Dag 10: Vrijdag 3 januari 2020
We zijn weer vroeg uit de veren en wachten bij de receptie van Sheebang Hostel op onze transfer. Deze houdt, zoals we al hadden verwacht, de Filipijnse tijden aan en komt zo een 40 minuten te laat. We hebben geen haast gelukkig. Dan moeten we nog de halve stad door om overal wat mensen vandaan op te pikken. Oostenrijkers, Denen en Engelsen worden in het busje geladen. Het duurt zooooo lang voor we echt onderweg zijn.
De omgeving is weer prachtig en zo anders dan de andere eilanden waar we zijn geweest. Ik lees wat en kijk om me heen.Gijs ligt natuurlijk al snel te slapen. Eén van de Oostenrijkers kletst iedereen de oren van zijn hoofd, waar volgens mij niemand echt op zit te wachten. Ergens halverwege stoppen we bij een restaurant voor de lunch, natuurlijk staan hier ook weer verkopertjes die je proberen iets aan te smeren. In dit geval zijn het parels en zijn de verkopers kleine kinderen. Ik kan er niet aan wennen, maar ik heb wel een truukje om ze af te wimpelen. Ik kijk ze recht aan, niet ontwijkend want dan blijven ze het proberen, lach een beetje en schud duidelijk nee. Ik zweer dat het werkt!
Na een half uurtje gaan we weer terug het busje in. De chauffeur slingert wat en één van de dames naast hem geeft hem een por. Ze laat ons weten dat hij toch echt in slaap aan het dommelen is. Het is doodeng en ik zie de krantenkoppen al weer voor me: Nederlandse toeristen omgekomen bij eenzijdig auto-ongeluk. De mensen om hem heen doen er alles aan om de chauffeur wakker te houden. En aangezien we nog leven is dat gelukt.
Rond 14.00 komen we aan in El Nido. Ik weet niet waarom maar ik voel me hier gelijk goed. We regelen een tricycle, die echt een paar honderd meter hoeft te rijden voor we bij ons verblijf aankomen. Als hij de oprit wil inrijden worden we aangereden. Een andere tricycle rijdt met een beste snelheid op ons in. Gelukkig worden Gijs zijn benen beschermd door het blauwe metaal van het bakkie, maar het is maar net goed gegaan. Dat had nog lelijk kunnen aflopen.
De chauffeurs zitten elkaar een moment dom aan te gapen en beginnen dan te mopperen in het Filipijns. Ik ben een beetje verbaasd dat ze ons niet vragen of alles in orde is. Ineens stopt de discussie tussen de mannetjes en mogen we de 100 pesos afrekenen. Boven op het balkon van ons verblijf hebben we door onze botsing wat publiek gekregen. Gijs heeft wat slechte recensies gelezen over deze toko en ik ben een beetje nerveus dat we in een horror hostel verblijven.
Ik ben blij verrast. Novie’s Tourist Inn is een prachtig verblijf, met lieve personeelsleden. De hal wordt verbouwd, maar de rest ziet er super netjes uit. We hebben een kamer helemaal achterin de mooie tuin en heeft, terecht, de naam seaview. We hebben een ontzettend mooi uitzicht en ondanks dat ik nog maar weinig van El Nido heb gezien ben ik er al een beetje verliefd op. Ik heb eindelijk het eiland-gevoel waar ik op hoopte toen we de reis boekte.
We gooien onze spullen in de kamer, trekken zwemkleding aan en vertrekken richting strand. Tegenover het hotel ligt Pop’s District, waar je touragency’s, supermarktjes, restaurantjes en andere winkeltjes vind. Als je hier doorheen loopt kom je uit bij het strand. Het is zo mooi! Echt bizar. De groene rotsen die uit het water torenen, in de verte de eilandjes en dan de typische bootjes met hun drijvers aan de zijkant. Dit is het beeld wat ik had van de Filipijnen!
Het water staat laag en in plaats van te gaan zwemmen lopen we wat over het strand tot we een tentje tegen komen waar we op het terras aan het strand gaan zitten. Bij Bella Vita drinken we wat en eten we wat. Daarna gaan we Pop’s District weer in waar we nog wat drinken bij Booze & Belly. We bekijken de gespannen Jenga wedstrijd die een tafeltje naast ons wordt voltrokken. Jenga is hier volgens mij volkssport nummer 2, in de rij staan blijft de absolute nummer 1 natuurlijk. Bij het hotel boeken we een tourtje voor de volgende ochtend en chillen nog wat op het balkon voor we ons lekkere bedje induiken.
Reactie schrijven