Viva Valencia

Dag 6: Dinsdag 31 december 2020

Nadat Gijs vannacht bijna dood is gevroren van de airco en ik badend in het zweet wakker lag zitten we nu niet zo vredig aan het ontbijt bij Gabby’s Bed & Breakfast. We discussiëren knorrig over ons plan van aanpak voor die dag, maar laten het bij “we lopen wel gewoon naar de jeepney terminal”. Zo gebromd zo gedaan... We lopen richting de locatie die Google aangeeft, zodat we daar een kleurrijk busje naar het stadje Valencia kunnen pakken, dat even buiten Dumaguete ligt. 

 

We vinden een terminal met een hoop prachtige voertuigen en een bankje vol rimpelige oude mannetjes. We vragen of hier de jeepney naar Valencia vertrekt, maar ze schudden druk met hun hoofd. Ze proberen uit te leggen waar we dan moeten zijn, maar dit kan ik niet helemaal ontcijferen dus volgen we de richting van hun handgebaren. 

 


  Ons humeur wordt er niet beter op als we lang in de zon lopen zonder enig uitzicht op een andere terminal. Dan ben ik het zat en laat een tricycle stoppen. Ik vraag of hij ons naar de bushalte wil brengen, maar hij biedt aan om ons gelijk naar Valencia te rijden. Alhoewel ik eigenlijk heel graag in een jeepney had willen gaan, ben ik onze vertraging nu wel zat. Ik spreek af dat de vrolijke chauffeur ons voor 200 pesos meeneemt en iets opgewekter zit ik naast hem in de zijspan. 

 

Het windje doet ons goed en langzaam trekken we weer wat bij. We genieten van het uitzicht onderweg en Gijs vergelijkt dit terecht met Santo Antao, diepe groene dalen afgewisseld met heuvels. De drie eilanden die we tot nu hebben gezien lijken wel echt een andere persoonlijkheid te hebben. De chauffeur weet ons om te praten en ons voor nog eens 100 pesos naar Forest Camp te brengen. Geen idee wat  het is, maar ik neem aan dat een bewoner toch het beste weet wat tof is om te zien. 

 

Niet veel later, ik gok zo een twintig minuten, staan we op een parkeerplaats. Blijkbaar is Forest Camp een resort, waar je voor 120 pesos per persoon mag komen chillen. We lopen wat rond en het is echt wel heel tof! Er zijn ontzettend veel zwembaden, grote en kleinere, en je hebt er makkelijk eentje voor jezelf! Het is prachtig met de baden langs een riviertje tussen de begroeiing. We kiezen een pittoresk exemplaar uit en poedelen daar wat in rond. Dan drinken we natuurlijk nog even een biertje voor we terug gaan naar chauffeur Randy. 


 

Voor we de tricycle weer in gaan spreken we af dat hij ons voor 1000 pesos in totaal de hele dag zal gaan rondrijden door Valencia en omstreken. Ik heb gewoon geen zin meer om nu nog een andere chauffeur te gaan zoeken. Wij blij en Randy blij. Onze eerste stop is de Smoking Mountain. Dit zal wel als een verrassing komen, maar het is dus een rokende berg! 

 

Langs de weg ziet Gijs ineens kleine pluimpjes rook en damp uit de berg komen. Randy stopt de tricycle en we waggelen wat heen en weer langs de grote gele hekken. De geur van rotte eieren dringt mijn neus binnen, maar ik vind het niet zo smerig als ik had verwacht. Ik verwonder me er eerder over. We turen naar de kleuren van de berg en de belletjes die in de plasjes met heet water omhoog komen borrelen. Ik hou van dit soort gekke natuurverschijnselen. 

 

 


 

 

 

Next stop: Red Rock Hot Springs! Opnieuw is het tijd om het water in te gaan. Onderweg rijden we al langs rode rotsen waar de naam van de attractie vandaan komt. Midden tussen deze rotsen lijkt onze tricycle opeens te overlijden. Hij sputtert, valt uit en maakt geluiden die ik nog niet eerder uit het wagentje heb horen komen. Ik kijk Gijs bezorgd aan, maar Randy krijgt het ding toch weer aan de praat (nadat Gijs de wagen een berg op heeft geduwd) en zet ons af voor de ingang van de Hot Springs. 

 

Voor 60 pesos per persoon stappen we het kuuroord in, dat ooit is opgericht door een familie om te ontspannen, maar nu ook voor toeristen open is. Het is helemaal niet druk, wat ik eigenlijk wel had verwacht. We kleden ons om en gaan het water in. Het is serieus heerlijk! We doberen (ja alweer) wat in het warme water en proberen te ontspannen. Dit lukt op zich aardig, maar ik ga me helaas nog al snel vervelen. Als ik ga douchen merk ik dat ik onder de rode vlekken zit… de mineralen in het water geven behoorlijk af! Gijs zijn zwembroek is ook verkleurd (na een keer of 80 met de hand wassen is het er nog niet helemaal uit). 

 

Tip #6: Let op welke badkleding en handdoek je meeneemt naar Red Rock Hot Springs.

Als ik me zo goed mogelijk onder de handdouche heb weten af te spoelen komt Gijs naar me toe. Hij heeft Randy gesproken en de tricycle is dus toch overleden terwijl wij hier lagen te chillen. Dat voelt wel rot, niet alleen voor ons maar ook voor Randy die vanavond met Oud & Nieuw zou gaan werken. Snel kleed ik me aan en gaan we samen terug naar het stuk schroot en onze chauffeur. 

 

Tip #7: Neem geen tricycle naar Red Rock Hot Springs, dan kunnen die dingen helemaal niet aan! Zorg dat je een sterker exemplaar huurt in Valencia, of een auto pakt!

 

Randy geeft aan dat hij geregeld heeft dat een vriend ons op komt halen. “Is okay to go on motorcycle?” vraagt hij bezorgd. Nou, ik heb wel vaker achterop een motor gezeten dus dat is op zich geen probleem, maar ik hoop dat er ook een helmpje meegebracht wordt, denk ik op dat moment nog. Uhm… dat was een beetje naïef. Ongeveer een half uur later komt er een motor aangereden, waar ik er drie had verwacht (ja… serieus). Ik kijk nog eens goed zie dat het achterstuk van de motor is verlengd met een soort zitje van metalen buizen. 

 

Het blijkt dus dat we met vier!!! personen op deze motor gaan. Ik snap nog steeds niet waarom, maar ik ben gewoon achterop gestapt. Ik ga achter de chauffeur zitten, Gijs achter mij en tot mijn verbazing gaat Randy bijna op schoot bij de chauffeur zitten. Hij schuift in een soort amazone-zit op de tank (of iets daar voor) tussen de armen van de bestuurder. Echt bizar… 

 

Eenmaal op weg houdt ik de eerste tien minuten mijn ogen stijf dicht, ik ben zo bang! Ik voel het achterste wiel met enige regelmaat wegglijden door de los zittende stenen die op het stoffige pad liggen. Waarom doe ik dit? Denk ik voor de tweede keer deze vakantie. Gijs maakt er ook een potje van en houdt zich naar mijn begrippen niet stevig genoeg vast en ik voel hem bij elke keer dat we remmen half naar achteren storten, of althans in mijn beleving. Het is pure horror, maar uiteindelijk doe ik toch mijn ogen maar weer open. Dan rijden we wel op een verharde weg en dat voelt toch wat beter. Behalve dan dat ik met vier mensen op een crappy motor, zonder helm en in mijn shorts en shirt zit. 

 


Ergens wil ik vragen of we kunnen stoppen, dan pak ik verder wel een tricycle, maar aan de andere kant doen mensen dit hier de hele dag en elke dag. Hele gezinnen en boodschappen voor een maand worden op deze dingen van hot naar her gereden, waarom zou het nu juist mis gaan. Toch verschijnen die krantenkoppen ook in mijn hoofd: ‘Twee domme Nederlandse toeristen overleden door ongeval met motor’. Tussendoor vraagt Randy nog even hoe het gaat. ‘It’s fucking scary!’ krijs ik in het oor van onze bestuurder. 

 

Afijn, aangezien je dit leest blijkt wel dat we heelhuids zijn aangekomen bij Gabby’s Bed & Breakfast. Okay niet helemaal ongeschonden, want ik mijn opluchting hops ik nogal enthousiast van de motor af en brand ik me aan de uitlaat. Lekker typisch weer… We bedanken Randy en de bestuurder en nemen afscheid. 

 

Even opfrissen en vieren dat we nog leven, het is oudjaarsavond! We zoeken ons rot naar een restaurant dat open is en ook nog eens iets zonder vlees of vis serveert. Na meer dan een uur lopen we naar binnen bij Neve’s Pizza waar ze nog hysterisch druk bezig zijn om volgens mij heel Dumaguete te voorzien van pizza’s. Het duurt dan ook verdomd lang voor we onze pizza’s hebben en nog langer voor we onze limonade hebben, echt belachelijk. Zo snel als we kunnen rennen we hier ver vandaan en strijken neer bij Hayahay aan de boulevard. 

 

Het is hier al een gezellige boel, maar ook hier zijn ze weer, die dikke, oude, witte mannen die we overal weer tegen het lijf lopen. Ik kan mijn ogen er op de één of andere manier niet vanaf houden. Zij en hun veel te jonge Filipijnse vrouwtjes en ladyboys intrigeren me. Ik probeer niet te veel te staren als ik samen met Gijs de ene na de andere Red Horse biertjes weg werk. 

 

We blijken een top locatie uitgezocht te hebben om het nieuwe jaar in te luiden, rond elf uur gaan de personeelsleden van Hayahay druk aan de slag om de hele boulevard vol vuurwerk te zetten. Volgens mijn telefoon en die van half Dumaguete is het al vijf minuten eerder 2020 dan hier bij Hayahay en dat zorgt ervoor dat we zelfs twee keer juichen, springen en iedereen een gelukkig nieuwjaar wensen. We staan onder de exploderende vuurpijlen en zien ook aan de overkant van het water allemaal vuurwerk de lucht in gaan. Het is echt supertof om te zien! Ik stuur al mijn lievelingsmensen berichtjes en gaan nog even los, voor we rond twee uur afdruipen terug naar het verblijf. Wat een dag! 

 

 

 

Manigong Bagong Taon!

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0