we redden het, al weet ik zeker dat ik dit morgen nog wel ga voelen. Het is best een flink eind omhoog, en wat een geweldig uitzicht brengt dit met zich mee. Ik ben blij dat ik toch ben gaan klimmen. Even verderop hebben drie Amerikanen een fotoshoot. Super irritant en Gijs wil ze van de tempel tikken, maar ik hou hem tegen. 

 

In een rustig hoekje draai ik de dop van het asbusje en strooi er wat as uit. Ik vind het een mooi idee dat er een deel van mijn moeder op zo een ongelooflijk mooie plek achterblijft. Hopelijk kan zij ergens toch meegenieten. 

Wanneer we weer beneden zijn, staat het jongetje met zijn kaartjes te wachten. Hij zegt dat hij op onze schoenen heeft gepast. Vanaf boven heb ik gezien dat hij gewoon rond heeft gelopen en met zijn vriendjes is gaan chillen, maar toch, hij heeft ons een goede tip gegeven en we moeten eigenlijk nog wel kaarten hebben. We kopen er een aantal van hem en hij is heel blij. We willen het goede gedrag stimuleren, door uiteindelijk toch iets te kopen en niet van hele opdringerige en schreeuwerige verkopers. Dan worden ze allemaal zo als in Indonesië, de stalkers. 

 

Die middag gaan we naar een grote markt in de stad Nyaung Oo, waar ook onze guesthouse staat. Ik wil nog wat souvenirs scoren. De rieten balletjes hebben we al snel gevonden en ook voor de baby van vrienden hebben we al snel iets kunnen kopen, maar de gongetjes die ik voor mezelf zoek kan ik niet vinden. 

 

Op een gegeven moment worden we aangeklampt door twee vrouwen die er erg slecht uitzien. Zij houden ons tegen en spelden een vage button van een vlinder op. Ik probeer het te weigeren, omdat ik bang ben dat ik er dadelijk weer voor moet betalen. "No it's a gift for good luck!" roepen ze en prikken het in mijn shirt. Ze willen ons meenemen naar hun stalletje. Ik wordt er heel ongemakkelijk van. We trekken ons los en gaan de markt uit. Zo zonde, want het was onze bedoeling best wat te gaan kopen, maar niet als ze zo opdringerig doen, bah. 

 

Het wordt langzaam donker en we brengen de e-bikes terug. Thuis wil ik er ook één! We gaan eten bij een tent even verderop, gelukkig is hier best veel keuze. Ik heb zin in een cheeseburger! Lekker westers... Wanneer het eten er aan komt wordt ik al vrolijk, het ziet er heerlijk uit. Maar wanneer ik een hap neem, blijkt het toch een beetje saai te zijn. Er zit geen burger op! Het is gewoon een broodje kaas. Ik plas bijna in mijn broek van het lachen! 

 

We maken het die avond niet laat, morgen is het weer tijd om te vertrekken helaas. Op zich vind ik wel dat we veel gezien hebben, maar ik denk dat ik me nog wel een paar weken zou kunnen vermaken tussen de tempels...

 

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0