Chagrijnig

We zijn vrij vroeg wakker, maar Gijs voelt zich niet goed en blijft nog even liggen. We zijn net op tijd voor het ontbijt, dat ook op de vijfde etage van het hotel als een buffet wordt geserveerd. Goed geregeld! 

 

Ondanks dat we gisteren al weer veel gelopen hebben, besluiten we vandaag opnieuw de benenwagen te nemen. We willen naar het keizerlijk paleis lopen, dat ongeveer net zo ver weg zou zijn als Ginki. 

 

Onderweg stoppen weer alle vervelende taxichauffeurs, maar we blijven nee tegen ze zeggen. Laat ons toch eens met rust! We zijn al snel bij het paleis, het lijkt wel een stuk sneller te gaan als gisteren. 

Het Paleis

Het paleis en het meer en er om heen zijn gigantisch, het lijkt alsof we er zijn, maar we moeten nog kilometers lopen. Gelukkig kunnen we een beetje verscholen lopen zodat we niet de hele tijd worden aangesproken. Wanneer we bij de eerste toegangsbrug komen blijkt deze te zijn gesloten. We worden naar de volgende gewezen. Zucht, moeten we weer een pokken eind lopen. Na minimaal een uur komen we bij de volgende brug. Je raadt het nooit, maar ook deze is afgesloten... Irritant. 

 

We sjokken weer verder en onderweg komen we van alles tegen. Vrouwtjes die wachten bij de bushalte tot er een bus voorbij komt en dan door het raam van alles aan het verkopen zijn. Een rat en een eekhoorn die samen genieten van een restje rijst en we zien een hele hoop nonnetjes. Het duurt even voor ik door heb dat de in het roze gehulde kinderen geen jongetjes zijn, maar meisjes. De nonnen worden hier net als de monniken gewoon kaalgeschoren...

Ondertussen begint de moed mij een beetje in mijn slippers te zakken, het is echt heel ver lopen. En toch blijven we stug doorlopen. Uiteindelijk komen we dan ook terecht bij de enige ingang (van de vier) die open is. Er staan een hoop militairen, die hun geweren al klaar hebben. Dit voelt wel een beetje ongemakkelijk. We melden ons bij een huisje, waar we geregistreerd worden en zelfs één van onze paspoorten moeten afgeven. Ik vind dit niet echt een fijn idee, maar het zal wel goed zijn. Voor de ingang hangt een bord met wat je allemaal niet mag doen. Je mag alleen het pad naar het paleis volgen, geen foto's maken en ga zo maar door. 

 

De weg binnen de muren van het paleis is opnieuw weer ellenlang, hopeloos. Er  komt een man bij ons lopen die in het Birmees begint te kletsen. We maken hem duidelijk dat we geen idee hebben waar hij het over heeft, maar hij blijft maar doorgaan. In het begin is dit grappig, maar na tien minuten begint het een beetje irritant te worden. Hij volgt ons naar het paleis en gaat mee naar binnen. Daar weten we hem af te schudden. 

 

Het paleis vind ik echt niet de moeite waard. De replica die in Bagan te zien is, was veel mooier. We lopen een kort rondje, maar besluiten al snel weer weg te gaan. We lopen sneaky weg, zodat de rare man ons niet ziet vertrekken en opnieuw zal meelopen. Dit lukt en de terugweg is een stuk rustiger. We spreken wel af dat we niet meer ons paspoort zullen afgeven, dan gaan we maar niet naar binnen. Ik wordt er heel onrustig van. 

Ginki

Ik ben een vreselijk persoon, maar ik heb er echt de balen van, ik ben zo chagrijnig door dat stomme paleis. Ik ben moe en mijn voeten doen pijn. We besluiten naar Ginki te gaan, dat is hier niet ver vandaan. 

 

We eten hier lunch en avondeten. Ik zit eigenlijk de hele tijd te schrijven, ik moet mijn reisdagboekje nog bijwerken vanaf Nyaung Shwe. De mensen zijn hier zo lief om zelfs een lampje te komen brengen, echt super tof! Ook Dotje is er weer en komt volop aandacht vragen. 

Reactie schrijven

Commentaren: 0