Lake Inle

Toch te veel biertjes gedronken en te weinig geslapen, ik ben woest als de wekker af gaat en ontzettend gaar. We moeten er wel uit, want om half acht worden we door een gids opgehaald. Net op tijd zijn we klaar en de gids komt net aan gelopen. We volgen hem naar een haventje dat vol met lange boten ligt. Hij gaat de boot klaar maken en Gijs koopt nog even een grote fles water. 

 

Het is bewolkt, maar het weer is gelukkig niet heel slecht. We moeten een stel boten door om bij ons eigen bootje te komen. Wat een gestuntel. De man pakt me bij mijn arm, waardoor ik eigenlijk alleen maar minder goed vooruit kom. Maar ik redt het en ik ben niet eens in het water gevallen. 

 

Omdat ik zo vreselijk brak ben kan ik het eerste stuk bijna niet genieten. De boot maakt herrie, het is een soort mixer die ze aan de achterkant het water in steken. Een gesprek kan je niet voeren. Maar als het eenmaal begint te waaien, voelt dit toch een stuk relaxter dan op het land. 

Balancerende vissers

Het is even een stuk varen vanaf Nyaung Shwe, maar zodra je echt het meer op komt, zie je gelijk overal vissertjes. Onze gids vaart hier stug voorbij. "It's all fake!" zegt hij. "Just for the money". Hij brengt ons naar een man die volgens hem wel een echte visser is. Hij lijkt ook inderdaad echt aan het werk te zijn en is niet aan het poseren. Ik vind het tof dat hij niet meewerkt aan de nep vissers. 

 

Een klein tochtje later komen bij het bebouwde deel van het meer. Dit is echt heel tof om te zien, ik had ook niet verwacht dat er zoveel huizen zouden staan. Een klein dorp misschien, maar in het meer zijn meerdere dorpen te vinden. Het is heel leuk om het dagelijks leven te bekijken. Mensen die zich wassen in het meer, gewikkeld in een doek, kleine kinderen die van boot naar boot rennen zonder ook maar een klein beetje te twijfelen en oude vrouwtjes die rijst aan het wassen zijn. Ik voel me een indringer. Ik vind het nog heel erg meevallen met de toeristen, hier waren we voor gewaarschuwd, maar de toeristen die we zien voelen zich duidelijk niet zo als ik. Onbeschaamd nemen ze foto's van de mensen die bezig zijn met hun eigen leven. 

 

Tijdens het varen voel ik me stukken beter, maar we zijn aangekomen bij onze eerste stop van de dag, een markt bij een pagode. De bootman vertelt ons dat hier een stam zit die zijn spullen verkoopt. Ze zijn wat kribbig en spreken ook geen birmaans. Ik weet niet zo goed wat ik hier van moeten denken. We gaan aan land en gelijk word ik beroerd, vreselijk irritant. Het marktje vind ik eigenlijk niet boeiend. Het ligt vol toeristenrommel, ook hier had de bootman ons al voor gewaarschuwd en het gedeelte waar eten te koop is, dat is gewoon goor en het stinkt er behoorlijk. 

 

De markt lopen we eigenlijk snel door en komen bij een lange trap die naar een pagode leidt. Een jongen probeert met zijn scooter de trap op de klimmen, maar komt vast te zitten. Gijs helpt hem te scooter los te halen, maar volgens mij schaamt hij zich een beetje, want hij crosst snel weg. Bovenaan de trap gaan de schoenen uit en mogen we de pagode in. Het is een kitscherig ding met lichtjes. Er zit een oud mannetje die door een opdringerige toerist, zonder te vragen op de foto wordt gezet. Op dit soort momenten voel ik echt plaatsvervangende schaamte. Het lijkt ook wel alsof mensen naar Myanmar komen puur en alleen om foto's te maken. Ik heb nog nooit zoveel grote lenzen gezien!

 

Het andere stel gaat al snel weg en we hebben de pagode voor onszelf. De buitenkant is prachtig! Ik besluit dat dit een mooie plek is om wat as van mijn moeder uit te strooien. Ik zoek een plekje tussen de gouden toppen waar ik niet in het zicht sta. Ik haal de sleutelhanger met daarin de as uit mijn tas en tik een klein beetje op de pagode. Wat een mooie plek en wat een mooi uitzicht!

Lotusweverij

Ik zit te genieten in het bootje, maar helaas is dat niet voor lang. Het is heel slecht, maar ik vind het zelfs vervelend om de volgende stop te gaan. Het is heerlijk als de wind waait, maar zodra ik moet lopen wil ik eigenlijk alleen nog maar naar bed. De lotusweverij staat op het programma en we worden de boot uitgegooid. Een jong meisje gaat ons rond leiden. Ze spreekt zo slecht Engels dat Gijs haar helemaal niet kan verstaan en ik nauwelijks, er een logisch verhaal van maken lukt eigenlijk niet. 

 

Ze vertellen niet alleen wat ze doen, maar laten het ook zien, dit werkt een stuk beter. Van de stengels van de lotus plant, een hele bijzondere die volgens de gids alleen in Lake Inle groeit, maken ze de draden voor de weefsels. Ze trekken ze centimeter voor centimeter uit de groene stengels. 

 

Het weefgetouw zelf vind ik nog steeds een bizar ding, ik begrijp gewoon niet hoe het werkt! Het is mooi om te zien hoe ze de stoffen hier aan het maken zijn. Het meisje verteld dat ze met een sjaal een hele dag bezig zijn, maar met bijvoorbeeld een jurk wel een week. Aan het eind van de rit worden we meegenomen naar een winkeltje. Hier verkopen ze alle zelfgemaakte stukken. Ik schrik me rot als ik een sjaal van de lotusdraden pak. Er hangt een prijskaartje aan van 100 dollar! Holy shit! En het voelt nog eens als een vette vaatdoek ook... Nou mij niet gezien. We sneaken weg, er is zat klandizie, de andere toeristen vormen een rij door de halve winkel heen, dus dat zit wel goed. Snel terug naar ons mintgroene bootje.

Sigaren

Dit is denk ik wel de leukste stop van de dag geweest. Jammer genoeg zitten we maar kort in het bootje, maar deze keer vind ik het niet zo erg om er weer uit te gaan. Het is een klein sigarenmakerijtje, waar een paar jonge meisjes druk bezig zijn met het rollen van de rookwaren. We worden op een krukje voor ze neergezet en krijgen een sigaartje in onze handen gedrukt. Het smaakt naar anijs en ik zeker niet vies. Ze vullen bladeren met een mengsel van anijs en een soort hout, verteld het meisje terwijl ze druk door blijft draaien. De filter is van een soort riet of bamboe gemaakt en het wordt dichtgeplakt met lijm die ze van een plant hebben gemaakt. Hier kopen we wel wat. Een mooi versierd doosje vol sigaren voor Gijs (het doosje neem ik in beslag als het leeg is, en een doosje als souvenir voor een vriend. 

Lunch

We smeken de bootman om eerder te gaan lunchen, hopelijk worden we hierdoor wat minder brak. Bij een restaurant, natuurlijk op het water, stoppen we even. Ik bestel een curry met aardappel, ik hou van aardappel. Het is superlekker, maar weer veel te veel. Ik snap niet hoe die kleine mensen hier zulke gigantisch porties weg kunnen werken! We krijgen er ook nog kroepoek bij, die echt heel anders smaakt dan dat rare karton wat je in Nederland altijd krijgt. Er zit een soort dipje bij van ketjap, olie, knoflook en chili peper ringetjes. Ik wil dit thuis ook eens proberen. De ananassap is best goor, het smaakt naar afwaswater en ik kon er eigenlijk geen ananas in terug proeven. 

Zilver, langnek en een paraplu

De volgende halte is een zilversmederij, die wat meer in een dorp ligt. We varen de kanalen door en komen veel lokalen tegen. Heel leuk om te zien. Dit is ook de eerste stop waar we veel andere toeristen tegen komen. Een klein meisje komt ons begroeten en neemt ons mee de werkplaats in. Ze verteld dat  het bedrijf door haar opa is opgestart en nu door haar broer is overgenomen. Haar opa maakte van zilver vissen, die met scharnieren zijn vast gemaakt, zodat de staart kan bewegen. Heel schattig gedaan, ze hebben de vis overal hangen en ook zijn er kleine zilveren hangertjes voor aan een ketting. Gijs is wat minder onder de indruk "Dat kan ik ook maken van blik". Nou dat mag hij dan mooi gaan doen als we weer thuis zijn. 

 

Achter de werkplaats zit natuurlijk een winkeltje, waar de toeristen uit hun dak gaan. De meeste kopen wel iets, maar wij zijn gierig. Ik ben bijna verleid om twee oorknopjes te halen met ruwe zilver er op, heel schattig, maar ik vind ze toch wat te duur. Wanneer het meisje ineens druk begint te onderhandelen vind ik het vervelend worden. We lopen naar de uitgang. Er zijn echt zat mensen die hun spullen wel kopen gelukkig. Het regent weer en we gaan onder een afdakje staan schuilen. De lucht van de zilversmederij is behoorlijk sterk en je neus gaat er pijn van doen. De bui duurt gelukkig niet lang en de zon breekt zelfs door. 

 

We worden naar een paraplu makerij gebracht. De bootman verteld dat hier de langnek vrouwen werken, die gevlucht zijn uit Thailand. En inderdaad er zitten twee meisjes op de veranda, waarvan hun nek is opgerekt met veel gouden ringen. Ook zitten deze ringen om hun armen en benen. Ik vind ze er behoorlijk ongelukkig uit zien, het lijken wel dieren in een dierentuin. De toeristen drommen om ze heen en maken foto's. Ik heb dit niet gedaan, ik vond dit best mensonterend. Als de toeristen weer in hun bootje zijn gestapt, kunnen de meisjes gelukkig toch een beetje glimlachen. 

 

Naast de langnek vrouwen zit de paraplu winkel en een van de meisjes daar laat zien hoe ze deze in elkaar zetten. Ze doet dit zo snel dat ik eigenlijk niet zie wat ze aan het doen is. Het resultaat is wel mooi. Buiten laat een vrouw zien hoe het papier voor de parapluutjes maakt. Dit vind ik altijd tof om te zien. Er staat een grote bak water en een soort zeef. Met pulp van planten bekleed ze de zeef en dit zetten ze in de zon. Tussen twee lagen van het papierpulp stoppen ze bladeren en bloemen. Hier maken ze niet alleen de paraplus van, maar ook lampionnen. Die zie je ook overal in Nyaung Shwe hangen. 

Drijvende tuinen

De bootman vaart door naar de drijvende tuinen. Dit is ook tof om te zien. Ik vraag me hierdoor wel echt af wat de bewoners  van dit meer er toe heeft gedreven dat zij hun leven zo hebben ingericht. Het lijkt me niet de makkelijkste manier van leven. Je ziet hier mensen aan het werk en bootjes vol met net geoogste groenten van de drijvende tuinen. 

Springende katten

Onze laatste stop van de dag werd het Jumping Cat Monastry, ik heb alleen geen springende kat gezien. Vroeger schenen ze dit hier wel te doen, maar tegenwoordig liggen de dieren gewoon te chillen in het zonnetje. Heel slecht, maar we waren blij dat het er bijna op zat. Dit was echter wel een leuke stop, maar dat vind ik al snel als er katten zijn. Je kon hier rustig rondlopen tussen de monniken, die de dieren duidelijk goed verzorgen. 

Het was niet erg op terug te gaan naar Nyaung Shwe, ik heb me uiteindelijk wel vermaakt, maar ik had het beter naar mijn zin gehad als we niet zo gaar waren geweest. Helaas pindakaas! In het guesthouse doen we een tukkie, we worden oud... Daarna gaan we de tijd in Nyaung Shwe nog even afsluiten bij Ginki, de volgende dag gaan we naar de volgende stop:

 

Kalaw!

Reactie schrijven

Commentaren: 0