Welcome to the Golden Land

Om een uur of zes zijn we geland in Singapore, waar we moeten overstappen op een vlucht naar Yangon. We hebben een goede aansluiting en hoeven niet lang te wachten. We mogen van onze terminal met een skytrain naar de volgende terminal. Dit gaat lekker snel. 

 

Deze vlucht doe ik erg mijn best om te gaan slapen, maar het lukt niet echt. Ik heb nog steeds last van maagkramp van het vliegtuigvoer. Vlak voordat we gingen landen werd ik wakker en kon de gouden pagoda's al onder ons zien liggen. Wat een uitzicht!

 

Bij de immigratie moeten we lang wachten en wat werd ik hier nerveus van. Je zal maar tegen gehouden worden en terug moeten gaan naar Nederland! Van te voren heb ik via een website onze visums geregeld. Er is in Nederland geen ambassade, dus je moet kiezen, of naar Brussel, of via internet. Natuurlijk komen we gewoon door de controle, anders was het een kort verhaal geweest. 

Domestic Flight

We lopen gelijk door naar de pinautomaat, waar we Kyats uit de muur trekken. Het maximum is veel lager dan we verwacht hadden, maar 300.000 Kyat wat neer komt op 200 Euro. Ach het zal vast goed gaan komen. We struinen over het vliegveld en gaan naar de Domestic terminal, waar we tickets proberen te kopen voor de volgende dag. Dan willen we doorvliegen naar Heho om naar Lake Inle te gaan. Het is er donker en druk. De verschillende balies zijn van karton, wat best lachwekkend is als je net uit het luxe International Terminal deel komt.  Ze zijn niet heel erg behulpzaam, ze proberen het wel, maar er blijkt best een taalbarrière te zijn. We besluiten naar het hotel te gaan, misschien kunnen zij ons helpen. 

 

We worden overspoelt door schreeuwende taxi chauffeurs, daar heb ik zo een hekel aan, maar het is niet anders. Snel kiezen we er eentje uit (iene miene mutte) en deze neemt ons mee naar zijn wagen. Een jong jochie gaat achter het stuur zitten en verteld ons onderweg over de stad. Ik kan het allemaal nog niet helemaal in me opnemen. Yangon is prachtig, de kleuren van de koloniale gebouwen, de planten die hier tegen op groeien en de gouden torens van de pagoda's die overal te zien zijn. Ik had dit niet verwacht. Ik had me voorbereid op een soort Jakarta, met een miljoen scooters en saaie gebouwen. Druk is het wel, maar dat is eigenlijk de enige overeenkomst. 

 

Een half uurtje later staan we voor ons hotel, Bond. We zijn wat te vroeg, onze kamer is nog niet klaar en we moeten nog even wachten. We gaan zitten voor het hotel, onder het kleine afdakje en kunnen nu wel een beetje relaxen. Er komt altijd zo veel op je af als je op een nieuwe bestemming aankomt. Ik word er altijd een beetje kribbig van. Het begint keihard te regenen en hele stromen lopen er over de straat. 

 

Onze kamer is klaar, het is erg netjes, maar er is geen raam, waardoor je wel een beetje een opgesloten gevoel krijgt. De badkamer is schoon en we hebben een tv met HBO, wat een luxe. Ik verwacht niet dat we het heel laat gaan maken. We nemen snel een douche. In eerste instantie lukte het me niet om de douche aan te krijgen, ik loop te prutsen en te mopperen als Gijs de deur open trekt. Ineens gaat het onding toch aan en ben ik zeiknat. Nu heeft hij nog iets waar hij me om kan uitlachen... 

 

Bij de receptie staat een jongen en we vragen hem of hij ons wil helpen met de tickets naar Heho. Geen probleem, een half uur later hebben we plekken op een vlucht de volgende dag. We moeten alleen wel contact betalen, dit kan niet met de creditcard. Daar gaan al onze Kyats. Gijs weet dat er bij de Schwedagon Pagode een ATM zou zitten. Op de kaart lijkt dit niet ver. Het is gestopt met regenen en we besluiten er heen te lopen, zo krijg je ook het meeste mee van de stad zelf. 

 

De stad is echt wel heel tof, overal zijn buitenkeukens en zitjes, het is duidelijk dat de miljoenen inwoners niet in hun huis leven, maar dat het leven in Yangon zich voornamelijk op straat afspeelt. 

 

Ik heb nog wel veel last van mijn buik en moet soms zelf even gaan zitten. Het is benauwd en ik word nu al kriegel van de taxichauffeurs die om de vijf meter naar ons toeteren. Ik snap dit echt niet, als we een taxi willen dan roepen we vanzelf wel! Ik ben gewoon een beetje chagrijnig. Ik denk ook steeds dat ik apen hoor, heel vreemd. Ik wist niet dat die hier rond liepen. Dit blijkt later ook niet zo te zijn! De kraaien hier schreeuwen de hele dag en het klinkt als de roep van een aap. Hier word ik wel weer een beetje vrolijk van en de schreeuwende vogels zijn al snel omgedoopt tot Krapen. 

 

 

Schwedagon

Natuurlijk is de pagode weer veel verder dan we hadden verwacht. Na wat voelt als uren lopen komen we bij het bouwsel aan. Wat is dat mooi, echt bizar! We laten onze schoenen achter bij de ingang en geven de giechelende dames achter de balie een donatie. Wanneer we de trappen opgaan komt er een soort optocht langs. Luide muziek en druk dansende mensen beklimmen de trappen. Er word snoep gestrooid en de kinderen duiken er op af. 

 

Bovenaan de trappen ontdekken we inderdaad een ATM. Gijs probeert er geld uit te krijgen, onder het toeziend oog van een dreumes die het heel interessant vind, maar het apparaat zegt nee. Blijkbaar kunnen we maar één keer per dag pinnen. Dit is een probleem, we hebben zo een beetje al onze Kyats aan vliegtickets uitgegeven. 

 

Nu we toch bij de pagode zijn en er al voor betaalt hebben, doen we ons best er van te genieten. We zijn wel erg moe en best geïrriteerd door de weigerende pinautomaat, maar de schoonheid van Schwedagon maakt een hoop goed. Er is zo ontzettend veel te zien. De gouden toren met de edelsteen op de top, de andere torentjes en vele buddha's. De mensen die aan het bidden zijn, de monniken die rondlopen en de processie die nog steeds gaande is. Een hinderlijke toerist duikt er zo tussen om foto's van de mensen de maken, heel irritant en respectloos. We struinen rond en proberen zo veel mogelijk in ons op te nemen. Langzaam begint het te schemeren en besluiten we onze slippers op te gaan halen en terug te lopen naar het hotel. Dit zal nog een hele wandeling worden. 

We struinen langs de grote weg en komen na ongeveer een uur weer aan bij het "centrum". Hier vlakbij ligt ons hotel, alleen waar was het ook alweer. In ons enthousiasme hebben we niet goed opgelet. Webben wel een kaart, maar we kunnen niet goed bepalen waar we zijn. Het is vreselijk. Ondertussen is het donker geworden en verschijnen er nog meer kraampjes met allerlei eten en andere rommel. We blijven maar lopen en vragen aan meerdere mensen waar het hotel is, maar volgens mij hebben ze nog nooit een kaart van hun stad gezien. 

 

Ik word een beetje moedeloos, ik ben moe, ik heb honger en er is geen geld. Mijn voeten doen zeer en ik heb nog steeds last van mijn buik. Ook de drukte helpt niet mee, de auto's, fietsers en toeterende taxi's maken mijn humeur niet beter. Bij een groot hotel komt er een man naar ons toe als we op de kaart staan te kijken. Hij stelt zich voor als Koko Win en geeft aan dat hij ons terug gaat brengen naar het hotel. Hij vertelt direct dat hij dit vaker doet, 's avonds rondlopen op zoek naar verdwaalde toeristen. Hij vertelt er ook bij dat hij wel een centje verwacht voor deze dienst. Geniaal. We hebben nog wel wat dollars in onze zak en willen wanhopig graag naar het hotel terug. 

 

Het blijkt dat we een flink stuk bij het hotel vandaan zijn. We zijn bij 35th street en ons hotel is op 11th street. Zelfvoldaan wijs ik Gijs er op dat ik dit de hele tijd al gezegd heb, maar daar schieten we niets mee op. We sjokken achter Koko Win aan die ons vertelt over het leven in Yangon. Dat hij het als de hoofdstad van het land ziet en niet die rare lege stad die de overheid heeft  aangewezen. Alles gebeurt in Yangon, drukt hij ons op het hart. Hij vertelt hoe hij vroeger als gids heeft gewerkt voor een reisorganisatie, maar dat hij nu zijn geld verdient met verdwaalde toeristen terug naar het hotel brengen, hier verdient hij nog meer mee ook, zegt hij lachend. Ook scheld hij op de grote touring cars, die door de stad rijden. Deze rijden er nog niet zo lang, geeft hij aan. Vroeger was het dan ook een stuk rustiger op straat. "The fucking government buys a lot of busses for the tourists" zegt hij boos en ik voel me een beetje schuldig. 

 

Koko Win loopt anderhalf uur  met ons mee, zo ver waren we uit de buurt gedwaalt. Die middag, bleken we twee straten bij het hotel vandaan te zijn, toen we rechtdoor zijn gelopen in plaats van linksaf te gaan. Oepsie! Maar Koko Win is onze held en brengt ons bijna naar binnen bij het hotel. We geven hem al het geld dat we nog hebben en bedanken hem duizend keer. Hij gaat weer verder, waarschijnlijk op zoek naar de volgende verdwaalde toerist. Ik duik gelijk mijn bed in. We hebben ongeveer vier uur verdwaasd door de stad gelopen en ik ben gesloopt!

Reactie schrijven

Commentaren: 0